Kleine ABN-syntaxis in vraag en antwoord
(1961)–P.C. Paardekooper– Auteursrechtelijk beschermdVoor VHMO en ander voortgezet onderwijs
[pagina 11]
| |
10 Welke plaats heeft het vd in de zin? 10 Meestal ergens achteraan. In een als-zin bv. komt het direkt voor de pv te staan:Een enkele keer direkt achter de pv. Alleen bij grote nadruk is het vd eerste zinsdeel: {gewerkt} heeft die vent beslist niet. 11 Wat doen we als we twijfelen of een zinsdeel vd is of niet? 11 In dat geval proberen we of het schijnbare vd samen met de pv misschien door een vt vervangen kan worden (door de tweede hoofdvorm dus). Kan dat zonder betekenis-verandering, dan hadden we inderdaad met een vd te maken; anders niet:In het rechtervoorbeeld kunnen we een vd bijplaatsen: het (is) overal [bekend] {geweest} Vgl. verder antwoord 27. 12 Hoe noemen we pv, ow en vd samen? 12 Samen noemen we ze ww-vormen of werkwoorden. |
|