Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)
(1972)–Gerrit Paape– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
Een en twintigste hoofdstuk
| |
[pagina 108]
| |
1395hem getoond hebben; doch Nommer Een was een eerlijke Staats-Ga naar voetnoot1395 1396äap; nimmer arg vermoedende, dan daar hij eenmaal bedroogenGa naar voetnoot1396 1397was geworden: hij begeerde het derhalven niet te zien; want, zei 1398hij, gij zegt toch, dat het volmaakt met mijn concept strookt. 1399De goede Aap zat daarom met een zekere bedaarde gerustheid 1400in de Aapsvergadering. Hij verwagtte het Request; en, dagt hij, 1401dit is de Aapsstem, die men ongetwijffeld gehoor zal geeven. 1402Het besluit der voorige Vergadering was, (bij eene groote meer- 1403derheid van stemmen,) dat men de zaak over de afkapping of niet 1404afkapping der staarten, in de presente vergadering, volstrekt afGa naar voetnoot1404 1405zou doen. 1406Bij gevolg begon men ernstig over dit stuk te handelen. - Nom- 1407mer Een betoogde, met alle mooglijke welspreekenheid, het on- 1408natuurlijke, het wreede, het onäaplijke en onstaatkundige dat er 1409geleegen ware, in het afkappen der Aapenstaarten. Dit, zei hij, is 1410het werk van Dwingelanden, die onder voorwendzel van verbete- 1411ring en ter bereiking van heilzaame oogmerken, hunne onder- 1412daanen martelen, en berooven van dat geene, 't welk de niemand-Ga naar voetnoot1412 1413önderscheidende Natuur hen geschonken heeft, enz. 1414En, ging hij voort, hoe zeer zullen wij ons aan de Tijrannen niet 1415gelijkvormig maaken, wanneer wij de goede gemeente de staartenGa naar voetnoot1415 1416afkappen, en onze eigen staarten behouden! - zal men ons niet 1417met recht beschuldigen van eigenbelang, hoogmoed en overheer- 1418sching? enz. 1419Nog, voegde hij er bij, nog zou men mooglijk tot de afkapping 1420kunnen overgaan, - (ik zeg mooglijk, want het zou altoos onder 1421de Zelfmoord behooren,) - wanneer het Volk zelf daartoe eenige 1422geneigdheid betoonde; - want men plooie het zo men wil, de | |
[pagina 109]
| |
1423staarten zijn de eigendommen, onvervreemdbaare bezittingen der 1424Aapen, en niemand, dan een Despotiek, kan het in 't hoofd krijgen,Ga naar voetnoot1424 1425om zonder toestemming der Eigenaars, hen van hunne agterrechtenGa naar voetnoot1425 1426te ontzetten, enz. 1427De Secretaris, (een Aap in de belangens van Nommer Vijf,) lag,Ga naar voetnoot1427 1428onder deeze aanspraak, zeer bedenklijk de eene poot aan 't voor- 1429hoofd, en met de andere, even als kwaad op zig zelve zijnde,Ga naar voetnoot1429 1430geduurig op den grond kloppende. 1431Telkens opende hij zijn muil, zo dikwerf hij dagt, dat Nommer 1432Een zou ophouden; die, telkens voortgaande, het ongeduld van den 1433Aap Secretaris scheen aan te vuuren. 1434Nommer Een zijn reden met een diepe buiging eindigende, stond 1435de Secretaris op zijn agterste pooten, sterk met zijn staart kwis- 1436pelende; hij haalde een langwerpig vierkant Papier voor den dag; 1437verzogt van den President verlof, om der Vergadering iets te mogen 1438zeggen, en begon daarop aldus:
1439Mijne aapen!
1448De Secretaris reikte met een nederige buiging het Request aan 1449den President over, die daaröp dus sprak. | |
[pagina 110]
| |
1450Mijne Aapen!
1452Wel waarom niet! - zei de goede Nommer Een, met een zijnen 1453aanhang wenkende, - als het tot de zaak betreklijk en het de stem 1454der Aapen zij, dan moeten wij het alvoorens in overweegingGa naar voetnoot1454 1455neemen. 1456Eerst over 't Request delibereeren! riep toen de aanhang van 1457Nommer Een, als uit eenen mond. 1458Zekerlijk eerst over 't Request! schreeuwde Nommer Vijf, - en 1459alle zijne Naarvolgers schreeuwden beneffens hem: zekerlijk eerst 1460over 't Request! 1461o! Wat zult gij bedroogen uitkomen! dagt de eerlijke Nommer 1462Een bij zig zelve. 1463o! Wat zult gij op u neus staan kijken! dagt de looze Nommer 1464Vijf. |
|