Haerlemsche Somer-Bloempjes tweede offer, Aen de Vreught-lievende Nymphjes
(1646)–Guillaume Abrahams Ooijevaer– AuteursrechtvrijToon: Si tanto Gratioza.O Wereld! schoon voor ogen,
Hoe listig zijt gy om mijn ziel te vangen?
Ik word door u bedrogen,
Gy steld een Net gestadig in mijn gangen,
En zoekt, met lust,
My tot onrust
Te brengen, door liefkozen:
V ydel schijnen // moet t'eenemaal verdwijnen
Als de Roozen.
| |
[pagina 227]
| |
2 Ik wil uw', 'node Wereld,
Af znijden, en gesamentlijck verlaten:
Al schijntge schoon bepeereld,
'T is enkkel rook, wel waardig om te haten:
Ik neem mijn keer
Tot Godt de Heer,
En vlie de aardse zotheid,
En zmeeck, begeerig,
Maakt my van 't quaad afkeerig,
Hooge Godheid!
3 Vermaak en regte vreugde
Word opgedischt, voor die de Wereld zmaden,
En die in eer en deugde,
Haar gangen richten, na zijn wisse paden:
Die niet bezwijkt,
Nogt' ommekijkt
Na 't afterruglings branden:
Die geeft zen leeven,
En wat hy heeft te geeven
In Gods Handen.
Om te rusten. W.F. Dogter. |
|