Anastasio en de schaal van Richter
(1986)–J.J. Oversteegen– Auteursrechtelijk beschermdJ.J. Oversteegen, Anastasio en de schaal van Richter. HES Uitgevers, Utrecht 1986
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar DBNL
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Anastasio en de schaal van Richter van J.J. Oversteegen uit 1986.
redactionele ingrepen
p. *1: tussen vierkante haken is de kop ‘Lucebert’ toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (*2, 2, 228) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
ANASTASIO EN DE SCHAAL VAN RICHTER
[pagina 3]
J.J. Oversteegen
ANASTASIO EN DE SCHAAL VAN RICHTER
Bespiegelingen over literatuur, filosofie, literaire kritiek en literatuurwetenschap
H&S
HES UITGEVERS, UTRECHT, 1986
[pagina 4]
Kavels 4
Het op het inlegvel afgedrukte gedicht komt uit Lucebert, verzamelde gedichten, Amsterdam (De Bezige Bij), 2 delen, 1974.
Voorzijde omslag: tekening van Lucebert
Achterzijde omslag: Sarah Sabine Rooseboom (echoskopie)
isbn 90 6194 145 8
© 1985 HES Uitgevers bv, Postbus 129, 3500 ac Utrecht
Behoudens uitzondering door de Wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht, c.q. de uitgever van deze uitgave, door de rechthebbende(n) gemachtigd namens hem (hen) op te treden, niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoeding voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17 lid 2, Auteurswet 1912 en in het k.b. van 20 juni 1974 (Stb. 351) ex artikel 16b Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden.
No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
[pagina 5]
Voor Kees Fens
[pagina 6]
Inhoud
voorwoord | 8 |
i kritiek, wetenschap, poëzie | 11 |
Relatie tussen wetenschap, kritiek en literatuur, vanuit de vraag: wat is de aard van de literaire (poëtische) ervaring, en in hoeverre kunnen kritiek en literatuurwetenschap daarover iets zeggen? Onderscheid tussen kritische en wetenschappelijke uitspraken. | |
ii de gang van de lektuur | 33 |
Analyse van het leesproces op grond van materiaal met betrekking tot de reakties van twee lezersgroepen op een gedicht van Lucebert.
Stelling: niet alle lektuur is op koherentie gericht. |
|
iii idiomen en transparanten | 57 |
Niet-literatuurwetenschappelijke theorieën, zoals psychoanalytische, zijn voor de literatuurwetenschap vaak van belang, niet als theorieën (die ‘toegepast’ kunnen worden), maar omdat zij in de teksten zelf in verwerkte vorm kunnen voorkomen. De vele prenatale termen en beelden bij Lucebert verschaffen niet zozeer ‘inzicht in de psyche van de auteur’ als wel aanwijzingen voor zijn taalgebruik. | |
iv de o van uterus | 75 |
Inventarisatie van prenatale aspekten in Luceberts poëzie. | |
v dichters aan de waterkant | 97 |
Onderzoek naar prenatale beelden en woorden bij enkele andere dichters (Nijhoff, Marsman, Hamelink). | |
vi exkursie naar het oerwoud | 126 |
Bespreking van de roman Tropen van de Oostenrijkse auteur Robert Müller, geschreven in de jaren vóór 1915, op het moment dat ‘prenataliteitstheorieën’ in de (Weense) psychoanalyse |
[pagina 7]
vorm gingen aannemen. Bewijs dat ook in deze lange verteltekst ‘prenatale’ termen en voorstellingen voorkomen. | |
balans | 145 |
Hoe liggen de problemen nu? Kan men een poëzie- of, algemener, een literatuurtheorie, opbouwen met psychoanalytische theorieën als fundament? | |
vii herinneringen, fantasieën, konstrukties | 151 |
Bespreking van de status van psychoanalytische theorieën, met nadruk op prenataliteitstheorieën. Stelling: deze gedachtenbouwsels zijn filosofieën en geen empirische theorieën. | |
viii een huis met vele woningen | 189 |
Herneming van de beginvragen. Pleidooi voor een tolerante opvatting van literatuurwetenschappelijke doelstellingen. Naast empirische wetenschap is plaats voor ‘kritiek’ (in de vorm van hermeneutiek) en voor literatuurfilosofie. | |
bijlage i | 219 |
Poëtikale uitspraken met ‘prenatale’ strekking. | |
bijlage ii | 222 |
Robert Müller en Sigmund Freud. | |
literatuuropgave | 224 |