Reizen van Puk en Muk. Naar het land van de mensen. Deel 2
(1937)–A.J.F. van Ostaden–
[pagina 129]
| |
![]() | |
[pagina 130]
| |
Luilekkerland, dat heerlijk oord
Dat kinderharten zo bekoort.
Als 't regent, moet je daar pas zijn,
De straten stromen dan vol wijn.
Maar: Oost-West, Thuis best.
Voor thuis geef ik heel de rest.
Gebakken vogels vliegen rond,
Vanzelf maar in je open mond,
Je steekt geen hand of vinger uit
En hebt een leven als 'n guit.
Maar: Oost-West, Thuis best.
Voor thuis geef ik heel de rest.
Het sprookjesland met heerlijk bos,
En zacht tapijt van groene mos,
Waar Roodkap woont en Kleine Duim
En feeën zweven door het ruim.
Maar: Oost-West, Thuis best.
Voor thuis geef ik heel de rest.
Bij Hans en Griet, dat leuke paar,
Is 't prettig ook voorwaar!
Sneeuwwitje en de Assepoes
Dat is ook wel 'n leuke snoes.
Maar: Oost-West, Thuis best.
Voor thuis geef ik heel de rest.
Het bergenland, waar je kunt zien
Het mooist van al misschien!
De toppen vol met sneeuw gegooid
Die morgen niet is weggedooid.
Maar: Oost-West, Thuis best.
Voor thuis geef ik heel de rest.
| |
[pagina 131]
| |
't Is daar 'n eeuw'ge winterpret,
Voor dappere lui 'n flink verzet,
Want op het ganse wereldrond
Is er geen plaatsje zo gezond.
Maar: Oost-West, Thuis best.
Voor thuis geef ik heel de rest.
Het mensenland biedt rijker nog,
Ontspanning voor 'n dapper joch,
Je reist te land, je reist ter zee
En neemt de vreugde met je mee.
Maar: Oost-West, Thuis best.
Voor thuis geef ik heel de rest.
Met vliegmachien en zeppelin.
Je stapt gewoonweg daad'lijk in,
En vliegt naar 't eind der aarde toe.
Geen sikkepitje ben je moe.
Maar: Oost-West, Thuis best.
Voor thuis geef ik heel de rest.
Dus kind'ren, wat j'onthouden moet
Bij al het geen je nog eens doet,
Op aarde is 't nergens knus
Als thuis bij pa en moe en zus.
Daarom: Oost-West, Thuis best.
Voor thuis geef ik heel de rest.
![]() |
|