[rechterbladzijde]
zident van 't Committe van Algemeen Welzijn een lijst ingeleverd van alle de steedelijke amtenaaren, naar welk lijst men van één af de beampte persoonen naging wegens hun vroeger gedrag en denkwijs ten aanzien van het stadhouderschap.
De municipaliteit met opene deuren gehouden wordende, zo was de toeloop van aanhoorders zeer groot, waarvan veele tot diegeenen behoorden die op het ontampten van orangegezinden heevig hadden aangedrongen.
Elf burgers werden thans om hun vroegere gevoellens van hunne ampten en kostwinninge ontzet, schoon men nauwelijks de helft der amptenaaren in deze middag konden onderzoeken. Omdat er zo veel tijd mede verliep, zullende de verdere over 8 dagen deze politike revu moeten passeeren.
Elk amptenaar die door de municipaliteit geoordeeld werd onwaardig te zijn om zijn ampt langer te kunnen bedienen, werd onder het gestamp en de goedkeuring van veele der aanhoorders voor vervallen verklaard.
Deze ontampting, verre van mijne goedkeuring te hebben zelf van de aanvang af, heeft mij met verontwaardiging vervult voor alle de zodanige die hiervan de bewerkers zijn geweest, hebbende ik op alle moogelijke wijze getragt zulks af te keeren.
De leden der municipaliteit, voor zover ik met dezelve omgeving had, heb ik heevig deze ontampting ontraaden en schoon veele van deze zulks met tegenzin hebben gedaan, zo kan ik egter hun niet voor onschuldig houden aan het daarstellen van de veele ongelukkigen omdat zij lafhartig genoeg zijn geweest aan de eisschen van eenige schreeuwende slegthoofden gehoor te geven, daar zij zulk een eisch nooit bij het grootste deel der burgerij van wien zij aangesteld waaren ontmoet zouden hebben, zo zij moeds genoeg hadden gehad om deze daar bij stemming over te hooren.