Bonn - 30 mei 1972
Siebe van der Zee meldde vandaag in de nrc-Handelsblad, dat secretaris-generaal van de navo, Joseph Luns op een persconferentie bij de opening van de navo-ministerraad in de Westduitse hoofdstad had gewaarschuwd voor te groot optimisme bij het streven naar vrede en ontspanning. Hij wees er op, ‘dat de Sowjet-Unie continu haar strijdkrachten uitbouwt. Bovendien hebben woorden in Oost en West niet altijd dezelfde betekenis,’ aldus Luns, die verder pleitte voor ‘een harmonieuze samenwerking’, binnen de navo. ‘Dat is de betrouwbaarste garantie voor onze veiligheid.’
En zo kabbelde Luns' kruistocht tegen optimisme ten aanzien van een Europese veiligheidsconferentie en een mogelijk daaruit voortvloeiende algehele ontwapening tussen Oost en West rustig verder. Al moet men constateren, dat ná de reis van Nixon naar Moskou, of Brezhnev naar Washington, onze landgenoot navo-secretaris-generaal minder heftig in deze richting te keer gaat. Er wordt door Washington vrij onafgebroken over zijn schouder meegekeken. Hoe zou Luns, die Nixon eens een zegen voor de wereld, Amerika en Europa noemde, nu, in 1973, over zijn idool op het Witte Huis denken? Of spreken wij er maar niet meer over omdat brave Joseph er ook hier erbarmelijk naast heeft gezeten?
De Telegraaf heeft een gedeelte van de taak van paniekzaken in versneld tempo overgenomen. J.G. Heitink maakte in juli-augustus 1973 een reisje langs Europese hoofdsteden om Luns' ongerustheid wat betreft de ‘onzekere toekomst van de navo’ bevestigd te krijgen. Bij hun Camp-David en San-Clemente tapgesprekken van juni 1973 zouden partijleider Brezhnev en president Nixon namelijk afgesproken hebben dat geen van beide landen ooit als eerste atoomwapens zou gebruiken. Volgens Heitink was zodoende in navo-kringen grote ongerustheid ontstaan of de in Amerika gemaakte afspraken ook voor tactische kleine kernwapens van de Verenigde Staten in Europa zouden gelden. Deze zijn immers bedoeld om de ongelijkheid in con