Vijf en dertigste hoofdstuk.
Geheimen om te leeren prediken.
Toen ik was, die ik weezen moest, zei mijn nieuwe Vrouw.
Ik heb moeite, om te gelooven, dat gij de Jothamist zijt, zo zeer gelijkt gij naar mijn Man.
Laat ik toch altoos zo veel genade in uw oogen vinden, dat gij mij nooit voor uw eerste Man neemt!
Als gij maar, tegen dat wij naar bed gaan, deeze geestlijke equipage aflegt.
Maar weet gij wel, dat gij van avond prediken moet?
Hoe prediken; - van deezen avond al?
Ja! - en wel de vervolgstof van Abimelech.