Tot overwegen voor hereruiters
Vijf vertalingen van Franz Kafka
Tot overwegen voor hereruiters
Niets, wanneer men het bedenkt, kan daartoe verlokken, in een wedren de eerste te willen zijn.
De roem, als de beste ruiter van een land te worden erkend, verheugt bij het losbreken van het orkest te sterk, dan dat de volgende morgen berouw te verhinderen zij.
De nijd van de tegenstrevers, van listige, tamelik invloedrijke lieden moet ons pijn doen in de enge zoom, die wij nu doorrijden naar gene vlakte, die snel voor ons leeg was op enkele, om-één-ronde-geslagene ruiters na, die klein tegen de rand van de horizon aanreden.
Vele onzer vrienden haasten zich de winst op te strijken en slechts over de schouders weg schreeuwen zij van de afgelegen loketten ons hun hoera toe; de beste vrienden echter hebben niet op ons paard gezet, daar zij vreesden, kwam het tot verlies, moesten zij ons boos zijn, nu echter, daar ons paard het eerste was en zij niets hebben gewonnen, keren zij zich om wanneer wij voorbijkomen en overstaren zij liever de tribunen.
De konkurrenten achter ons, vast in de zadel, beproeven het ongeluk te overzien, dat hen getroffen heeft, en het onrecht dat hun werd toegevoegd; zij nemen een fris uiterlik aan, net of nu moest een nieuw rennen beginnen en wel een ernstig na dit kinderspel.
Vele dames schijnt de overwinnaar belachelik, omdat hij zich opblaast en toch niet weet, wat te beginnen met het eeuwige handedrukken, salueren, zich-plooien en in-de-verte-groeten, terwijl de overwonnenen de mond gesloten houden en de halzen van hunne meest hinnikende paarden kloppen.
Ten slotte begint het nog uit de betrokken geworden hemel te regenen.