Syntaktische-elementenlijst
(2014)–P.C. Paardekooper– Auteursrechtelijk beschermdA. Ww's zonder niet-ww restHet zijn bliksemen, dauwen, donderen, dooien, (gieten ‘natuurverschijnsel’), gutsen (‘natuurverschijnsel’), hagelen, ijzelen, miezeren, misten, motregenen, onweren, plenzen, regenen, sneeuwen, stormen, stortregenen, vriezen, weerlichten en waaien. Bijna overal is hebben hulpww van het vd. Ze betekenen ‘een weersgesteldheid’. | ||||||||||||||||||
B. Ww's met niet-ww rest1. Die niet-ww rest is een soort bvg
Bij enkele ww's van groep A is een variant mogelijk: losdooien, opdooien, wegdooien, kapothagelen, ondersneeuwen, kapotstormen, kapotvriezen, vastvriezen, afwaaien, kapotwaaien, omwaaien, opwaaien. Het hulpww van het vd is zijn en de betekenis is ‘perfektief’.
2. Die niet-ww rest is een zn-p met van
Hier zijn drie ww's: krioelen, ritselen en wemelen. Er zijn twee types mogelijk, alle twee zijn ze derde persoon en de plaatsaanduiding is onmisbaar. Die types zijn:
a. het ond. of hulpww-lv is het:
b. het ond. is de plaats: (de markt) (wemelde) van de kooplui Dat zn met van betekent ‘massaal aanwezig, bewegende (meestal) levende wezens’:
Maar niet (zonder beweging):
| ||||||||||||||||||
C. Ww's met speciale beperkingen:a. regenen Bij regenen kan een niet-ww rest komen, meestal meervoudig en meestal met negatieve betekenis:
α. (vrijwel) zonder par.:
β. met par.:
b. hagelen
α. zonder par.: (het) (hagelde) [duive-eieren] ‘hevig’ β. met par.:
|
|