Hasselts maagden-rijm. Bestaande in geestelijke meditatien, etc.
(1677)–Christina van Os–
[pagina 159]
| |
Stem. Gy die na Christi naam etc.1.
ME-Vrouw het is genoeg, veeg af die silte tranen,
U droefheit is my leet, ik koom' die af te manen,
Vergeet het droev' gequijn dat 't lichaam hier stort uit,
En denkt op d' Edel ziel die nu is Christi bruit.
2.
Doe ik de laatste reis de eer had aan te spreken
U lieve Kloostertjen, vernam ik eerst doods teken,
Maar leven in de ziel, 't was lust by haar te zijn,
So lustig na den geest, hoewel vol lichaams pijn.
3.
Men vond haar in 't gebed geduirig en aandagtig,
Vol sugt tot haren God, in swakheit wonder kragtig,
Dan was 't mijn troost, mijn heil, dan weer mijn sterkt, mijn kragt,
Mijn eenig toeverlaat waar op mijn ziele wagt.
4.
Mijn Schepper, schept in my een rein en suiver herte,
| |
[pagina 160]
| |
Geeft my een nieuwen geest, verligt dog eens mijn smerte,
Terwijl de heil' ge Tolk voor bad by d' Opper-heer,
Sy sugte sugt op sugt en sloeg haar oogen teer,
5.
Na 's Hemels hoog vertrek, daar Jesus haar beminden,
Haar bloedvrind die haar kogt, haar salig sou verbinden,
Den Hemel deed sig op, de Eng'len stonden om,
En juigten met geschal voor 't Lam, den Bruidegom.
6.
Me-Vrouw, ei zijt getroost, soud gy nog tranen gieten,
Daar Jesus d' haar afdroogt en doet haar vreugd genieten?
U hert met rouw bedekt, bekleed met enkel swart,
Zy in het wit geçiert, vergeet u rouw en smart.
7.
Gy schreit, sy looft nu God met Halleluja singen,
Sy wagt haar Jesus op, dien d' Engelen omringen,
S' is nu met glans gekroont, roept juichend overluid,
Mijn Bruidegom is mijn, ik ben mijns Heeren Bruid.
|
|