wkg vn: mekaar/mekaars
1. Mekaar/mekaars beperkt een kern van een ww-pd tot meervouden, nevenschikking, ‘meervoudige’ vn's en stof-zn's
a. onbeperkte gevallen
wil |
je |
de vechtersbazen |
[van mekaar] |
{scheiden} |
|
goud en zilver |
|
|
alles |
|
|
ze |
|
|
dat |
|
(dat) |
(is) |
|
[bij mekaar] |
{gezet} |
(we) |
(houden) |
⌞van mekaars kinderen⌟ |
|
Het gaat hier meestal om een verwijzing naar een groep mensen of dingen (meervoudig of in nevenschikking) of een hoeveelheid van een bepaalde stof (stof-zn's) die samengevoegd of gescheiden worden, of door een hoofdww of door al(le).
b. beperkte gevallen
Er is allereerst een groep waarbij geen getalsbeperking is maar een hoofdww- (en/of vzaz-) beperking:
(de toren) (is) [in mekaar] {gestort}
(je kaartenhuis) (valt) [uit mekaar]
(de zaak) (zal) wel [voor mekaar] {komen}
(ze) (haalde) het hele uurwerk [uit mekaar]
Twee leksikale gevallen zonder enige binding aan een mv enz.:
en nou [áchter mekaar] [naar bed] |
(‘meteen’) |
dat krijg ik wel [voor mekaar] |
(‘in orde’) |
Mekaar is altijd laatste woord van een keten (schijn-)ronde zn-p's:
(we) (lezen) het eerste woord van de titel van een boek van mekaar
Ook situatieverband kan een ‘meervoudachtige’ omgeving opleveren:
draag mekaars koffers maar |
|
[niet tegen mekaars schenen] |
(in een voetbalwedstrijd) |
2. Mekaar/mekaars beperkt de keus van een zn-pd:
jullie zorg voor mekaars kinderen (‘ond.’)
hun liefde voor mekaar (‘vv’)
3. Mekaar/mekaars als kern van een bwbn-pd
Mekaar(s) beperkt een ond. tot ‘meervouden’:
(jullie buren) (zijn) |
[erg lief voor mekaar] |
|
erg lief voor mekaars kinderen] |
4. Besluit: beperkingen
Mekaar en mekaars lijken dezelfde elementen in taal- en/of situatieverband te kunnen beperken.
a. Wat beperken ze?
Ze beperken soms telbare zn's (soms hoeveelheden stof-zn's, soms alles en al(le)), soms vn's die als ond. een meervoudige pv krijgen, soms een bez. vn (‘ond.’) en soms een hoofdww. In een paar vaste uitdrukkingen beperken ze niks.
b. In welk opzicht beperken ze?
Ze beperken tot ‘meervoudigheid’: tot meer eksemplaren van mensen, dingen en begrippen soms uitgedrukt in een meervoudig zn, soms in een enkelvoudig (de klas, de vereniging enz.) en tot meer hoeveelheden van stof-zn's (zand en erts zijn door mekaar gemengd).