Hasselts maagden-rijm. Bestaande in geestelijke meditatien, etc.(1677)–Christina van Os– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aanspraak van Johannes Nederbosch, Predikant tot Genemuiden, Aan sijn waarde Huisvrouw, Juffr. Christina van Os, over haar Maagden-Rijm. 'T Is lang geleen, dat ik eerst quam te lesen, Slegts maar ter loop, u Versjens noit volpresen; Ik stond verbaast, verwondert dies te meer, Dat 'k mans verstand sag in een Juffer teer. 'k Vernam so haast, hoe veel u zy gegeven Van 's Heeren Geest, als die daar in gaat zweven, [Folio *5v] [fol. *5v] Vry verder dan kan leiden eenig oog, Ja hoger dan ook reiken d' Hemels boog. Ik hield met regt u 't puik van alle vrouwen, En roemde selfs die met u soude trouwen: Maar dagt doe niet, dat ik juist waar die man, Die dat geluk nog eens sou treffen an. Dan God, die 't al komt wijsselijk te schikken Na sijnen raad, ook buiten 's menzen mikken, Heeft ons op 't laatst in Egt te saâm gepaart, Waar door wy zijn op 't aldersoetst vergaart. Aldus dan ook u Versjens weer doorsiende, En overleit 't geen aan te merken diende; Mijn oordeel was, sy moesten niet alleen Voor ons zijn, maar door Druk aan elk gemeen. Komt, Maagden-Rei, ei! laat u niet vervelen Dees Maagden-Rijm, maar wilt somwijlen quelen Met haar een Vers tot stigting uwer ziel; Want, houd het vast, niets Gode meer geviel. J. Nederbosch. Vorige Volgende