opvulden temeer daar de vaders in het opvoedingsproces een marginale rol speelden en veelal bij voorbaat akkoord gingen met wat het gezag voorschreef. Bovendien steunden onze ouders de fraters door dik en dun omdat aan een MULO-diploma - in die tijd het hoogst bereikbare - prestige kon worden ontleend. Alles bij elkaar hebben de fraters hun gekleurde leerlingen, die het toch al moeilijk hadden in een maatschappij waar de blanken het voor het zeggen hadden, een solide opleiding gegeven.
Veel van deze opmerkingen heb ik weer gehoord gedurende een lunch die door een Antilliaanse minister spontaan werd aangeboden toen een bespreking waarvoor ook ik was uitgenodigd, muurvast was geraakt. De bedoeling van deze informele lunch was de deelnemers wat milder te stemmen. De ervaring had hem geleerd verzekerde hij, dat men vaak door een goede lunch of een smakelijk diner tot andere inzichten kwam.
Gevolgd door een lange rij van adviseurs maakte de minister - Sinterklaasachtig wuivend - zijn entree in een restaurant waar de airconditioning er afdoend voor zorgde dat elke gedachte aan de tropen in de kiem werd gesmoord. Als men zich veroorloofde om in een duur restaurant te eten, was de lage temperatuur bij de prijs inbegrepen.
We mochten na een paar aperitiefjes zelf de bestelling opgeven maar als voorgerecht moesten we maar Coquilles St. Jacques nemen omdat dat lekker was, decreteerde de gastheer. Toen de maître met een weids gebaar een fraaie vulpen te voorschijn toverde, riep een van de disgenoten ‘eboniet’ en