Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdJapan Airlines, Parijs - Bangkok - 20 juni 1970In het weekblad Panorama beschreef ik iets van Dewi's achtergrondgedachten op deze vliegreis: ‘Haar gedachten dwaalden naar die dag in september, nu elf jaar geleden, dat zij het Indonesische staatshoofd bij toeval ontmoet had tijdens een theepartij in het Tokiose Imperial hotel.Ga naar eindnoot1. Er waren gelukkige jaren op gevolgd. Maar ook jaren van tegenslag en verdriet. Nu, op de twintigste juni 1970, schreven de kranten dat zij straks bij aankomst in Djakarta gearresteerd zou worden. Er waren immers aanhoudend beschuldigingen geweest van het verduisteren van miljoenen uit de staatskas door de in Japan geboren echtgenote van de Indonesische ex-president. In 1966 had Ratna Sari Dewi op Sukarno's aandringen het onrustige Djakarta verlaten om de baby die zij verwachtte in Tokio het leven te schenken.Ga naar eindnoot2. Zij verwachtte echter naar Indonesië te zullen terugkeren. Maar het “groene licht” hiertoe, dat Sukarno haar in het vooruitzicht had gesteld, kwam niet. De gespannen toestand in de archipel en Sukarno's uiteindelijke afzetting als staatshoofd (in maart 1967) kwamen tussenbeide. In 1968 ondernam mevrouw Dewi een poging om toch naar Djakarta terug te keren. Maar in Bangkok werd haar door functionarissen van de Indonesische ambassade aldaar meegedeeld dat zij gearresteerd zou worden, als zij naar Djakarta door zou reizen. Daarop schreef Dewi Suharto via de Indonesische ambassade in Tokio of zij mocht komen om Bapak bij te staan. Haar brief werd door de generaal genegeerd. Toch was het Dewi's wens gebleven Kartika eens op haar vaders knie te kunnen zetten.’Ga naar eindnoot3. Mevrouw Sukarno had verschillende maatregelen genomen. Twee Japanse vrienden zouden met hetzelfde toestel vanuit Bangkok naar Djakarta reizen. Zij zou niet met hen spreken en niemand zou weten dat zij er waren om Dewi te beschermen. In Djakarta zou een auto van Japan Airlines op Kemajoran op haar wachten. Indien mogelijk zou zij onmiddellijk naar haar eigen huis Wisma Jaso rijden. ‘Al mijn bezittingen zijn daar. Ook de as van mijn moeder en mijn broer Jaso,’ zei Dewi mij. Zij zou letterlijk niets van haar eigendommen, dagboeken, fotoalbums, kleren en andere persoonlijke bezittingen ooit terugvinden. Suharto liet alles weghalen en confisqueren. Het was generaal Alam Sjah die dit zaakje voor Suharto opknapte. Nu zegt de huidige ambassadeur in Den Haag, dat hij Suharto heeft voorgesteld, om Dewi haar huis terug te geven. | |
[pagina 426]
| |
Dewi wil haar huis Wisma Jaso niet voor zichzelf hebben, zij wil er een museum voor Sukarno van maken. Ook pikte Alam Sjah drie automobielen van Dewi in, namelijk een groene Chrysler Imperial, nummer 777 S, een zwarte Oldsmobile, nummer B 111 S en een witte Impala, B 111 D. Intussen laat Alam Sjah er zich op voorstaan op 15 augustus 1973 de in Nederland studerende Indonesische studenten er op gewezen te hebben dat Bung Karno ‘de stichter en de grote man van hun land is geweest.’ Ik betwijfel of Alam Sjah het met dit soort draaitollerij het voor het nageslacht zal redden. Hij schijnt bovendien door Suharto binnen niet te lange tijd met pensioen te zullen worden gezonden. Dewi vervolgde tijdens onze vlucht: ‘Wanneer de militairen de hekken van mijn huis gesloten houden, dan wacht ik eenvoudigweg tot er iemand in of uit moet. Men zal mij met vuisten moeten tegenhouden. Ik wil naar mijn eigen huis. Ik ben op alles voorbereid. Suharto is niet als Bapak. Sukarno kon zijn vijanden vergeven. Suharto zint op wraak. Ik vraag mij slechts af om welke reden Suharto het gevoel heeft gekregen dat hij met Bapak een rekening te vereffenen heeft. Hij schijnt te vergeten, dat hij zijn come-back in zijn militaire carrière aan Bung Karno te danken heeft. Nasution had hem voor corrupte praktijken op een zijspoor gerangeerd. Bapak gaf hem een nieuwe kans met het commando voor de bevrijding van Irian-Barat.’ In feite had Bung Karno in 1965 de macht reeds verloren. Ik wist dit, omdat ik bijvoorbeeld een vergunning nodig had om naar het paleis te gaan. Vergeet niet, Subandrio werd gearresteerd door Suharto terwijl hij de gast was van Bapak in paleis Bogor. Bung Karno kon hier niets meer tegen doen. Ook zal Suharto nu wel woedend zijn over onze brief in Vrij Nederland. Dat stond immers gelijk met het werpen van de handschoen? Ik aanvaard het duel. Ik ga dit gevecht in met een hart van staal. Ik ben niet meer de Dewi die men van vroeger kent.’ Kartika interrumpeerde. Zij vroeg haar moeder om een tekening te maken. Dewi: ‘Ik zal een karikatuur van Suharto tekenen.’ ‘Iedereen zegt dat ik stapelgek ben om nu in het hol van de leeuw te kruipen. Maar ik voel dat ik dit moet doen. Rachma (een dochter van Sukarno uit diens eerste huwelijk) heeft mij telefonisch laten weten naar Kemajoran te zullen komen. Men zal wel trachten haar dit te verhinderen. Ik blijf in ieder geval nu in Indonesië zo lang Bung Karno leeft. Dit moet ik doen. Anders zou het schijnheilig zijn geweest dat ik in Vrij Nederland heb gezegd, dat ik bereid was Bapak mijn laatste diensten te bewijzen.’ Zij begon mij tijdens de vlucht naar Bangkok gedachten te dicteren voor een toekomstig boek over Sukarno. ‘Misschien kunnen wij hier in Djakarta aan werken,’ zei ze. Ook ontving zij in het toestel een boodschap uit Japan. Haar vrienden hadden premier Sato benaderd en verzocht zijn invloed bij de Indonesische autoriteiten aan te wenden opdat Dewi's bezoek aan Djakarta zonder moeilijkheden zou verlopen. Er zouden ook stappen zijn ondernomen bij de Indonesische ambassadeur in Tokio, generaal Ashari. |
|