De muzikale vriend der jeugd, of Bevallige zangstukjes voor het opkomend geslacht. Deel 3
(1834)–W. Oudshoff– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
ons reeds hier op aar-de, Voorsmaak van de za-lig
hied. Voorsmaak van de za-lig-heid. Voorsmaals
van ----------- de za-lig-heid.
| |
[pagina 3]
| |
2.Gij doet ons de borst ontgloeijen
Voor de deugd en Godsdienstinin;
En waar 't leed een' traan doet vloeijen,
Stort gij 't hart vertroosting in.
| |
3.Naauw vermaagschapt aan den Hemel,
Waar u d' Engel hulde biedt,
Zijt ge, in 't ondennaansch gewemel,
Bron, waar rust en vreugd uil vliet.
| |
4.Door natuur ons ingeschapen,
Toen Gods liefde ons 't aanzijn gaf,
Doet ge ons vreugdebloemen rapen
Van de wieg tot aan het graf.
|
|