| |
| |
| |
3 Bibliografie
Dit hoofdstuk bestaat uit twee delen: A. de werken van E.M. Post; B. de werken over E.M. Post (en haar oeuvre). De delen zijn opnieuw onderverdeeld, op de volgende wijze:
A. | Werken van E.M. Post.
I. | In druk.
1. | Oorspronkelijke werken. |
2. | Vertalingen en bewerkingen.
a. | Werken waarvan Posts vertalerschap vaststaat. |
b. | Werken waarvan Posts vertalerschap niet vaststaat. |
|
|
II. | In handschrift.
1. | Handschriften waarvan de bewaarplaatsen bekend zijn. |
2. | Handschriften die alleen uit de literatuur bekend zijn. |
|
|
| |
B. | Werken over E.M. Post.
I. | Naslagwerken en studies waarin E.M. Post en/of haar oeuvre besproken worden. |
II. | Eind-18e- en begin-19e-eeuwse recensies. |
|
De werken zijn geordend volgens jaar van verschijnen. Herdrukken van de werken van E.M. Post vindt men onder het jaartal van de eerste druk.
De overwegingen welke ertoe geleid hebben om een werk in een bepaalde categorie op te nemen, worden in deel C van de Gang van het onderzoek medegedeeld.
| |
| |
| |
A Werken van E.M. Post
I. In druk
1. Oorspronkelijke werken
1780 |
E.M. Post. Aan mijne waarde nichte de wel geboore jonkvrouwe C.E. Mill, bij het afsterven van haare tedergeliefde zuster, de wel geboore vrouwe S.M. Mill, weduwe van Harscamp. In: Lijkzangen bij het smertelyk doch zalig afsterven van de wel edele vrouwe Suzanna Maria Mill, weduwe wijlen den wel eerwaarden heere Willem Hendrik van Harscamp, leeraar in de gemeente van J.C. te Amsterdam, in den Heere ontslapen binnen Utrecht in den ouderdom van 55 jaren den 30 Augustus MDCCLXXX. Z.p., z.u., [1780]. 4o. |
1784 |
E.M.P. Jacobs goedheid. In: Geschenk voor de jeugd, dl.4 (Amsterdam, Johannes Allart, 1784), p.167-168. 12o. |
1788 |
Het land, in brieven. Met plaaten. Amsterdam, Johannes Allart, 1788. 8o.
Het land, in brieven. Met plaaten. Tweede druk. Amsterdam, Johannes Allart, 1788. 8o.
Het land, in brieven. Met plaaten. Derde druk. Amsterdam, Johannes Allart, 1788. 8o.
Het land, in brieven. Met plaaten. Vierde druk. Amsterdam, Johannes Allart, 1792. 8o. |
1789 |
E.M. Post. Aan mijne vriendin vrouwe Roselijna Serrurier geboren Budde, thans weduwe. Achter: Ahasuërus van den Berg. Leerreden over Joan. V:35. Ter gedachtenisse van wylend den weleerw. zeergel. heer Louis Serrurier. Arnhem, J. Nyhoff en W. Troost, 1789. 8o. |
1789 |
M.E.P. [ = E.M.P.] Het gewroken bijtje. In: Geschenk voor de jeugd, dl.6 (Amsterdam, Johannes Allart, 1789), p.139-141. 12o. |
1789 |
[Elisabeth Maria Post.] Voor eenzaamen. Amsterdam, Johannes Allart, 1789. 8o.
[Elisabeth Maria Post.] Voor eenzaamen. Tweede druk. Amsterdam, Johannes Allart, 1790. 8o. |
1791-1792 |
[Elisabeth Maria Post.] Reinhart, of natuur en godsdienst. Met plaaten. 3 dln. Amsterdam, Johannes Allart, 1791-1792. 8o.
[Elizabeth Maria Post.] Reinhart, of natuur en godsdienst. Met plaaten. Tweede druk. Amsterdam, Johannes Allart, 1798-1802. 8o.
[Elisabeth Maria Post.] Reinhard oder Natur und Gottesverehrung. Aus dem holländischen übersetzt von Philipp Rosenmüller. Mit einem Kupfer. 3 Thle. Weiszenfels und Leipzig, Friedrich Severin und Comp., 1799-1800. 8o. |
1792. |
[Elisabeth Maria Post.] Mijne kinderlijke traanen. Amsterdam, Johannes Allart, 1792. 8o. |
1794 |
[Elisabeth Maria Post.] Gezangen der liefde. Amsterdam, Johannes Allart, 1794. 8o. |
| |
| |
1796 |
[Elisabeth Maria Overdorp. Geboren Post.] Het waare genot des levens. In brieven. Met plaaten. Amsterdam, Johannes Allart, 1796. 8o. |
1807 |
E.M. Overdorp geb. Post. Ontwaakte zang-lust. Amsterdam, Johannes Allart, 1807. 8o. |
1829 |
E.M. Overdorp geb. Post. [Bloemlezing uit de gedichten]. In: Keur van Nederlandsche letteren, 2e jg., 7e st. (Amsterdam, M. Westerman, 1829). 16o. |
Voor de volledigheid wordt hierbij nog het tot nu toe niet teruggevonden Ter gedachtenis vermeld, dat alleen uit de secondaire literatuur bekend is. De titelbeschrijving is volgens de oudste vermelding in het Biographisch woordenboek der Nederlanden, dl.15 (1872).
1810 |
Ter gedachtenis van mijnen waardigen broeder H.H. Post, in 1809 te Demerari overleden. Z.p., z.u., 1810. |
| |
2. Vertalingen en bewerkingen
a. Werken waarvan Posts vertalerschap vaststaat
1789 |
F. Schiller. Don Karlos, kroonprins van Spanje. Uit het Hoogduitsch [door Elisabeth Maria Post]. Amsterdam, Johannes Allart, 1789. 8o. |
1803-1804 |
Tafereelen uit het huiselijk leven. Naar het Hoogduitsch [van G.W.C. Starke.] Door E.M. Overdorp. geb. Post. 2 dln. Amsterdam, Johannes Allart, 1803-1804. 8o. |
1804 |
Gessners Werken. Op nieuw uitgegeeven door E.M. Overdorp, geb. Post. Met plaaten. 3 dln. Amsterdam, Johannes Allart, 1804. 12o. |
1806. |
Frederica Wei[s]z en haare dochters. Uit het Hoogduitsch [van C. Garve]. Door E.M. Overdorp, geb. Post. Amsterdam, Johannes Allart, 1806. 8o. |
| |
b. Werken waarvan Posts vertalerschap niet vaststaat
In de secondaire literatuur is een aantal vertalingen ten onrechte aan E.M. Post toegeschreven. Deze werken konden geëlimineerd worden van de lijst van werken van Post (zie dl. C van hfdst. 1). Een aparte categorie vormt een drietal vertalingen dat in Nieuwenhuis' Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen, dl.5 (1825), wordt vermeld: Florian's Estelle, Kalidastra's Sakontala en Klinger's Geschiedenis van Raphael d'Aquillas. Er is tot nu toe enerzijds geen bevestiging van deze toeschrijving te vinden, anderzijds geen aanwijzing van het tegengestelde. Aangezien het lemma E.M. Post in Nieuwenhuis' woordenboek bijzonder betrouwbaar en nauwkeurig gebleken is in alle feiten die verifieerbaar waren, is het toch wel wenselijk het betreffende drietal, zij het onder het grootste voorbehoud, te vermelden. Van deze drie werken heeft de Estelle de grootste waarschijnlijkheid, gezien de uitgave bij Posts vaste uitgever J. Allart, en de kennis die Post blijkens de Reinhart van het werk bezat.
| |
| |
In een andere bron, de Alphabetische naamlijst, wordt nog een vertaling naar C. Garve aan Post toegeschreven: Gezelschap en eenzaamheid. Dit werk is tot nu toe niet teruggevonden. Omdat ook de Alphabetische naamlijst betrouwbaar is gebleken in de vermelding van de werken geschreven of vertaald door E.M. Post, wordt ook deze vertaling onder voorbehoud toegevoegd (in de titelbeschrijving zoals de naamlijst die geeft).
1790 |
M. [ = J.P.C.] de Florian. Estelle. Uit het Fransch. Amsterdam, Johannes Allart, 1790. 12o. |
1792 |
Kalidas. Sakontala of de beslissende ring, een Indiaansch schouwspel. Oorspronglijk geschreeven in de Oude Sanskritische en Prakitische taal, met ophelderingen van G. Forster. Haarlem, A. Loosjes Pz., 1792. 8o. |
1798 |
[F.M. Klinger.] Geschiedenis van Raphael d'Aquillas. Leyden en Amsterdam, Honkoop en Ten Brink Gz., 1798. 8o. |
1807 |
C. Garve. Over gezelschap en eenzaamheid; uit het Hoogduitsch vertaald, door E.M. Post. 2 dln. Amsterdam, J. Allart, 1807. 8o. |
| |
II. In handschrift
1. Handschriften waarvan de bewaarplaatsen bekend zijn
1789 |
Brief van mrt. 1789 aan J.M. Sobels, secretaris van het Haagse dichtgenootschap ‘KSGV’, waarin Post het honoraire lidmaatschap accepteert. (G.A. Den Haag; Kunstliefde, inv. nr. 49.) Zie voor de tekst: hfdst. 2. |
1789 |
Brief van eind 1789 aan J.M. Sobels, secr. ‘KSGV’, waarin Post zich verontschuldigt voor de jaarvergadering en de hoop uitspreekt wel de Proeven van poëtische mengelstoffen te ontvangen. (G.A. Den Haag; Kunstliefde, inv. nr. 49.) |
±1790 |
Fragment van een brief van ± 1790 aan Charlotta Louisa van der Capellen, beginnende met ‘Lieve beste vriendin’. (R.A. Gelderland; archief Van der Capellen, inv. nr. 424.) |
1791 |
Brief van 1791 aan J.M. Sobels, secr. ‘KSGV’, waarin Post ‘een ander werkje’ aanbiedt. (G.A. Den Haag; Kunstliefde, inv. nr. 51.) |
1791 |
Inscriptie d.d. 29 apr. 1791 in de Lijst van gasten van Johan Frederik Willem van Spaen en zijn gezin te Beekhuizen, en van bezoekers van deze tuin, augustus 1790 - sept. 1795, fo.9 recto. (Origineel in het bezit van mevr. S.W. Hey-Felix te Amstelveen; copie aanw. in het R.A. Gelderland, handschr. verz. inv. nr. 432.) Zie voor de tekst: Bijlage 2A. |
±1792 |
Fragment van een brief van ± 1792 aan Charlotta Louisa van der Capellen, beginnende met ‘Eindelyk lieve lotje’. (R.A. Gelderland; archief Van der Capellen, inv. nr. 424.) |
1793 |
Brief van dec. 1793 aan J.M. Sobels, secr. van ‘KSGV’, waarin Post het 2e dl. van de Reinhart aanbiedt, en bedankt voor de ontvangst van de Proeven van poëtische mengelstoffen. (G.A. Den Haag; Kunstliefde, inv. nr. 53.) |
| |
| |
1794 |
Inscriptie d.d. 12 aug. 1794 in de Lijst van gasten van Johan Frederik Willem van Spaen[...], fo. 88 recto. (Origineel in het bezit van mevr. S.W. Hey-Felix te Amstelveen; copie aanw. in het R.A. Gelderland, handschr. verz. inv. nr. 432.) Zie voor de tekst: hfdst. 2. |
1798 |
Brief d.d. 16 apr. 1798 aan Gerlach Jan Doys van der Does, waarin Post toestemming vraagt op diens landgoed te mogen wandelen. (Alg. R.A. Den Haag; huisarchief Offem, voorl. inv. nr. 588.) Zie voor een deel van de tekst: hfdst. 2, p.97-98; de gehele tekst met enkele onnauwkeurigheden vindt men in: Kloos Noordwijks dichteres, p.146-149. |
1799-1812 |
Inscriptie uit de jaren 1799-1812 in de Vriendenrolle van Jacoba Maria Nijhoff. (In het bezit van dr. H.W. van Tricht te Ellecom.) Zie voor de tekst: Bijlage 2B. |
| |
2. Handschriften die alleen uit de literatuur bekend zijn
±1807 |
Brief van ± 1807 aan Petronella Cornelia van Alphen, waarin Post haar aanraadt met dichten door te gaan. (Onnauwkeurig afgedrukt in: Van Reyn Elizabeth Maria Post (1871).) Zie voor de tekst en een gedeeltelijke facsimile: Van Reyn Elizabeth Maria Post, p.216-217 en t.o. 218. |
ongedat. |
Brieven aan Petronella Cornelia van Alphen. (Vermeld in: Van Reyn Elizabeth Maria Post, p.218.) |
|
|