Davids psalmen, nieuwlyx op rym-maat gestelt(1685)–Dirk Rafaelsz. Camphuysen, Joachim Oudaen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Den Cxxxiij. Psalm. 1 AY zie hoe goed en lieff'lijk zich vertonen De Vreed' en rust, daar Broed'ren t'samen wonen; Wier eendracht zulk een kracht verspreyd Van allesins doordringb're lieff'lijkheyd, Als in het Huys, daar ons dien geur gemoet, Den kostelijken Oli doet; 2 Den Oli, die, van dierb're speceryen Gedruppelt, [fol R8v] [fol R8v] dient om Aron in te wij'en; Welk, als z' op 't hoofd gegoten word Zich in den baard, den baard des Priesters, stort, Tot datse langs zijn kleed'ren nederkoom, En daal tot in den laagsten zoom. 3 Gelijk de dauw van Hermons vruchtb're toppen Het Berggewest van Sion kan verkroppen, Met zegening en overvloed, En zulk een stroom der volheyd vloeyen doet: Zoo heeft de Heer alhier in eeuwigheyd Het heyl en 't leven toe gezeyt. Vorige Volgende