| |
Appendix X
Indonesia en de wereld
Inleiding
In mijn eerste analyse van 20 januari 1962 over de verhouding Nederland-Indonesia, kwam ik tot de volgende conclusie:
‘Het moet van uitermate groot belang worden geacht, dat Nederland en Indonesia op korte termijn tot overeenstemming komen over Nieuw Guinea. Voor Nederland is dit een nationaal belang om de volgende redenen:
1. | De goodwill van Nederland, speciaal het Nederlands product in Asia en Africa, ondervindt schade van het Nieuw Guinea conflict. |
2. | De kwestie Nieuw Guinea vertroebelt de binnenlandse verhoudingen in Nederland en wordt door een kleine behoudende minderheid gebruikt om ook op andere gebieden de ontwikkeling te remmen. |
3. | De regering zal ongeveer f. 300.000.000,- besparen na overdracht van Nieuw Guinea. |
4. | Zelfs indien het huidige wantrouwen jegens Indonesia blijft bestaan, zodat er van investeringen in Indonesia geen sprake zal zijn, dan nog zal de practisch stil liggende handel weer op gang komen. |
5. | Indien op de juiste manier gebruikt, zal de normalisatie van de betrekkingen tussen Nederland en Indonesia in Africa en Asia onze goodwill verhogen. |
| |
| |
6. | De ontegenzeggelijk bij onze bondgenoten aanwezige wrevel, zal worden weggenomen. |
Voor het westen is dit van belang om de volgende redenen:
a. | Het door het communisme steeds gebruikte argument tegen het Westen, nl. het kolonialisme, zal wederom een gedeelte van haar basis zien afbrokkelen. |
b. | Australia zal uit puur belang haar gemeenschappelijke grens met Indonesia militair gaan versterken en door haar veiligheidspact met de u.s.a., Indonesia van verdere territoriale eisen kunnen weerhouden. |
c. | De Indonesische communisten wordt het gras voor de voeten weggemaaid, zodat pro-Westerse krachten in Indonesia de kans zullen krijgen hun macht en invloed te verhogen. |
d. | Het Westen kan Indonesia helpen economisch weer op de been te komen, zonder dat het interne moeilijkheden in het Westerse kamp veroorzaakt. |
Ik meen dus te mogen stellen, dat een overdracht van het Bestuur van Nieuw Guinea aan Indonesia, b.v. de eerste vijf jaar onder toezicht van de u.n.o., teneinde te zorgen dat de zelfbeschikking binnen het raam der Republik Indonesia ook werkelijk gerealiseerd wordt, de enige juiste oplossing van het geschil kan inhouden.’
Het is algemeen bekend, dat uit de bovengenoemde anlyse het plan Bunker is voortgekomen. Na urenlange besprekingen met de Attorney General, later in het bijzijn van de heer Bunker en in overleg met vertegenwoordigers van de Indonesische strijdkrachten, kwam op 16 februari 1962 het ontwerp-plan Bunker gereed.
Hoewel de Ned. Minister van Buitenlandse Zaken, Mr. Luns, persoonlijk op 22 februari 1962 een afschrift van het ontwerp-plan werd overhandigd, kwam eerst maanden later, toen het Bunkerplan reeds door de ontwikkelingen was achterhaald, de aanvaarding door Nederland.
De heer Luns, die jarenlang zulk een ‘flink’ standpunt in het geschil met Indonesia innam, veranderde in een uur geheel van standpunt en wenste nu niet keihard te onderhandelen, maar liet zich als een koe naar de slachtbank leiden. Immers de Nederlandse onderhandelaar, Dr. van Royen, kreeg instructie op geen enkele wijze de Nederlandse financieel-economische belangen te berde te brengen.
Zelfs toen Ambassadeur Malik op mijn verzoek tijdens de onderhandelingen de financieel-economische kwesties tersprake bracht, kreeg Dr. van Royen instructie uit Den Haag. daar niet op in te gaan, ja, zelfs werd Dr. van Royen gedwongen millioenen dollars steun voor de ontwikkeling van Nieuw Guinea aan te bieden. Geen woord mocht er gerept worden over de betaling van Rijksbezittingen in Nieuw Guinea.
Het was Mr. Luns bekend, dat Indonesia bereid was in het bereikte accoord het volgende op te nemen:
a. | Onmiddellijk herstel van de diplomatieke betrekkingen. |
b. | Het zenden van een delegatie van het Indonesische bedrijfsleven naar Nederland, teneinde met het Nederlandse bedrijfsleven tot overeenstemming te komen over de genationaliseerde, resp. onder beheer gestelde Nederlandse ondernemingen. |
c. | Met de Nederlandse regering besprekingen te beginnen over te betalen vergoeding aan Nederlandse staatsburgers, die onroerend bezit hadden in Indonesia. |
d. | De onmiddellijke betaling van de achterstallige termijnen van leningen en de hervatting van de betaling van overeengekomen rente en aflossingstermijnen. |
e. | Het zenden van een delegatie uit de Nederlandse Lucht- en Scheepvaartwereld naar Indonesia, teneinde tot een overeenkomst te komen betreffende het zee- en luchtverkeer tussen beide landen, benevens het verlenen van assistentie bij de opbouw van het interinsulaire verkeer. |
Dit Indonesische streven had de steun van de Amerikaanse regering, daar dit betekende, dat het New Yorkse accoord een algemeen verzoeningsaccoord tussen Nederland en Indonesia zou worden, hetgeen vooral zeer belangrijk zou zijn voor de tot standkoming van het grootscheepse, op stapel staande, ontwikkelingsplan voor Indonesia van het Westen. Ik acht het bekend bij de lezer, dat dit Indonesische voornemen en de U.S.-backing daarvan voor een belangrijk deel mijn werk is geweest.
Wij hadden echter buiten Mr. Luns gerekend, want hij weigerde dit te aanvaarden.
Dr. van Royen was door een indiscretie van een topambtenaar van het State Department in een gesprek met Mr. Luns in een zeer moeilijke positie terechtgekomen en was machteloos door een discreet chantagespelletje van Mr. Luns.
Voor de goede orde wijs ik er nog op, dat Indonesia reeds in 1961, zowel aan Mr. Luns persoonlijk, als aan andere Nederlandse en u.s.-functionarissen, had doen weten dat zij een ‘overall’ agreement met Nederland prefereerde.
Het standpunt van de Nederlandse regering, dat zij geen ‘overall’ agreement wenste en haar grote activiteit bij haar bondgenoten om Indonesia geen militaire, economische of financiële hulp te verlenen, had tot gevolg, dat de behoefte aan bovengenoemde hulp door het Westen slechts voor een klein gedeelte kon worden verleend, zodat Indonesia niets anders overbleef dan zich tot de u.s.s.r. te wenden.
De steeds toenemende Russische hulp had tot gevolg, dat de u.s.s.r., toen het conflict tussen Nederland en Indonesia haar hoogtepunt bereikte tijdens de jaarwisseling en Indonesia langzamerhand volkomen afhankelijk was geworden van de hulp uit Moscow, de u.s.s.r. ook in de binnenlandse verhoudingen van Indonesia een belangrijke factor werd. Op dat moment koos Moscow partij en zette al haar kaarten op Dr. Subandrio en liet hem enige maanden later, in ruil voor haar backing, het bekende Moscow treaty tekenen.
| |
De interne verhoudingen in Indonesia
A. President Sukarno
De wereld heeft in 1945 het nationaal socialisme vernietigd - hetgeen men in elk geschiedenisboekje kan lezen - maar is dit wel zo?
Wij hebben een bloedige oorlog gevoerd en het Duitse nationaal socialisme op de knieën gebracht, maar het nationaal socialisme bloeit in de gehele wereld als nooit te voren. Krutschev is bezig een socialistisch Oost-Europa op te bouwen onder het Herrenvolk der Russen.
Nkrumah poogt hetzelfde te doen onder God Nkrumah. In Zuid-Amerika vinden wij eveneens deze tendens en Sukarno ziet een Zuid-Oost Asia geleid door het Indonesische Herrenvolk onder de grote Bung Karno.
Al deze ‘Führer’ verschillen in éen opzicht met Hitler, nl. zij durven de uiterste consequentie van hun streven, nl. oorlog, niet te aanvaarden.
Zij behoeven die ook niet te aanvaarden, tenminste de
| |
| |
eerste jaren niet, omdat zij de u.n.o. hebben, die gebruikt kan worden om werkelijke oorlog te voorkomen. In de u.s.a. vindt men deze nationaal-socialistische tendens niet, om de eenvoudige reden, dat nationaal socialisme slechts kan bestaan, of misschien beter gezegd, zich slechts kan ontwikkelen, indien de ontwikkeling van een dictator mogelijk is en dat is onmogelijk in de structuur der u.s.a.
In Asia en Africa pogen dictators als Sukarno, Nkrumah, Nasser etc. de voor hun ambitieuze plannen benodigde militaire en economische macht te verkrijgen door middel van een handig gebruik maken van de koude oorlog tussen Washington en Moscow.
Indien men van een strijd tussen verschillende ideologieën kan spreken, dan is er geen strijd tussen kapitalisme en communisme, want kapitalisme en communisme bestaat niet meer, doch een strijd tussen de democratie en het nationaal socialisme.
Dat het Westen, dat de democratie poogt te realiseren, over de gehele wereld wordt teruggedrongen is slechts te danken aan het verkeerde uitgangspunt der strategie van het Westen, nl. de strijd tegen het Communisme, dat niet meer bestaat.
Het is dit verkeerde uitgangspunt, dat de oorzaak is van het feit, dat het Westen geen enkele invloed van enige betekenis heeft in Indonesia en ook de oorzaak zal zijn van het feit, dat Indonesia in Zuid-Oost Asia haar drang naar expansie, naar uitbreiding van grondgebied, rustig zal voortzetten.
Zoals in Nazi Duitsland Hitler de motor was van het Nazi-imperialisme, zo is het in Indonesia Sukarno.
Zoals zo vaak, is Sukarno het produkt van zijn verleden. De zoon van een Balinese moeder en een Indo-Europese vader, die het kind niet wilde erkennen, doch hem wel financieel steunde bij zijn latere studie.
Een man, die in zijn studiejaren zijn haat tegen zijn vader kon uitleven door haat tegen Nederland. Een man, die bij zijn mede-studenten bekend stond om zijn ongebreidelde eerzucht, zijn fysieke lafheid en zijn egoïsme. Een man, die een Sundanese, veel oudere vrouw trouwde die wat geld had, hem onderhield, hem door dik en dun tot in de gevangenissen steunde en als loon, toen hij door de Japanse bezetter op een hoge positie werd gezet, werd verlaten. Een man, die met het pistool in de rug moest worden gedwongen de Indonesische onafhankelijkheid te proclameren, uit angst voor de Japanners enz., enz.
Aan de andere kant een man met een scherp inzicht in de binnenlandse verhoudingen, een man, die precies weet hoe hij zijn onderdanen moet aanpakken, zowel als persoon alsook als groep, een uitstekend redenaar met een scherp verstand.
Het noodlot van Sukarno is, dat hij vaak het sentiment het verstand laat overheersen en hij als geboren politicus noch enige interesse noch enig inzicht in economische problemen heeft. Voor hem is Sukarno Indonesia en Indonesia Sukarno en in de praktijk komt het daarop neer.
Hoe is zijn positie in het huidige Indonesia?
In de jaren 53/54 nam de oppositie tegen Sukarno in Indonesia toe. Langzaam maar zeker ontwikkelde zich een sterk front tegen hem onder leiding van het leger; de openlijke kritiek nam toe en zijn positie wankelde. Ook op zijn eigen partij, de p.n.i., begon hij zijn greep te verliezen.
Sukarno begreep, dat hij slechts aan de macht kon blijven, indien er twee groeperingen bestonden van ongeveer gelijke kracht, waartussen hij kon laveren. De enige groepering, die met zijn steun op korte termijn van ongeveer gelijke kracht zou kunnen worden als het leger, waren de communisten, die op dat moment volledig op de achtergrond waren gebleven. Met Sukarno's hulp waren de communisten in enkele jaren een macht geworden, die die van het leger in evenwicht hield. Op dit evenwicht bouwde Sukarno zijn bijna onaantastbare machtspositie in Indonesia.
Het laatste jaar echter, in het kader van de strijd om Nieuw Guinea, maakte hij een kardinale fout.
Dr. Subandrio, een man verteerd door eerzucht en zonder scrupules, was in de ogen van Sukarno zijn meest trouwe lakei. Van hem was geen enkel gevaar te duchten.
Noch het leger, noch de communisten moesten de eer krijgen ervoor te hebben gezorgd, dat Indonesia Nieuw Guinea in handen kreeg. Dat moesten Sukarno en zijn lakei Subandrio zijn.
Subandrio echter zag zijn kans. Voorzichtig begon hij Sukarno in te kapselen met zijn eigen mensen en werd zelf zijn voornaamste adviseur. Hij wist Sukarno praktisch geheel te isoleren, zowel van het leger als van de communisten.
Bij elk gesprek dat Sukarno met wie dan ook houdt, is steeds een man van Subandrio aanwezig.
Sukarno door en door kennende, voerde of weerhield hij Sukarno die inlichtingen, die nodig waren om Sukarno te laten komen tot die beslissing die hij wenste. Hij is het, die in Indonesia als de man wordt gezien die de Nieuw Guinea zaak heeft opgelost en niet Sukarno. Het gevolg is, dat de Nieuw Guinea zaak Sukarno geen triomf heeft gebracht, maar zijn positie heeft verzwakt. Immers de balans tussen communisten en leger is verbroken, daar er een nieuwe macht is ontstaan, nl. die van Subandrio.
De dictatoriale macht van Sukarno begint te wankelen of wordt in ieder geval bedreigd. Sinds enkele weken realiseert Sukarno zich dat. Op korte termijn zal zich een interne strijd gaan ontwikkelen, waarbij Sukarno zich of zal inzetten om zijn huidige dictatoriale positie te behouden c.q. te versterken, of zich zal terugtrekken in een positie van de ‘ailing’ vader des vaderlands, de Churchill van Indonesia.
In het eerste geval bestaat het gevaar, dat hij door het creëren van een nieuwe buitenlandse provocatie in b.v. Portugees Timor, Brits Noord-Borneo, Australisch Nieuw Guinea etc. Subandrio zal pogen te vernietigen. Hierop kom ik later terug.
In het tweede geval zal er een strijd ontbranden om de macht tussen de op Peking georiënteerde communistenleider Aidit, de nauw aan Moscow verbonden Subandrio en de Westers georiënteerde legerchef Jani Ook hier kom ik later op terug.
| |
B. Subandrio
Subandrio is het type van de koude politieke schaakspeler, die slechts een ding zoekt, nl. macht. Sentimenten spelen bij deze zeer intelligente man geen enkele rol, noch heeft hij enige scrupules. Hij heeft moed en doorzettingsvermogen en laat zich niet van zijn plannen afbrengen. Hij is er in geslaagd lang te wachten en op het juiste moment zijn kans te grijpen.
Terwijl Indonesia onder Sukarno de kans loopt een tweede Cuba te worden, zal dat onder Subandrio nooit gebeuren.
Subandrio draait er zijn hand niet voor om, morgenvroeg alle Russen het land uit te zetten en te weigeren
| |
| |
ook maar éen cent te betalen of enig agreement na te komen.
Subandrio realiseerde zich, dat om Nieuw Guinea uit de handen van Nederland te krijgen, militaire macht nodig was. Hij realiseerde zich, dat hij nooit voldoende hulp uit het Westen kon krijgen, dus wendde hij zich tot Moscow.
Daarvoor was hij immers in een ideale positie.
De Indonesische communisten waren vervreemd van Moscow en sterk georiënteerd op Peking. Moscow zag dit met lede ogen aan en zocht een mogelijkheid in Indonesia een vinger in de pap te krijgen. Subandrio kwam als van God gezonden.
Tijdens zijn bezoek aan Moscow begin 1961, was ook de Nederlandse communistenleider, Paul de Groot aanwezig, die kwam verklaren dat Subandrio in de Tweede Wereldoorlog in Nederland zich in de communistische illegaliteit als een goed communist had gedragen. Mede door Subandrio ging de u.s.s.r. Indonesia militair helpen. Het éen leidde tot het ander en begin 1962 parafeerde Subandrio het bekende Moscow treaty, hetwelk in feite Indonesia zeer sterk bond aan de u.s.s.r., zowel militair als politiek en economisch. Subandrio interesseert het niet, welke functie hij heeft, het interesseert hem alleen maar de werkelijke macht geheel in handen te krijgen.
Hij weet, dat hij de persoon niet is om Sukarno op te volgen, omdat hij alle elan mist, die Sukarno de volksmenner gemaakt heeft, die hij is.
Daarom is Sukarno's positie als de ‘ailing’ vader des vaderlands als President met hemzelf daarachter als de werkelijke sterke man, de ideale positie en dat is dan ook waar hij naar streeft. Zijn kansen liggen niet ongunstig. Deze zijn namelijk geheel afhankelijk van wat het Westen gaat doen.
Het is Subandrio bekend, dat er op het ogenblik plannen worden opgesteld voor grootscheepse hulpverlening van het Westen aan Indonesia, waarbij de gedachten uitgaan van een gezamenlijk u.s./West-Europese inspanning.
De plannen betreffen zowel een economisch als een militair hulpprogramma. Zijn doel is uiteraard deze plannen uitgevoerd te krijgen, een streven waar Moscow het mee eens is. Hierop kom ik later terug.
Het enige gevaar wat hem dreigt is de openbaarheid van het eerder genoemde Moscow treaty, dat in de eerste plaats Sukarno en het leger de ogen zou openen, maar ook de communisten van Aidit. In dat geval zou Subandrio een gesloten front tegenover zich krijgen en zou het snel met hem gedaan kunnen zijn.
Het is Subandrio gelukt President Kennedy, Dean Rusk en Maxwell Taylor ervan te overtuigen, dat zijn Moscow treaty slechts een tactische manoeuvre was in het kader van de strijd om Nieuw Guinea en dat, nu deze kwestie is opgelost, Indonesia verlangend staat uit te kijken naar nauwe banden met het haar zo innig verbonden Westen.
Bob Kennedy, McCone, McGhee denken er anders over, maar kunnen President Kennedy's mening (nog) niet veranderen. Openbaarmaking van het Moscow treaty zou tevens tot gevolg hebben, dat het Westen niets zou voelen voor een grootscheepse hulpverlening.
| |
C. De communisten
De Indonesische communistische partij (p.k.i.) heeft een merkwaardige ontwikkeling doorgemaakt. Voor de Tweede Wereldoorlog was zij in feite niets anders dan een afdeling van de Ned. Communistische partij. Het was bovendien de p.k.i. die de eerste werkelijk nationale opstand tegen het Nederlandse bewind organiseerde in 1926.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren het de communisten, tezamen met de socialisten, die een illegale verzetsorganisatie opbouwden tegen de Japanners, terwijl alle andere z.g. nationalistische groeperingen met de Japanse bezetter collaboreerden.
Het waren communisten of linkse socialisten, die de onafhankelijkheidsproclamatie van 1945 forceerden. Aan de andere kant waren het ook communisten, die de staatsgreep, de z.g. Madiun rebellion in 1948 organiseerden.
Het was in de jaren na deze opstand, dat de basis gelegd werd voor de huidige p.k.i. Het was de opdracht van Moscow om de 1948 rebellion op te zetten, die het vertrouwen van de jonge Indonesische communisten in Moscow ondermijnde.
De jonge communisten waren van oordeel, dat een opstand op dat moment een verraad was van de Indonesische revolutie en het Marxisme Leninisme. Zij verweten de oude leiders als Alimin, Muso, Sakirman c.s., dat zij, terwijl zij wisten dat de opstand de vernietiging van de communistische partij zou betekenen, toch de orders uit Moscow hadden uitgevoerd. Bovendien voerden zij aan, dat de leiding in Moscow het inzicht in de Indonesische verhoudingen misten, dat nodig was om de communisten in Indonesia succesvol te leiden. De Mediun rebellion dwong de p.k.i. ondergronds te gaan. De interne strijd om de macht werd gewonnen door de jonge garde, aangevoerd door Aidit, Supeno en Lukman c.s. Zij begonnen met de partij-opbouw volgens de ideëen van Mao Che Tung en met hulp van de Chinese Communistische partij, waaruit de huidige nauwe banden tussen de beide partijen zijn gegroeid.
De p.k.i. is er in geslaagd de meest efficiënte organisatie op te bouwen, die Indonesia ooit gekend heeft, zowel in politiek als militair opzicht.
Zij is bovendien bezig met het opbouwen van een apparaat, dat zonodig de gehele Indonesische economie kan overnemen zonder schokken.
Kortom de p.k.i. beschikt over een bijna compleet schaduw overheidsapparaat.
De nauwe band tussen Moscow en Subandrio heeft echter de p.k.i. in een moeilijke positie gebracht. Zij kan moeilijk de Russische hulp aan Indonesia aan gaan vallen, zonder het conflict Moscow Peking in haar geheel in discussie te brengen en dat laatste is nu eenmaal taboe in de communistische wereld.
De p.k.i. is dus nu gedwongen een afwachtende houding aan te nemen, hetgeen Subandrio in zijn plannen heeft gecalculeerd. De p.k.i. wacht op het juiste moment en zij kan lang wachten zoals het verleden heeft aangetoond.
| |
D. De strijdkrachten
De Indonesische strijdkrachten zijn voortgekomen uit zowel gewapende onderdelen der politieke partijen als uit gewapende strijdgroepen uit de vrijheidsstrijd. In de jaren '47 opereerden alle strijdgroepen afzonderlijk, zowel wat acties als bewapening als bevoorrading betreft in los verband gecoördineerd door de z.g. Tentara Keamanan Rakjat (Leger ter beveiliging van het volk). De Madiunopstand toonde de Indonesische leiders het gevaar van zulk een constellatie, zodat de verschillende groepen werden georganiseerd in een normaal leger, de Tentara Nasional Indonesia (het Indonesische nationale leger).
| |
| |
In eerste instantie was dit niets anders dan de vroegere strijdgroepen in haar geheel ondergebracht in brigades en divisies onder het oude commando. Successievelijk werden de oude strijdgroepen uit elkaar gehaald, de officieren overgeplaatst en de invloed van de politieke partijen teruggedrongen.
De hoge en opperofficieren van het huidige Indonesische leger en Marine komen voor het overgrote deel voort uit het vroegere Kon. Ned. Indisch Leger en de Japanse Heiho, Peta etc. De meesten zijn na 1950 herschoold in het Westen. De Luchtmacht aan de andere kant werd voornamelijk herschoold in de communistische landen.
Over het algemeen kunnen wij zeggen, dat de strijdkrachten Westers georiënteerd zijn en dat geldt ook voor de Luchtmacht sinds de pro-communistische Suryadarma van het Commando der Luchtmacht ontheven werd.
Door de politieke ontwikkelingen rond Nieuw Guinea was het leger gedwongen met Russisch materiaal en adviseurs te werken, een samenwerking, die een bron van wrijvingen veroorzaakt. De strijdkrachten pogen dus, nu het Nieuw Guinea probleem is opgelost, samenwerking met het Westen te vinden.
De infiltratie in de Luchtmacht van Subandrio c.s. baart Jani/Nasution vele zorgen. Zij zijn van mening, dat de eerzucht van Subandrio en zijn volkomen gebrek aan economisch inzicht een gevaar voor Indonesia betekenen.
Het Indonesische volk, zo redeneren zij, is qua mentaliteit een democratisch volk. Het uiteindelijke doel moet dus zijn een democratie op Westerse basis aangepast aan de Indonesische omstandigheden. Zulk een democratie is echter eerst mogelijk, indien politieke en vooral economische stabiliteit is verkregen.
Deze economische stabiliteit is slechts te verkrijgen door samenwerking met het Westen. De communisten zijn niet in staat tot zulk een grote krachtsinspanning, welke nodig is om economische stabiliteit te verkrijgen. Bovendien zijn de communistische landen zelf nog in ontwikkeling en hebben al hun krachten nodig om in hun eigen landen een gezonde economie op te bouwen. De economische samenwerking met het Westen kan slechts het beoogde effect binnen de beoogde termijn hebben, indien Indonesia politiek stabiel en de maatschappij gedisciplineerd is.
De meest geëigende vorm van bewind in deze overgangsperiode tot democratie, de periode van economische opbouw, is een soort van verlicht militair bewind als uitgangspunt en naarmate de economische opbouw vordert een geleidelijke democratisering van de Indonesische maatschappij.
Ik meen te mogen stellen, dat het bijzonder is te kunnen constateren, dat juist in de topleiding der Indonesische strijdkrachten een gezonde belangstelling en een gezond inzicht bestaat in de economische problematiek van Indonesia, een belangstelling en inzicht dat men bij Sukarno en Subandrio mist.
Het onmiddellijke gevaar voor de strijdkrachten is Subandrio. Indien Subandrio er in zou slagen het Westen te verleiden via hem grootscheepse hulp aan Indonesia te verlenen, is Subandrio's positie praktisch onaantastbaar geworden en is de politieke rol van het leger uitgespeeld.
| |
Indonesia en het westen
Algemeen
Een belangrijk Amerikaans politicus zei eens tegen mij: ‘Jullie Nederlanders moeten zover mogelijk uit de buurt blijven van alles wat Indonesisch is, want jullie doen de Westerse zaak in Indonesia alleen maar schade. De Indonesiërs haten jullie als de pest, want jullie herinneren hen alleen maar aan 350 jaar wanbeheer.’
De goede man was er echter helemaal naast.
Natuurlijk heeft de Nieuw Guinea zaak de verhouding tussen Nederland en Indonesia vertroebeld, doch ik meen de verhouding het beste te kunnen karakteriseren met de uitdrukking ‘er bestaat een liefde-haat complex.’
De impact van het Nederlandse koloniale bewind op de Indonesische maatschappij was veel groter dan derden denken. Het voormalige Nederlands-Indië was een van de best gerunde kolonies ter wereld op het economische vlak. De levensstandaard van de autochthone bevolking was de hoogste in de voorloorlogse koloniën, terwijl Nederland bij de souvereiniteitsoverdracht in 1949 een economisch gezonde maatschappij achterliet.
Waar de Nederlandse politiek faalde, was op het gebied van het onderwijs en de politieke ontwikkeling.
In vergelijking met andere Europese koloniale mogendheden in Asia en Africa waren de Nederlanders veel dieper verwoven met de Indonesische samenleving, dan bijvoorbeeld de Engelsen of de Fransen met hun Aziatische koloniën.
Het aantal volbloed Nederlanders dat in Indonesia werd geboren, in Nederland naar school ging, naar Indonesia terugkeerde om daar te werken en te sterven, was zowel procentsgewijze als absoluut, vele malen groter dan dat der Engelsen in India.
De procentsgewijze grote Indo-Europese groep, is daarvoor ook een aanwijzing.
Het is het noodlot van Nederland, misschien is dat ook wel een beetje het gevolg van de Nederlandse volksaard, dat de Nederlandse internationale politiek over het algemeen achter de feiten aanhuppelt.
Dit was en is de oorzaak, dat er tussen beide landen, of misschien de beide regeringen, een conflictsituatie ontstond met het bekende gevolg.
Niettegenstaande de openlijke oorlogstoestand welke tussen Nederland en Indonesia heeft bestaan, waren tijdens deze oorlogstoestand de relaties tussen individuele Nederlanders en Indonesiërs uitstekend, terwijl het wederzijds begrip groter was dan men in het buitenland dacht, immers het Nieuw Guinea conflict was in feite niets anders dan een conflict dat werd gecreëerd door een kleine groep in Nederland en dat uitgroeide tot een prestige conflict.
Dat prestige speelt ook nu nog een rol, want Nederland zit te wachten tot Indonesia het initiatief neemt tot het herstel van de vriendschap en Indonesia zit op Nederland te wachten.
De gevolgen van het Nieuw Guinea conflict hadden echter ook nog een positieve kant namelijk de vernietiging van de mythe, dat Nederland niet zonder Indonesia kon bestaan en Indonesia niet zonder Nederland.
Na de uittocht van de Nederlanders uit Indonesia in 1957 en de in beslagname van alle Nederlandse bezittingen in dat land, is Indonesia niet in elkaar gestort en heeft Nederland zich op korte termijn hersteld van het verlies.
De uit Indonesia teruggekeerde Nederlanders zwierven uit over de andere landen in de tropen en alhoewel zij in die landen meer verdienden dan in Indonesia, dachten zij toch terug, misschien met een beetje weemoed, aan het Indonesia waar zij zich thuis voelden. Andere buitenlanders, zowel uit het Westen als uit de Commu- | |
| |
nistische landen, namen de plaatsen van de Nederlanders in en hoewel deze buitenlanders in vele gevallen dezelfde technische kennis bezaten als de Nederlanders, waren en zijn zij niet alleen veel duurdere krachten, maar zij leefden strikt gescheiden van de Indonesiërs en hadden geen begrip van het Indonesische land en volk. Dat is dan ook de enige reden, dat de aanzienlijke buitenlandse hulp aan Indonesia niet het gewenste effect sorteert.
| |
De U.S.A. en Indonesia
De Amerikaanse buitenlandse politiek na de Tweede Wereldoorlog, is er op gericht vanuit een militair en economisch sterk verdedigingsblok de expansiedrift van Peking-Moscow in te dammen en terug te dringen. Indien wij de stand van zaken van 1945 vergelijken met die van heden, dan is er slechts een conclusie mogelijk, namelijk het faillissement van de Amerikaanse buitenlandse politiek. De invloed van Moscow is overal in de wereld toegenomen ten koste van die van Washington. De snelle ontwikkeling van de Europese integratie en als gevolg daarvan, de steeds toenemende economische macht, heeft tot gevolg, dat de u.s.-invloed in het Atlantische bondgenootschap steeds kleiner wordt en de tijd niet ver af is, dat het onbetwiste leiderschap der u.s.a. in de Westerse alliantie zal plaats maken voor een West-Europees/Amerikaanse leiderschap. De expansie van de invloed van Moscow gaat steeds verder, terwijl het prestige der u.s.a. bij de z.g. neutralen met de dag afneemt.
Deze ontwikkeling is primair te danken aan het feit, dat een bestendige lijn in de Amerikaanse politiek ontbreekt, immers, de u.s. buitenlandse politiek wordt teveel gedomineerd door de binnenlandse politieke verhoudingen, is te vaak een binnenlands politiek argument. Dit heeft tot gevolg, dat elke kwestie der buitenlandse politiek beoordeeld wordt vanuit het standpunt en inzicht van de gemiddelde Amerikaan, hetgeen de Amerikaanse politieke constellatie nu eenmaal met zich brengt.
De gemiddelde Amerikaan vindt de Amerikanen eigenlijk superieur aan alles buiten Amerika. Hij is de overtuiging toegedaan, dat de Dollar almachtig is en de rest van de wereld ondankbaar, omdat deze niet met beide handen de geboden kans aangrijpt om de American way of life geheel te omarmen.
Hij kan het niet begrijpen, dat de rest van de wereld haar eigen leven wil leiden en is onaangenaam getroffen, dat de wereld zich verzet tegen de Amerikaanse politiek, die toch alleen maar het beste voor hen wil (dat laatste is nog waar ook onder zeker voorbehoud.) De Amerikaanse politiek wordt daarom gedragen door de Dollar en draagt het zwart-wit stempel, dat ook de Amerikaanse binnenlandse politiek zo karakteriseert. Aan de andere kant is er het soort van idealisme, een naïef idealisme, dat gebaseerd is op de niet reële sentimentaliteit van het Amerikaanse volk.
Het is daarom, dat er een vaste lijn in de Amerikaanse buitenlandse politiek ontbreekt en opportunisme de leidraad is, terwijl een concreet doel ontbreekt, om over een strategisch concept maar helemaal niet te spreken. De Russische successen in de ruimtevaart hebben veroorzaakt, dat Washington voornamelijk om binnenlandse politieke redenen gedwongen is waar mogelijk met de u.s.s.r. in het strijdperk te treden, teneinde het Amerikaanse ego, in feite de basis van de Amerikaanse macht, te beschermen.
Zulk een strijdperk is ook in Indonesia te vinden op het gebied der hulpverlening. Juist in Indonesia vinden wij een concreet en helder voorbeeld van het fiasco der Amerikaanse buitenlandse politiek en het gebrek aan coördinatie tussen de verschillende diensten, die die politiek uitvoeren.
In 1950 was de Amerikaanse invloed in Indonesia zeer groot. Washington maakte echter geen gebruik van deze invloed en had in de grond van de zaak weinig interesse in Indonesia. De communistische partij was verboden en had weinig invloed en dus behoefde Washington er zich niet druk over te maken.
In 1962 heeft Indonesia de grootste communistische partij in de vrije wereld. Het land zit vol communistische technici en de strijdkrachten zijn voor het grootste gedeelte uitgerust met communistisch materiaal, terwijl de invloed en het prestige van Amerika beneden het nulpunt is geraakt.
De oorzaken hiervan zijn gemakkelijk uit het bovenstaande op te maken.
De grootste fout is echter dat de u.s. zich veel te laat heeft bemoeid met het Nieuw Guinea conflict, hetgeen alleen te wijten is aan een gebrek aan inzicht in de Indonesische verhoudingen, dat belachelijk zou zijn, indien het niet zo dramatisch is.
Indonesia probeert Washington tegen Moscow uit te spelen, teneinde van beide zijden zoveel mogelijk binnen te slepen, een spelletje dat geleid wordt door Dr. Subandrio.
Elders heb ik reeds op de gevaren gewezen.
In dit licht is het dus belangrijk, dat langzaam maar zeker in Washington het besef begint door te dringen dat hulp op basis van concurrentie-overweging met de u.s.s.r., nooit en te nimmer het beoogde effect sorteert.
| |
Nederland en Indonesia
In de inleiding in het hiervorenstaande, heb ik reeds gesteld, dat de ontwikkelingen in Indonesia de laatste jaren in belangrijke mate het gevolg zijn van de negatieve politiek van Nederland. Alhoewel Nederland éen der kleinste landen van het Westerse bondgenootschap is, blijft toch haar houding naast die van de u.s.a. de belangrijkste factor voor de eerstvolgende jaren in de verhouding tussen Indonesia en het Westen.
De reden hiervan is, dat de banden op het emotionele vlak (de emotie is in Indonesia ook in de politiek een zeer belangrijke factor) sterker zijn, dan de buitenstaander vermoedt, terwijl de economische know how over Indonesia niet in de u.s.a. of Indonesia zelf te vinden zijn, maar in Nederland.
Om met het laatste te beginnen, de resultaten van de economische hulp, zowel van Oost als van West, zijn in belangrijke mate ver onder de verwachtingen gebleven. De hulpverlenende machten geven de Indonesiërs van het falen van die hulp de schuld. Zowel communistische als Amerikaanse functionarissen hebben mij lange verhalen gedaan over de luiheid, de corruptheid, de vijandschap etc. van de Indonesische regering, overheid en volk. Dit is echter weer zulk een geval van de beroemde splinter en de balk.
Of men het er nu niet of wel mee eens is, Indonesia vond zichzelf ook na 1950 nog altijd verwikkeld in de strijd om en de veiligstelling van haar onafhankelijkheid, zolang Nieuw Guinea nog niet in haar bezit was.
Als gevolg daarvan werd het nationale zelfbewustzijn tot in het extreme opgevoerd. Elk woord of daad, dat in de verste verte maar enigszins zou kunnen gelijken op kritiek of aantasting van de verworven onafhankelijkheid, zowel nationaal als persoonlijk, had en heeft ui- | |
| |
termate vijandige readies tot gevolg.
Het gebrek aan kennis van de nogal ingewikkelde mentaliteit van de Indonesiër had tot gevolg, dat goede bedoelingen van de hulpverleners, vijandige reacties van Indonesische zijde uitlokte.
Dit soort kwesties aan de lopende band veroorzaakte dat de buitenlandse hulpverleners zich sociaal gingen afsluiten van de Indonesiërs, zodat men op het ogenblik in Djakarta streng geïsoleerde Russische, Amerikaanse en andere eilandjes vindt, waarop men zich na de werktijd opsluit.
Daaruit komt dan voort, dat de vinger op de pols van de Indonesische maatschappij ontbreekt; de samenwerking in de arbeid tussen buitenlander en Indonesiër niet loopt; de uit te voeren projecten niet op de juiste manier op de Indonesische maatschappij worden afgesteld en b.v. fabrieken kort na het vertrek van de buitenlanders in de soep draaien en gewoon verlaten worden.
Men vindt in Indonesia over het algemeen de voorwaarden van de buitenlandse hulp te zwaar, terwijl de resultaten ver beneden de verwachtingen blijven.
Technische hulp is waardeloos, indien men daarbij geen rekening houdt met de plaatselijke omstandigheden.
Men ergert zich aan de arrogantie van de buitenlanders en hun weelderige exclusieve levenswijze. Waarom, zo vraagt de Indonesiër zich af, was het rendement van de Nederlandse investeringen vele malen hoger dan die der buitenlandse hulp van het ogenblik en waarom kost een huidige buitenlandse expert driemaal zoveel als vroeger een Nederlander, terwijl die Nederlander vele malen betere resultaten verkreeg dan die dure huidige Amerikaan of Rus? Waarom, zo vraagt men zich verder af, draaien Nederlandse, ver voor de oorlog gebouwde elektrische centrales, nog altijd zonder haperen, terwijl éen jaar oude, door buitenlanders gebouwde elektrische centrales regelmatig defect zijn?
Het antwoord is heel eenvoudig. De Nederlanders hielden bij hun objecten rekening met de mentaliteit van het Indonesische volk en de structuur van de Indonesische maatschappij, waarvan zij in het economische vlak alles van wisten en nog weten, terwijl de andere buitenlandse groepen hun plannen baseerden op hun eigen maatschappelijke structuur en bepaalde politieke motieven.
De emotionele banden tussen Nederland en Indonesia en vooral tussen Nederlanders en Indonesiërs, zijn nog altijd zeer sterk. Deze individuele banden, vaak persoonlijke vriendschapsbanden, zijn ook tijdens het conflict om Nieuw Guinea niet verbroken.
De mening van de Indonesische topleiding komt in feite hierop neer: ‘Wij moeten zien, dat wij een economisch hulpprogramma in elkaar draaien, waarvan de topleiding in handen is van Nederlanders en Indonesiërs, waarbij de Indonesiërs slechts tot taak hebben ervoor te zorgen, dat de Nederlanders er geen overmatige winsten uit slepen.’
Het vreemde is nu, dat men in Nederland geen werkelijke vijandschap vindt ten opzichte van Indonesia. Zoals in Indonesische ogen Luns de zondebok is, zo is dat in Nederlandse ogen Sukarno.
Dat de Nederlands-Indonesische verhouding op het ogenblik zich in een impasse bevindt, is het werk van de heer Luns, immers in Nederland heeft men de overtuiging, dat, nu de kwestie Nieuw Guinea is opgelost, er ook een oplossing dient te worden gevonden voor de financieel-economische geschillen.
Eerst dan is het klimaat geschapen om zich volledig van beide kanten in te zetten voor de economische opbouw van Indonesia.
Het is Mr. Luns geweest, die heeft voorkomen, zoals in mijn inleiding uiteengezet, dat deze overeenkomst op korte termijn zou worden gerealiseerd. Het is daarom ook Mr. Luns, die met alle tot zijn beschikking staande middelen, zal pogen het herstel van de normale betrekkingen tussen beide landen te voorkomen.
De Nederlandse politieke structuur, met daaraan gekoppeld het lage peil der Nederlandse politici, maakt het mogelijk, dat éen persoon met niet meer capaciteiten dan een onverzettelijke wil en een politieke va banque mentaliteit, zijn wil aan Nederland op kan leggen zonder veel tegenstand.
De Nederlandse politieke constellatie brengt verder met zich, dat een sterke politieke oppositie in feite niet mogelijk is, omdat de oppositie van vandaag de coalitie-partner van morgen kan zijn.
Het evenredige systeem veroorzaakt, dat de sterkte der politieke partijen in de Tweede Kamer in de loop der jaren aan geen belangrijke schommelingen onderhevig is, zodat de meningen van het volk in feite nooit aan bod komen. Daarbij komt dan nog, dat de pers praktisch geheel aan de verschillende politieke partijen gebonden is, niettegenstaande alle slogans van ‘onafhankelijk’ en ‘vrij en onverveerd’.
De politieke onverschilligheid van het volk wordt daardoor in de hand gewerkt, zeer tot genoegen van de politici, al beweren zij het tegengestelde.
Nederland wordt dientengevolge geregeerd door de besturen van de politieke partijen en hun dienaren en indien ergens sprake is van een geleide democratie, dan is het wel in Nederland.
De partijbesturen vinden nu, dat zij in de Nieuw Guinea zaak hun gezicht verloren hebben en het veld hebben moeten ruimen door de ‘kortzichtigheid’ van Washington.
Het ligt echter zo, dat Washington en speciaal de Attorney General, het spelletje van ophouden van prestige, gebaseerd op leugens en halve waarheden, door had en daarnaar handelde.
Het toneelstuk der Nederlandse politici van de zo goed willende en zo idealistische Nederlandse regering, in de steek gelaten door al zijn vrienden, wordt dagelijks opgevoerd via de aan de partijen gebonden pers, radio en televisie.
Het huidige kabinet moet coûte que coûte voorkomen, dat het bedrijfsleven de verbindingen met Indonesia gaat herstellen, omdat het daaraan verbonden herstel van de diplomatieke, culturele en andere betrekkingen, een openlegging van de Indonesia-politiek der laatste jaren tengevolge zal hebben met misschien als gevolg, dat er een voor Nederland ongekend aantal schandalen aan de oppervlakte zullen komen. Het bovengenoemde toneelstuk wordt opgevoerd, teneinde het bedrijfsleven in de positie van de verrader van het Nederlandse belang te manoeuvreren, indien het de betrekkingen met Indonesia herstelt.
| |
Het Westen en Indonesia
Indonesia is een potentiële markt van 100 miljoen mensen, rijk aan grondstoffen met een bevolking, welke voor Asia goed gedisciplineerd kan worden genoemd en met een ontwikkelingspeil dat, in vergelijking met andere Aziatische landen, behoudens Japan, hoog te noemen is. Het conflict met Nederland produceerde een groot wantrouwen tegen het Westen, waardoor de
| |
| |
communisten een grote invloed konden verkrijgen door uitbuiting van dit wantrouwen. Het is dus van uitermate groot belang voor het Westen om te zorgen, dat deze potentiële markt voor het Westen niet verloren gaat, hetgeen dus zou betekenen, dat Indonesia in de Comecon zou worden opgenomen.
In dit laatste geval zou de gehele Westerse positie in Zuid-Oost Asia onmogelijk worden en in feite kunnen worden afgeschreven.
Het moge bekend worden geacht, dat Moscow bij Indonesia aandringt op het betalen der gedane leveringen, hetzij in cash, hetzij in een politiek, militair en economisch agreement. De voornaamste punten van het door Dr. Subandrio geparafeerde agreement kimt u als bijlage aantreffen. Het is daarom, dat een gemeenschappelijk westers economisch ontwikkelingsplan voor Indonesia op strikt zakelijke basis en op korte termijn gerealiseerd, tot de meest urgente vraagstukken van het ogenblik behoort.
De bilaterale hulp van het Westen heeft niet de beoogde resultaten afgeworpen. De gecoördineerde hulp der Comecon heeft dit wel gedaan, in ieder geval in meerdere mate dan die van het Westen.
Het is daarom noodzakelijk voor het Westen, dat er een nieuw intiatief genomen wordt, waarop ik later nader zal ingaan.
| |
Comecon en Indonesia
De Comecon, dus in feite de u.s.s.r., was enige jaren geleden, wat Indonesia betreft, in een onmogelijke positie gemanoeuvreerd.
Als gevolg van haar houding ten opzichte van de p.k.i., had deze zich meer en meer afgewend van Moscow en zich op Peking gericht.
De eerste geschillen tussen Moscow en Peking kondigden zich aan met als gevolg, dat de Russische invloed op de Indonesische communisten tot het nulpunt werd teruggebracht. De burgerlijke groeperingen in Indonesia zagen weinig in het zoeken van steun in het communistische kamp.
De ommekeer kwam in 1957.
De nationalisatie der Nederlandse eigendommen in Indonesia, zonder compensatie-afspraken en de daaropvolgende anti-Westerse campagne, gaf de u.s.s.r. de kans.
Zij verklaarde Indonesia in alle opzichten te steunen en zegde haar alle mogelijke economische militaire en politieke hulp toe.
De u.s.s.r. deed haar aanbod gestand toen Indonesia, daar het Westen, speciaal tegenover militaire hulp huiverig stond, zich tot Moscow wendde.
De Russische hulp kwam geleidelijk in steeds grotere mate naar Indonesia, zowel economisch als militair. Het Indonesia in nood, tekende elke haar voorgelegde overeenkomst, teneinde de stroom van goederen en economische hulp niet te onderbreken.
Half 1961 zagen de Russen in, dat een overeenkomst met Nederland niet ver meer af was en dat het nodig was de bereikte positie te consolideren en in de interne politieke strijd partij te kiezen.
Na lang wikken en wegen werd besloten alle kaarten op Dr. Subandrio te zetten, hetgeen tot op heden een juiste politiek bleek te zijn. Subandrio was volkomen bereid een overeenkomst te ondertekenen welke Indonesia geheel, zowel politiek als economisch en militair, aan de u.s.s.r. bond.
Moscow, die tot de ondertekening van het bovenbedoelde treaty haar invloed had aangewend om een gewapend conflict over Nieuw Guinea te voorkomen, veranderde haar politiek, na de tot standkoming van dit treaty, ‘overnight’, immers de ontwikkelingen volgden elkaar veel te snel op in het Nieuw Guinea conflict en de oplossing was veel dichterbij, dan de Comecon zich had gerealiseerd.
Een gespannen verhouding met het Westen moest zeker voortduren tot half 1963 om de Comecon in staat te stellen haar positie in Indonesia te consolideren. Het provoceren van een gewapend conflict was de enige mogelijkheid.
Indien er een gewapend conflict geprovoceerd door Indonesia zou ontstaan, zou Moscow door middel van haar steun President Sukarno kunnen chanteren het eerder genoemde Moscow treaty te ondertekenen.
Dit heeft niet zo mogen zijn. Attorney General, Robert Kennedy zag samen met zijn adviseurs het gevaar en forceerde een oplossing van het Nieuw Guinea conflict en het Treaty is tot op heden nog niet door President Sukarno getekend.
De positie van de Comecon landen in Indonesia is niet zo best meer. Terwijl aan de ene kant de economische hulp aan Indonesia niet de gewenste resultaten heeft opgeleverd en eerder averechts heeft gewerkt door de tactloosheid van de Comecon adviseurs, poogt Indonesia onder de betalingsverplichtingen uit te komen.
Daar Indonesia op de hoogte is van een grootscheeps hulpprogramma van het Westen, dat nu op stapel staat, voelt zij zich sterk tegenover de Comecon en heeft zelfs al gedreigd de Comecon adviseurs het land uit te zetten.
Ate klap op de vuurpijl begint ook de aartsopportunist Dr. Subandrio zijn bakens voor de zoveelste maal te verzetten.
Voor de Comecon is Indonesia van het grootste belang. Haar enige bolwerk in Zuid- en Zuidoost Asia, Noord Vietnam, richt zich steeds meer op Peking, zoals alle communistische partijen in Asia.
Het is daarom, dat Comecon al haar krachten inspant om het Moscow treaty ondertekend te krijgen, waarbij zij geen enkel middel schuwt.
| |
De toekomst van Indonesia in het kader der belangen van het Westen
Reeds eerder in dit geschrift, stelde ik, dat de houding van het Westen in de eerstvolgende zes maanden ten opzichte van Indonesia in feite koers zal bepalen, welke dit land de eerstkomende jaren zal volgen.
De in het genoemde tijdvak te nemen initiatieven zullen echter niet alleen beslissend zijn voor de internationale politiek van Indonesia, doch ook voor de binnenlandse politiek. De vraag is nu, welke maatschappelijke structuur onder welke leiding is de meest juiste voor de nu ingaande ontwikkelingsfase, zodat deze rustig en zonder spanningen kan worden doorlopen?
Hieraan zit meteen vast de vraag, welke positieve rol het Westen daarbij kan spelen. Ik zal pogen hieronder die vragen te beantwoorden.
Reeds eerder stelde ik, dat het Indonesische volk een democratisch volk is. Zelfs President Sukarno's regime kan deze democratische instelling niet voorbij zien. Tot in de kleinste dorpen toe is het een soort van vrij gekozen dorpsraad, die de locale problemen oplost en dat is iets, dat door de eeuwen heen zo is geweest.
Op het lagere niveau heeft Sukarno de democratie laten bestaan, terwijl hij haar op het hogere en het hoogste niveau de nek omdraaide.
Hij kon dit doen, omdat de gang van zaken op het ho- | |
| |
gere en hoogste niveau boven het bevattingsvermogen der massa ging.
Een van de weinige efficiënte overheidsapparaten, het propaganda ministerie, consolideerde die toestand. De zeer snelle toeneming van het ontwikkelingspeil, maakte het noodzakelijk een eenzijdige voorlichting te creeren, hetwelk leidde tot gevangenneming der oppositie en het weren van buitenlandse kritische invloeden.
De positie der verschillende groeperingen in Indonesia, heb ik eerder uiteengezet. Het huidige Indonesia van President Sukarno, het door éen man geregeerde Indonesia, heeft alleen kunnen bestaan door het gezamenlijke, nationale doel van geheel Indonesia, nl. het verkrijgen van West Nieuw Guinea. Alle geschillen, onderlinge haat etc. werden in de ijskast gezet en alles werd ondergeschikt gemaakt aan dit nationale doel. De strijd om de macht, die voor 1955 woedde, zal wederom ontbranden.
Zoals reeds eerder uiteengezet, vindt men in de strijdkrachten de enige positieve macht in Indonesia, wier prestige bij de bevolking als groep en niet als persoon, groot genoeg is om als leidende groep op te treden.
Een Indonesiër is een geboren intrigant. Hij houdt ervan als tijdspassering (als het nog wat oplevert is het helemaal mooi) almaar oppositie-groeperingen te vormen en via alle mogelijke wegen, zoals het verspreiden van geruchten die kant noch wal raken, het beschuldigen van corruptie van een ieder die hen onwelgevallig is enz. enz., de overheid te ondermijnen.
De politieke discipline zonder welke de democrat ie onmogelijk is, ontbreekt.
Het exploiteren van deze Indonesische mentaliteit heeft alle huidige politieke leiders aan de macht gebracht, uiteraard gekoppeld aan het feit, dat zijzelf de meester intriganten zijn. Het instellen van een werkelijke democratie in Indonesia tijdens de opbouw, zou resulteren in het verdwijnen van de buitenlandse hulp in een chaotische poel.
Er dient dus een soort van verlichte dictatuur te worden gevormd als uitgangspunt en een geleidelijke democratisering der maatschappij naarmate de opbouw vordert. Deze verlichte dictatuur zou een dictatoriale bevoegdheid moeten hebben voor wat betreft de defensie, de buitenlandse politiek en de economische opbouw, terwijl zij aan de andere kant een vrije partijvorming en de daarmee verbonden democratische instellingen zou moeten toelaten.
Indien men de bovengenoemde drie sectoren weet vrij te houden van de politieke intriges etc., dan is het mogelijk aan de Indonesische behoefte van intriges, politieke rellen etc. te voldoen.
In het kader van deze gedachtengang is het te begrijpen, dat de strijdkrachten voor deze dictatoriale bevoegdheid de aangewezen groep zijn. Er zijn legio constructies mogelijk om de strijdkrachten ook staatsrechtelijk in die positie te brengen.
Om dit echter te bereiken is eerst een versterking der positie van de strijdkrachten nodig, zodat zij in staat zijn de macht van Subandrio te liquideren en de invloed van Sukarno terug te brengen tot die waarmee hij begonnen is, nl. die van een constitutioneel president of nog beter, die van de ‘ailing’ vader des vaderlands.
Alhoewel het schijnt, dat zulk een ontwikkeling niet te verwachten is, zal dit in belangrijke mate afhankelijk zijn van de Westerse houding in deze zaak.
Het is een onweerlegbaar feit, dat de politieke instelling van de leiding der strijdkrachten pro Westers is, met andere woorden, men verwacht meer effect van Westerse hulp, terwijl men bovendien de aan deze hulp verbonden gevaren voor de onafhankelijkheid van Indonesia gemakkelijker onder controle kan houden dan die van communistische zijde.
De strijdkrachten zijn bovendien van mening, dat de bedreiging der Indonesische onafhankelijkheid primair komt van de zijde van Peking. Alhoewel het geschil Moscow/Peking op het ogenblik de Comecon-hulp minder riskant maakt, bestaat de mogelijkheid tot een regiemverandering in Peking of in Moscow, waaruit voort zou kunnen komen een nieuwe eenheid van het Communistische kamp, met als uiteindelijk gevolg, dat Indonesia door haar afhankelijkheid zowel militair als economisch van Moscow geen tegenstand kan bieden aan de expansie naar het Zuiden van Peking China.
Vooral voor de strijdkrachten, die zich nu moeten gaan voorbereiden op het onafwendbare conflict met Peking, is dus vooral de militaire afhankelijkheid van Moscow een levensgevaar.
De verdere opbouw der strijdkrachten dimt dus met Westerse hulp te geschieden.
Wat de economische opbouw betreft overheerst de mening, dat de Comecon niet de mogelijkheden heeft om een grootscheeps ontwikkelingsplan van Indonesia te financieren en uit te voeren, vooral ook omdat de Comecon landen nog bezig zijn met htm eigen economische opbouw. De eventueel te verlenen hulp van Comecon op economisch gebied, is geen hulp, die de economische expansie der Comecon ten goede komt, doch integendeel de te geven hulp wordt aan de eigen economie onttrokken en remt dus de eigen ontwikkeling af. Normaal zakelijk gezien, kan men dus concluderen dat aan Comecon hulp geen economische overwegingen ten grondslag liggen maar politieke.
Het zijn juist deze politieke overwegingen, die de strijdkrachten tot de mening hebben gebracht, dat economische hulp der Comecon op grote schaal niet aanvaardbaar kan worden geacht.
Economische hulp uit het Westen aan de andere kant, kan op grote schaal worden verleend, zonder dat de Westerse economie daar schade van ondervindt. Het is zelfs zo, dat de Westerse economie voor grote kapitalen en productie-capaciteit emplooi zoekt.
Een grootscheeps Westers hulpprogramma, zou dus voor de Westerse economie een stimulans zijn, die haar voordeel brengt. Zulk een programma zou dus beide zijden economisch voordeel brengen en de overwegingen om tot zulk een plan te komen zouden strikt economisch zijn. Het is daarom, dat in principe Westerse economische hulp op grote schaal voor de strijdkrachten aanvaardbaar zou zijn.
Het is dus de wijze waarop de Westerse hulpverlening wordt opgediend, die beslissend in deze is.
De vraag die dus overblijft is hoe een economisch hulpprogramma er uit moet zien, dat aan de ene kant het economisch chaotische Indonesia omzet in een economisch stabiel Indonesia en dat aan de andere kant voor het huidige regiem politiek aanvaardbaar is en toch leidt tot een politieke ontwikkeling zoals hierboven als wenselijk uiteengezet.
Volgens mijn mening dient zo'n ontwikkelingsplan langs de volgende lijnen ontwikkeld te worden:
1. | Het Plan dient een werkelijke Westerse inspanning te zijn, zodat 50% der benodigde gelden uit de u.s. dienen te komen en 50% uit de e.e.g. met Groot Brittania. |
2. | Het Plan dient een inspanning van private enterprise te zijn, zodat de financiering dient te geschieden door
|
| |
| |
| een te vormen combinatie van u.s. en West-Europese banken, gebaseerd op garanties van de betreffende regeringen. |
3. | Het pian dient een looptijd te hebben van 5 jaar tot een totaal bedrag van u.s. 1,5 billion. |
4. | De gelden worden ter beschikking gesteld op basis van voorschot zonder rente, waarvan de terugbetaling zal geschieden op basis van production sharing. |
5. | Het plan dekt alle sectoren der Indonesische economie met het accent op lichte industrie, landbouw, verbindingen en energie. |
6. | De economie wordt verdeeld in 18 sectoren, waarbij in principe aan een enkel bedrijf de opdracht wordt gegeven de plannen en de uitvoering daarvan in samenwerking met de betreffende instantie in de betreffende sector te realiseren. |
7. | Voor elke sector wordt een bedrag vastgesteld, waarbinnen de plannen moeten worden opgesteld en uitgevoerd. |
8. | De leiding van het gehele plan wordt opgedragen aan een lichaam, dat wordt gevormd door de volgende vertegenwoordigers: twee van het deelnemende bedrijfsleven, één der financieringscombinatie, één van het u.s. Government, één van de e.e.g. en twee van Indonesia. |
Voor verdere details verwijs ik naar mijn nota van 12 november 1961 en mijn memo's van 7 januari, 22 februari en 20 juni 1962.
Van Westers standpunt bekeken is zulk een plan alleszins aantrekkelijk. Een plan op deze basis zou een werkelijk Westers plan zijn, hetgeen in politiek opzicht er aan zou medewerken, dat de steeds groter wordende kloof tussen West-Europa en de u.s. in ieder geval in een opzicht wordt overbrugd.
Financieel zal het een en ander geen inspanning zijn om de eenvoudige reden, dat de bilaterale economische hulp, die Indonesia op het ogenblik krijgt, een totaal beloopt van ongeveer u.s. $400 millioen per jaar. Een verhoging van de hulp met u.s. $300 millioen per jaar, kan dus geen bezwaar zijn.
Bovendien zijn deze 300 millioen slechts een garantie en brengt het bedrijfsleven zelf de benodigde gelden op. Internationaal politiek gezien, is dit plan bovendien een prachtig argument tegen de communistische staatseconomie.
Van Indonesische zijde bezien, is het aanvaardbaar, omdat het accent wordt gelegd op de reeds hierboven genoemde economische overwegingen, daar dit hulpprogramma niets anders is dan een iniatief van ‘private enterprise’.
Aangezien de Amerikaanse regering in principe bereid is de ‘consulting phase’ voorlopig te financieren, mits er redelijke zekerheid bestaat, dat het plan doorgang zal vinden, kunnen wij stellen, dat de ‘consulting phase’ kan beginnen in april, mei 1963, zodat als streefdatum voor de uitvoering kan worden gesteld 1 januari 1964. Verder aannemende, dat men in Indonesia half 1963 de Nieuw Guinea triomf zal zijn vergeten en de binnenlandse politieke strijd zal oplaaien, is het niet zo moeilijk om tegen die tijd een precedent te scheppen om de strijdkrachten te doen ingrijpen.
Indien deze zaak goed wordt voorbereid, dan schijnt het mij toe, dat juist dit Westerse economische hulpprogramma en eventueel Westerse militaire hulp, de meest belangrijke inzet zijn van deze te verwachten binnenlandse politieke strijd.
| |
Conclusie
Wij kunnen de huidige toestand in Indonesia als volgt samenvatten:
1. | Tengevolge van het optreden van de groep Subandrio, is het politieke evenwicht tussen de strijdkrachten en de Indonesische communisten verbroken. |
2. | President Sukarno's dictatuur is in gevaar gebracht door dit verbroken evenwicht. |
3. | Indien de triomf gevoelens over het bereiken van het nationale doel Nieuw Guinea zullen zijn uitgewerkt, zal er in eerste instantie een strijd om de macht ontstaan tussen Sukarno, Subandrio en Aidit met de strijdkrachten neutraal op de achtergrond. |
4. | De Indonesische economie is een chaos en het land is financieel bankrupt. |
5. | De Russische invloed op het land is groot, terwijl de parafering van het Moscow treaty door Dr. Subandrio betekent, dat Indonesia op het punt staat de weg te volgen van Fidel Castro. |
De fatale ontwikkeling kunnen wij voorkomen door:
1. | De positie der strijdkrachten te versterken waar mogelijk. |
2. | Een werkelijk Westers economisch hulpprogramma op te stellen, dat haar eigen plaats inneemt naast de bestaande westerse bilaterale hulpprogramma's. |
3. | De gehele gang van zaken rond het Moscow treaty en de inhoud daarvan op het juiste moment aan de wereld voorleggen. |
4. | Een militair hulpprogramma op te stellen, dat eveneens een werkelijk Westers programma moet zijn dat in de plaats komt voor de huidige bestaande bilaterale overeenkomsten. |
Amsterdam, september 1962.
|
|