Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 596]
| |
Rotterdam - 22 september 1973Deze zomer werkte ik met Madame Dewi aan haar nieuwe boek ergens langs het meer van Genève. Hierbij toonde zij mij acht brieven van President Sukarno haar tijdens de eerste dagen van de staatsgreep van 1965 per koerier gezonden. Sukarno verbleef die dagen dus in paleis Bogor (van 2 tot 10 oktober): Dewi in haar Villa ‘Wisma Jaso’ in Djakarta. Mijns inziens wierpen deze brieven een nieuw en ander licht op de coup van 1965, die Bung Karno steeds als een conflict tussen rechtse en linkse generaals heeft gezien, terwijl de rechtse overwinnaars de wereld wilden doen geloven dat men met een communistische coup had te maken, hetgeen het bloedbad van 1965-1966 zou hebben gerechtvaardigd. Mij leek deze informatie belangrijk genoeg om reeds thans wereldkundig te maken en niet te wachten tot Dewi's boek gereed zou zijn. Mevrouw Sukarno bezit trouwens honderden brieven en telegrammen van de voormalige president, dus er is voldoende materiaal bewaard gebleven. Op 25 augustus 1973 kwam hoofdredacteur André Spoor van het nrc-Handelsblad naar Genève en ik legde tijdens een lunch contact tussen Madame Dewi en hem, op welk moment mijn bemoeiingen met de affaire eindigden. De heer Spoor bracht de brieven op 22 september 1973 groot opgemaakt in zijn krant, en het was dan ook gewoon belachelijk, dat een verondersteld ervaren journalist als Paul van 't Veer in Het Parool van 24 september, insinueerde, dat het nrc artikel door mij geschreven zou zijn. Zelfs de drukproef ervan had ik niet gezien, zoals ik had voorgesteld om fouten, als zou Bung Karno van Halim luchtmachtbasis naar Bogor zijn gevlogen, er uit te kunnen halen. Ook beschreef Van 't Veer mij en passant als ‘pleitbezorger en public relations officer’ van Sukarno in Nederland. Hij was echter zo vriendelijk de volgende dag in Het Parool te verklaren, dat hij nooit de bedoeling had gehad mij als betaald agent van Sukarno te omschrijven. Bij het ter perse gaan van dit boek zal Spoor op een golf van kritiek op de publicatie van Sukarno's brieven aan Dewi antwoorden, een stuk, dat voor dit boek te laat komt. Ik heb de brieven in verband met de staatsgreep van 1965 reeds uitvoerig eerder besproken en kom tot dezelfde conclusie's als Spoor, temeer daar ik de inhoud van Dewi's brieven aan de President van die dagen ken en uitvoerig op tape heb staan. De verhouding tussen de President en zijn Japanse echtgenote was van dien aard, dat men van een uitermate openhartige discussie over politieke zaken - meer dan bijvoorbeeld tussen Sukarno en Madame Hartini - zou kunnen spreken. Dewi's rol in de wagen ná de coup om het staatshoofd met de opstandige generaals te verzoenen is van zuiver politieke aard geweest en zij beschikt dan ook over mijns inziens een uitermate belangrijke correspondentie onder meer met generaal Nasution. In de dagboek pagina van het nrc-Handelsblad van 22 september 1973 heb ik hier gewag van gemaakt door te verklaren, bijvoorbeeld, dat Dewi in de dagen van de staatsgreep van 1965 via Madame Nasution een brief ontving, waarin de generaal stelde, dat pki secretaris-generaal Dipa Nusantara Aidit verwoede pogingen deed vanuit midden Java om Bung | |
[pagina 597]
| |
Karno per brief er van te overtuigen, dat zijn partij absoluut niet bij de Oktober affaire was betrokken. Hij vroeg de President dan ook om zijn partijblad Harian Rakjat weer te mogen doen verschijnen. Nasution schreef aan Dewi dat het Indonesische leger deze brieven had onderschept. Mevrouw Sukarno plaatste echter mijns inziens terecht bij deze brief de kanttekening, dat Nasution's brief in feite bewees, dat Sukarno nauwlijks met de pki zou kunnen hebben samengespannen, want Aidit liep zich het vuur uit de sloffen om Bung Karno van zijn onschuld te overtuigen. Hetgeen opnieuw de kwestie terugbrengt tot een leger affaire en vooral onderstreept, dat de Suharto kliek coûte que coûte de beschuldiging als zou de pki de 30 September beweging hebben geënsceneerd wilde gebruiken om het bloedbad tegen zogenaamde communisten of Sukarno aanhangers te kunnen inzetten. Overigens kon men in achter het nieuws van de vara dezer dagen beluisteren hoe een admiraal van de Chileense junta, openlijk aan Johan van Minnen toegaf dat in Santiago bij de omverwerping van President Allende het plan djakarta werd gevolgd, waarbij de perfide praktijken van de rond Suharto verzamelde generaals in 1965 in Indonesië op de letter werden gevolgd om een bloedbad in te kunnen zetten tegen Chileense marxisten en nationalisten.Ga naar eindnoot1. Het was immers hetzelfde drama als in Indonesië? In Djakarta zouden de marxisten en nationalisten in het geheim door China en Bung Karno zijn bewapend om een tegenwicht te vormen tegen de door rechtse generaals geleide gewapende strijdkrachten. De militairen hadden lijsten gevonden van welke officieren door de communisten het eerst zouden worden neergeschoten. Het werd dus de vraag wie schiet eerst. Suharto had wel moeten optreden, anders zou hij zelf met zijn kameraden geliquideerd zijn geworden. Zo zou Godot tenslotte ook in Chili arriveren! Allende en de Chileense arbeiders en boeren gingen zich bewapenen. Het leger kon toen niet anders meer doen dan toeslaan wilde zij niet zelf vernietigd worden, aldus de junta. |
|