Hasselts maagden-rijm. Bestaande in geestelijke meditatien, etc.
(1677)–Christina van Os–
[Folio *8r]
| |
Wiens Rijm-kunst u vereert de Naam van Zangeresse,
Om dat u Hemels-neur zo blijde tonen slaat.
Zinvloejende Natuur, wiens Herssenspiers Cibori
In Hasselts Maagden-Rijm zoetzwijrend heeft gewrogt,
En vat een gulde trant van Goddelijke glori;
Welk geestig reukwerk hier ten Offer word gebrogt.
Hier 's Balzem Gileads voor geestelijke kranken,
Welk zijn met zond begait van d' hooftscheel tot de zool:
De geest die vuirvonkt hier met Goddelijke spranken,
Haar tonge schijnt geroert van 's Hemels Altaar-kool.
CHRISTINA dist hier op een Saus vol lekkernye
Voor monden tot de proef van delicate Spijs',
Doorspect met Nardus-geur en Hemels Spezerye:
Heb dank volzouten Brein voor dit u gunstbewijs.
Doorslepen Zangerin, vergeeftme dat ik heden
Zo seer veslingert werd, niet door u preutze vagt,
| |
[Folio *8v]
| |
(Die u niet aârs vertoont dan Zoogmoêr van de Zeden)
Maar op u Veder-Stroom uit uwe vlugge Schagt.
Den grijns der Sik-godin zal noit u Naam verbrijs'len,
Die Klotoniste reex staat al bedwelmt en sust,
Om datz' u sien CHRISTYN aan Ster-Gordijn opvijs'len
Door Hasselts Maagden-Rijm, het schetz van u vernuft.
Elk spoor' dan CHRISTI-NA, en vlegt zijn stramme geesten
SO nav AN-CHRISTI znoer, ('t geen' komt u Ziel te stâ,
Wanneer dien El-schaddai en 't Lam sal eeuwig Feesten)
En gy in 't Hemels Hof zult volgen CHRISTI-NA.
Rein-zanglust-herten die begerig zijt te Psalmen,
Loeî mê als dese OS, die haar verheven Stem
(In schâuw van NEDERBOSCH al weidend') komt uitgalmen;
Zo krijgt gy mê een Ga naar voetnoot*Veêr van 't Nieuw-Jerusalem.
In Ramp-en Druk,, Is mijn geluk. } H. RAMPEN, Typogr. |
|