Gedichten(1935)–Paul van Ostaijen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 128] [p. 128] Onbewuste avond Van 't lauwe kroes doorgeurd ligt om de vijver loom de lucht Op de vondel staat een late zwaan Zo eenzaam is niet éen van ons en roerloos Niet éen van ons laait zo hartstochtelijk een vlam zich toewaarts als dees' rode beuk Van 't gipsen beeld dat thans in de schaduw staat - alleen een gipsen garve gaart schuine scherven nog van 't schaarse licht - valt een kleine rust maar op het jonge paar dat gaat voorbij mij dinggesloten en vervreemd Zo nu de kiezel niet kraakte onder mijn treden was ik zonder verleden in de kom van deze stilte gegleden Vorige Volgende