Princelijcke deuijsen
(1563)–Claude Paradin, Gabriel Simeon– Auteursrechtvrij
[Folio 69v]
| |
Die eerde verslint hebbende Core, Dathan ende Abiron die sedicieus oft rebel waren ende beroerders vanden priesterschap en den heylighen dienst: soo wert het priesterschap eenichsins gheuestticht inden gheslachte van Leui door het mysterie van Aarons roede, dewelcke alleene onder die andere roeden vanden geslachte van Israel, die doort beuel Gods tsamen by een ghestelt waren inden tabernakel, des anderen daechs beuonden worde wt ghesproten, bloyende ende amandels draghende. |
|