hoofdzin
Meestal een ww-p dat geen patroondeel is, maar een zelfstandige taaluiting of verbandzin. Bijzinnen zijn een deel (of stuk van een deel enz.) van een hoofdzin:
(wie dat zegt) (is) [gek]
(die man die dat zegt) (is) [gek]
Een ernstige fout van de traditie is geweest dat die is gek in het eerste voorbeeld de hoofdzin noemde, en de bijzin dus buiten de hoofdzin plaatste. Zo ook is een bv. bijzin een gewoon zn-patroondeel.