voornemen helemaal akkoord en, als je het dus wil, kan je het pourparler met Stols reeds beginnen. Evenwel, let er op dat ik eerst de kopij (gedrukt in een tijdschrift) kan bezorgen, rond 25 Januarie, datum van mijn terugkeer te Antwerpen. Overigens dat is nauweliks twee maanden, Stols zal ook niet zo onmiddellik kunnen.
Ook voor wat je voorstel ‘Duitse letteren’ in de ‘Gulden Winckel’ betreft, ben ik te vinden, te meer daar ik op die wijze Nico Rost gedeeltelik onschadelik kan maken. Je kunt Greshoff dus vertellen dat ik lang in Duitsland was, dat ik ‘de man’ ben, enz. Toon je welsprekend, vriend!
Dat niemand minder dan Stols over je schrijven gaat, vind ik gladweg verbazend! Stols! hij die alleen over Valery en Rilke schrijft! Zo meteen wordt je één van de sterren bij ‘de witte Mier’. Een schitterende carrière ligt nu voor je open.
Wat de dingen in de famielie betreft en je mening aangaande Gide en Lafcadio, sta mij toe er op te wijzen dat ook Jules Renard zijn mening in deze heeft te kennen gegeven, door zijn held, Poil de Carotte, te doen uitroepen: ‘hélas, tout le monde ne peut pas être orphelin.’ - Wat mij betreft, ik heb in deze niet te klagen en, buiten veel grillen, is mijn ouwe heer geen in-de-weg-loper. Ik hoop dat jij ook een gelukkig modus vivendi mag vinden.
Voor de volharding met dewelke je mij lektuur bezorgt, - en waarachtig een lektuur die mij genoegen doet - mijn beste dank, nogmaals en nogmaals. ‘Dr Jekyll en de Heer Hijde’ heb ik niet gelezen, ik ken het slechts in zijn verband met twee