‘Als de konijntjes nu maar op het juiste oogenblik te voorschijn springen,’ zegt Tji, ‘want anders weet ik niet wat ik doen moet.’
‘Daar zal ik wel voor zorgen,’ zegt Mevrouw van Dam; ‘het zal nog moeite kosten ze zoo lang zoet te houden; de krekel moet mij helpen, wil je mij helpen Willy?’
‘Zeker Mevrouw, ze mogen zoo lang met mijn cri-cri spelen.’
Eindelijk komen ze op den Rouwenberg; de voerman heeft de koffers op een verscholen plek gebracht, en nu haasten de dames zich, al de pakjes uit te zoeken en er worden overal kleedkamers tusschen de struiken gezocht.
‘Als nu Oom Frits eens hier kwam,’ zegt Henk, die met al de jongens rechtsaf is gegaan en bezig is zijn keverpak aan te trekken.
‘Oom Stevens komt met Oom Frits van den anderen kant en de andere dames en heeren zullen hem boven op den Rouwenberg aan den praat houden, totdat Corrie er te voorschijn komt,’ zegt Jaap.
‘Wij hebben het wel gemakkelijk, als stomme