Het land der willekeurigen (onder pseudoniem J.A. Schasz)
(1789)–Gerrit Paape– Auteursrechtvrij
[pagina 124]
| |
de schoone
.
Zo als gezegd is.
ik
.
Mij dunkt, dat is wat hard! zouden wij dat vonnis niet wat kunnen verzagten?
de schoone
.
Als hij maar uit de voeten komt is het mij om 't even hoe. Weet gij er iets op?
ik
.
Ik geloof van ja! -
de schoone
.
En wat is dat? -
ik
.
Passeeren hier geen postwagens?
de schoone
.
Heden morgen om vier uuren, rijd er een naar den H... dat is hier vijftig uuren van daan.
ik
.
Zo veel te beter. Wij zullen den Dominé inpakken, en maaken er een present van aan ................ zulke meubels zijn aangenaam aan de Hoven. - Wij kunnen hem een briefje op zijn borst plakken en zetten er op.
prezent exemplaar
.
Dan zijn wij hem met zekerheid kwijt.
de schoone
.
Gij hebt hemelsche invallen, mijn Vriend! kom, aanstonds dit ter uitvoer gebragt. | |
[pagina 125]
| |
Wij gingen daadlijk naar buiten en vonden de pakmande. Ik droeg den Dominé op mijn arm langs het steektrapje tot in het voorhuis.
ik
.
Moet hij geen mantel en bef aan hebben?
de schoone
.
Neen! dat strookt met mijn plan niet.
ik
.
Maar waar aan zullen ze dan kunnen weeten, dat hij een Dominé is?
de schoone
.
Wij zullen hem een briefje om den hals binden, waarop staan zal: dat is een Dominé.
ik
, den Dominé opneemende.
Wilt gij hem niet nog eens kusschen?
de schoone
.
Neen! neen! pak maar in wij hebben geen tijd het is zo aanstonds vier uuren. Wij pakten zijn welëerwaarden zeer geleerden, zo gemaklijk mooglijk was, in de mande, en gaven hem met de postwagen mede. Laat ons nu nog een uurtje of twee uitrusten! zei de schoone, thans mijn Vrouw. |
|