Sienjaal
In België het tijdschrift van de nieuwe kunst
‘Sienjaal’ zal zijn het orgaan van de construktieve richting in de nieuwe kunst, duidelikheidshalve van het geëmansipeerd kubisme. Een ja geeft een neen. Daaruit volgt:
‘Sienjaal’ bekampt de verwarrende kompromissen: het barokekspressionisme, het kompromis van maniëristies naturalisme, - eenvoudig gekontorsioneerde natuur, - dat reeds als een richting voorbij het kubisme wordt in de wereld gestuurd.
De construktieve richting sluit weer aan bij de traditie, bij de absolute wetten van de kunst; daarom voert deze richting van het klassicisme weg en staat tegenover elke neoklassicistiese poging.
Het klassicisme, het impressionisme en nu weer het pseudo-ekspressionisme verwarren de diverse kunstuitdrukkingen door elke kunst uit haar domein te rukken en met een andere te versmelten. Plastiek werd schilderkunst en schilderkunst plastiek. In de muziek schilderde men landschappen, met of zonder geiten.
Elke kunstuitdrukking is terug te voeren binnen haar domein. De kritiek zegt: een schoon schilderij, zie eens welke plastiek daarin ligt. Daardoor is bedoeld schilderij reeds veroordeeld. In de schilderkunst gelden technies enkel schilderkunstige normen. Zo voor de plastiek, zo voor de andere kunsten. Tevens: in elk domein de laatste mogelikheden uitbaten.
Terugvoeren naar de allernatuurlikste, vanzelfsprekende opvattingen. De tijdelike normen van het Hellenisme bleven in de plastiek geldend, zo niet teoreties, dan ten minste in een zinnelik tot tweede natuur geworden konventie. Konventioneel is, te zeggen: marmer en gips zijn gans bizonder plastiese materiaalmiddelen. Een blikken doos is niet minder plasties dan een marmeren cilinder.
Poëzie is woordkunst. Niet mededeling van emoties. Maar wel de vizie wordt gelokaliseerd door de vorm van het woord. Ook zeker niet mededeling van gedachten. Dichtkunst mededeling van gedachten! Waarom niet: dichtkunst een berijmde moraalkodeks! Een timmerman moet een goede tafel maken. Niet een zedelike tafel, niet een... ethiese tafel. Zo de dichter. Het in de zin van de dichtkunst goede gedicht alléen geeft de dichter eksistensrechtvaardiging. Ethies is de dichter niet door het thema, maar enkel door zijn standpunt tegenover de fenomenaliteit. Ethiek ligt in het streven van elk kunstenaar: streven naar ontindividualisering.
Gedrukte poëzie is gedrukte woordkunst. Zo zijn de mogelikheden van de druk in verband met de woordkunst tot het laatste uit te baten. Ziehier: het klimmen en stijgen van de regels, magere en zware letters, de kaskaden van de vallende woorden over het blad, zelfs verscheidene lettertypen: zoveel middelen die typografies het ritme van het gesproken woord suggestief zullen weergeven. Bruggen van dichter naar lezer.
De kunstkritiek balanseert in het algemeen tussen de uitersten van konventioneel onderzoek en van lyriese autopsychologie. Kritiek is inwijding. En niet een biecht van de kritieker. De kritiek heeft slechts op twee vragen te antwoorden. De vraag naar het vi-