B. Het mv hoort niet in de nederlandse spraakkunst
1. Ik zie in de tradionele spraakkunsten geen enkele formele definitie van het mv, met name niet in de ANS (Haeseryn e.a. 1997: 1160vv);
2. De gebieden die het traditionele begrip mv bestrijkt zijn formeel-syntaktisch ook niet te begrenzen.
a. De schoolspraakkunst doet het met twee - meestal weglaatbare - vzaz's: aan of voor, maar in de meeste gevallen faalt dat middel.
b. Bovendien vinden we nergens vermeld, waarop die willekeurige keus berust.
3. Er zijn twee sterk verschillende mv-types: sommige dulden geen lv naast zich, andere doen het wel:
hij ontsnapte aan z'n vijanden (aan is moeilijk weglaatbaar)
hij gaf z'n vriendin een mooi kadootje
4. Ook mevr. Balk (Balk-Smit Duyzentkunst 1968: 5-12) beschouwt het mv als ‘een grammaticale vergissing’. Wat nu met het mv?
a. Z'n (bijna) paradigmaloze vzaz's brengen het bij het vv, maar de variant met er + vzaz + ww-p levert ook hier soms problemen. Ik variëer de twee voorbeelden van B3:
hij ontsnapte eraan dat z'n vijanden hem gevangen namen
hij gaf een mooi kadootje eraan dat z'n vriendin blij zou zijn (uitg.)
b. Z'n relaties tot het lv slaan deels op de gemeenschappelijke binnenbouw (plat zn-p) en deels op de buitenbouw (vaste onderlinge volgorde).