tijtel van het land der willekeurigen, of de verdedigers van Abimelech. Ik vond dit stuk niet slechts belangrijk genoeg om het der waereld mede te deelen; maar, daar mijn Vriend blijkbaar het eigen oogmerk in het ontwerpen van het zelve had, dat ik in het beschrijven mijner Reize door het Aapenland gehad heb, scheen het mij genoegzaam toe ter opheldering van de laatstgenoemde te kunnen dienen: als leerende het volgende boekje hoe weinig 'er in staat is om een gansch Volk de onbegrijplijkste zotheden te doen geloven, - met hoe weinig genoegen de waare Wijsgeer er onder verkeeren kan, en hoe veel er ten allen tijde toe behooren zal, om de Menschen, ook in éénig opzigt, haare waare belangen te doen behartigen. - En nu denke ik zal men immers geen sleutel meer voor het Aapenland begeeren, daar hier geen dieren maar Menschen ten tooneele verschijnen?
Uit mijne schuilplaats, den 13 Junij 1789.
J.A. Schaz, M.D.