Dienstverlening
De dag begint met het grote verlangen, zo hevig weer, dat het lichamelijk wordt, moe, koud en zoekerig maakt en pijn doet zelfs. De aandoening lijkt op het syndroom van Emma Bovary, en het is toch anders. Het verlangen is door de tijd gewoner geworden. Het sleept me mee in een niemandsland van somber gepeins en moedeloosheid, soms van frivole fantasie en tomeloze twijfel. Wat zou het heerlijk zijn als het kon; die lome warmte, die troostrijke geuren, de vochtigheid.
Zal ik bellen of me beheersen en wachten tot de avond, of beter nog tot morgen. Dan is het misschien allemaal weer anders en is de behoefte verdrongen.
Ik ken het telefoonnummer uit mijn hoofd, van achteren naar voren, speel met de cijfercombinaties; het nummer gaat een eigen leven leiden. De nood is niet meer te beteugelen.
Ik loop naar de telefoon en draai 67..., en leg de hoorn neer. Wat heeft dat gebel me te bieden dan een loze belofte. Ik kan het me toch niet veroorloven. Ik weet wat ik nu heb, dat evenwicht, waarom zou ik dat, zelfs maar tijdelijk, verlaten en onrust en ongerustheid veroorzaken. Al was het alleen maar de verantwoording die ik moest afleggen. ‘Waarom moet dat nou, van waar die behoefte?’ In wezen ben ik trouw, toegewijd en evenwichtig. Verleidingen ga ik uit de weg. Maar heimwee kan ik niet weerstaan. Ik draai het nummer 6747747, langzaam en herhaal de zin die ik straks weer zal zeggen, net als al die andere vorige keren, toen ik contact zocht.
De telefoon wordt direct opgenomen. ‘klm-reserverin-