sust. Hij zegt daarover: “Ik had grote moeite mijn mensen (Leimena, Sumitro, Roem, Zain) tot kalmte te brengen. De Indonesische delegatie was zeer verontwaardigd.”
Maar er is meer. Voor zijn boek is Anak Agung dezer dagen (3 november) bij de heer Drees senior geweest. Uit zeer betrouwbare bron weten wij, dat de oude heer Drees hem bij die gelegenheid met de armen ten hemel geheven de volgende woorden heeft toegevoegd: “De heer Luns heeft ons misleid!” Uiteraard is dit vertrouwelijk, maar alles is vertrouwelijk. Wat Van Roijen in Den Haag (met Spoor) besprak was ook vertrouwelijk, wat Dulles tegen Luns zei ook, alleen de heer Luns zelf lekt telkens naar buiten wat hem de gunstigste voorstelling van zaken lijkt.’ Tot zover de letterlijke tekst uit Vrij Nederland.
Op 28 juni 1973 schreef oud-premier Drees mij, dat hij nooit het woord ‘misleid’ had gebruikt in verband met Luns' uitspraken inzake Sukarno's telegram naar Genève. Ik ben bereid dit aan te nemen. Maar wat voor verschil maakt het, of Drees aan Anak Agung, aan Spoor of aan Amsterdamse studenten zegt, dat hij er absoluut zeker van is dat Sukarno nooit een telegram als door Luns in het nos-televisieprogramma genoemd naar Genève heeft gezonden, of dat men zegt, Luns heeft ons allen met die mededeling op t.v. misleid.
Want het blijft natuurlijk ergerlijk dat Haagse heren à la Drees dan met een verklaring komen: ‘Ja, Luns heeft gekletst, maar hij moet aan een moment van geheugenverlies hebben geleden!’ Daar trappen toekomstige geschiedschrijvers niet in. Daarvoor heeft Luns ook te dikwijls en te vaak en te veel bij herhaling dezelfde geheugenstoornissen vertoond. Bovendien lijdt hij voornamelijk aan dit genre aberraties wanneer de voornaamste blunders uit zijn beleid ter sprake worden gebracht, die hij dan denkt rustig en ongecorrigeerd in andermans schoenen te kunnen schuiven.
Van den Berg lanceerde voorts een pleidooi om een onpartijdig onderzoek naar de Nieuw-Guinea-affaire in te stellen via prof. dr. S.L. van der Wal en de Rijkscommissie voor vaderlandse geschiedenis. Bij Vrij Nederland - een weekblad waarvan men kan stellen dat het in belangrijke mate de denkbeelden van Willem Drees weergeeft - had men door de jaren een dossier aangelegd, met brieven van de oud-premier waarin hij hetzij een goedkeuring over bepaalde zaken liet horen, hetzij stelling nam tegen door Vrij Nederland gelanceerde ideeën of berichten. Niet in geringe mate tot verbazing van de redactie bleef ditmaal een reactie van Drees senior op het artikel van Joris van den Berg in iedere vorm uit. Hij sprak de geciteerde uitspraak van Anak Agung niet tegen. Hij bleef muisstil. Voor mij zei dit veel over deze elderly statesman. Tenslotte als er een biografie over prins Claus moet verschijnen, is het Drees die zo nodig een voorwoord moet schrijven! Vader Drees zegt thans in 1973, dat hij er spijt van heeft, dit artikel in Vrij Nederland nooit te hebben tegengesproken. Wanneer men de deputatie van studenten die hem bezocht geloven mag, is Drees senior een chronisch draaibord, dat veel van enig belang wat hij een week tevoren heeft gezegd, de week erna terugneemt. Bovendien deelde