Ons eerste boek
(ca. 1880-1890)–W.F. Oostveen– Auteursrechtvrijplaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert
[pagina t.o. 2]
| |
[pagina 2]
| |
Het schaap ligt op het gras; de koe staat er dicht bij. Welk beest staat met zijn kop naar ons toe?
De boer werkt met zijn spa in den grond; dat is zwaar werk! hij zweet er van.
Wat heeft dat kind op de hand? Pas maar op! straks vliegt hij nog weg.
Jan leest in een boek; pa staat er bij en hoort er naar; moe zit op een stoel en hoort ook. Toos staat bij moe, aan haar schoot.
De hond staat bij zijn hok; hij hoort iets, maar weet niet wat.
Snoept poes van de melk?
De man rijdt op het ijs.
De knecht voert het zwijn met draf. | |
[pagina t.o. 3]
| |
recht
krom dik dun groot klein lang kort blij norsch oud jong breed smal vier-kant rond nauw wijd |
|