Achmad van Commewijne

Achmad gaat ontbijten

Het is nog donker, als ze weer bij Achmad thuis aankomen. Oom rijdt het erf op. Zij stappen uit en lopen naar de voordeur. Daar staat de moeder van Achmad te wachten. Elke morgen stapt oom even uit om te groeten. Hij vraagt dan altijd wat de moeder van Achmad nodig heeft. Moeder is de zus van oom Sam. Hij zorgt goed voor haar.

‘Alles goed?’ vraagt oom.

Moeder knikt en ze lacht. Ze is blij.

Oom is tevreden. Hij loopt terug naar de auto.

‘Ik kom je om tien uur weer halen hoor, Achmad,’ zegt hij voordat hij weg rijdt.

[p. 11]

O ja, het is vandaag zaterdag en oom gaat naar de stad, denkt Achmad.

‘Joepie!’ Achmad springt blij. Hij vertelt moeder met gebarentaal, dat oom hem gaat meenemen naar de stad.

Moeder lacht. Zij pakt zijn hand vast en loopt met hem naar binnen. In de keuken heeft ze al brood met ei en gebakken teloh op tafel als ontbijt. Vader is net aangekleed. Elisah zit al te wachten. Achmad wast zijn handen en gaat naast zijn vader zitten. Hij zegt het dankgebed op:

‘In de naam van Allah. O, Allah, zegen ons met het eten en drinken dat u ons heeft gegeven en bescherm ons voor de straf van het vuur. Amien.’

Na het eten zegt hij nog een gebed:

‘Geprezen zij Allah, die ons eten en drinken heeft gegeven en ons tot een moslim heeft gemaakt. Amien.’ Moeder ruimt de tafel af en Elisah doet de afwas.