Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 418]
| |
Djakarta - 6 juni 1970Daags na het verschijnen van Dewi's Open Brief in Vrij Nederland (in april) had men in Djakarta met enige tamtam bekend laten maken, dat oud-president Sukarno in geen geval zou worden berecht voor diens zogenaamde rol bij de coup van generaals in 1965. Dit werd in sommige kringen notabene geëist. Ook werd officieel ontkend, dat persberichten juist zouden zijn dat Bung Karno begin 1971 voor een militair tribunaal vragen zou moeten beantwoorden. Het is de vraag of de junta niet toen al wist dat Bung Karno stervende was. 6 juni 1970 was Bung Karno's 69ste verjaardag. Voor het eerst verscheen in de wereldpers een foto van de oud-president, liggend op een sofa, zijn dochter Rachmawati aan zijn zijde, de ogen gesloten. Het was duidelijk. Sukarno's toestand was zeer ernstig. Dewi deelde de Indonesische ambassadeur in Frankrijk, generaal Askari onmiddellijk mee, dat zij binnenkort naar Djakarta zou reizen mét of zonder Suharto's toestemming. Ik herinnerde mij Sukarno's verjaardag van 6 juni 1957, toen hij enkele dagen tevoren had gezegd: ‘Wim, kom maar 's ochtends vroeg met de familie.’ Die familie bestond niet alleen uit zijn kinderen of gezin, maar het voltallige paleispersoneel tot de wachten bij de paleishekken en de afwasjongens uit de keukens toe. Er werd die ochtend gezamenlijk op de trappen van het paleis een foto genomen. Ik ging er met Willem Latumeten, van de persdienst van het Kementrian PeneranganGa naar eindnoot1. heen. Willem in een open hemd met blote voeten in sandalen. Zo ging het in Bung Karno's dagen. Zeer informeel en met warmte van hart. (Zie foto.) Op een tafel die verder helemaal leeg was stond bij het portret van Bung Karno's moeder een vaasje met bloemen. Ook al is het laat in deze herinneringen, wil ik op dit moment toch nog eens benadrukken hoe tegengesteld de werkelijke Sukarno was aan wat men jarenlang over hem gebazeld heeft. Voor Sukarno was een zwangere vrouw het grootste wonder der natuur. Met het moederschap maakte hij diepe ernst. ‘Hij bezag een vrouw, met de ogen van een moeder,’ zei madame Dewi mij eens in de villa van haar huidige man, Francesco Paese, nabij Genève. Hij was een vrouwenjager, ja, maar hij had geen buitenechtelijke kinderen. Ik zie hem nog bij een rondgang door de Galleria degli Uffizi in FlorenzeGa naar eindnoot2. toen hij de curator, professor Salvini, met vragen bombardeerde. Bij het schilderij Adorazione dei Pastori van Hugo van der Goes zei de president tegen mij: ‘Jullie schilderijen hangen ook overal.’ Maar na enige tijd stil gestaan te hebben voor Tiziano's Venere Giacente,Ga naar eindnoot3. zei hij tegen mij: ‘Die vrouw was in verwachting.’ Bij een toespraak tot afgestudeerde studenten van de universiteit van Indonesië in 1963 roerde hij zijn anaks door te zeggen: ‘Steek een bloem in het haar van jullie moeder. Heb je een melati-bloem. Geef haar. Heb je een roos, geef haar, want bloemen maken je moeder mooier dan ooit.’ Ik weet, dat Bung Karno dit meende, dat hij hier uitdrukking gaf aan zijn diepste gevoelens voor de voornaamste betekenis van de vrouw, het moederschap. | |
[pagina 419]
| |
Piet van Bel, lid van de staf, stond 6 juni 1957 vóor mij bij het geven van een felicitatiehand. Bung Karno zei tegen deze Nederlander: ‘Ik dank je voor alles wat je hier voor mij en voor ons allemaal doet.’ Nu was het 1970. Vergeten en verlaten, totaal vereenzaamd en ernstig verzwakt lag Bung Karno op een sofa in het voormalige huis van Dewi. Hartini schreef later, dat hij de lekkere hapjes die men voor hem had meegebracht op die verjaardag onaangeroerd liet. Dochter Rachmawati herinnerde zich in Vrij Nederland, over deze laatste 6de juni van Bung Karno:
Ik was er met mijn jongste broer Guruh. Toen ik de kamer binnenkwam zag ik vader lang uitgestrekt op de sofa liggen, verzwakt en de ledematen en het gezicht sterk gezwollen. Toen ik hem zo zag wilde ik gaan huilen. Ik maakte vader wakker, gaf hem een zoen en wenste hem geluk met z'n verjaardag. Langzaam opende vader zijn ogen. Ik richtte hem een beetje op en zei: ‘Pa, wordt wakker, ik wil u wat zeggen.’ Maar vader antwoordde: ‘Nog even, kind. Nog even, nog een half uurtje, ik wil nog even wat slapen, ik heb werkelijk slaap.’ Op deze tijd van de dag slaap? Zou men vader voortdurend verdovende middelen hebben gegeven? Volgens de verpleger die de medicijnen had gebracht was daar geen sprake van. Maar waarom was vader dan zo verzwakt? Tenslotte maakte Guruh een goed gelijkende foto van vader op zijn verjaardag. Die foto werd over de gehele wereld verspreid en... Suharto schrok hevig. Maar ik geloof er niets van. Suharto deed alsof hij erg geschrokken was. Hij was immers de persoon die op zich de taak had genomen over vaders persoonlijke veiligheid te waken en het is onmogelijk dat hij niet eerder geweten zou hebben dat vaders gezondheid in zo'n kritieke situatie was gekomen. Haastig werd er op Suharto's bevel een team van zeer kundige artsen gevormd. Vaders foto had opschudding in de wereld veroorzaakt en het Indonesische volk was nu ingelicht omtrent vaders lijden in ‘gevangenschap’ van het regime Suharto. Het regime was nu door de mand gevallen. Tevoren was er voortdurend bekend gemaakt dat Sukarno gedurende de hem opgelegde politieke quarantaine goed behandeld werd. Maar nu was duidelijk gebleken dat men bezig was Sukarno op een langzame manier te vermoorden... Maar de vorming van het team van artsen bleek slechts een schertsvertoning te zijn. Vader leed aan zijn nieren en in het team van artsen was geen nierspecialist benoemd. De in het team opgenomen artsen waren niet de artsen die vader nodig had. U kunt zelf een conclusie trekken, in het team zaten een radioloog, een hartspecialist, een huidspecialist, een verloskundige, terwijl vader geheel andere specialisten behoefde. Bovendien had de nu georganiseerde geneeskundige hulp weinig zin, want vader was niet meer te redden.
Dewi was woedend over het publiceren van die vreselijke foto: ‘Hoe heeft de familie die opname vrij kunnen geven? Bapak die altijd scherp op zijn uiterlijk lette als hij voor het voetlicht trad als leider van het Indonesische volk! Als hij dat geweten zou hebben, dat hij gefotografeerd | |
[pagina 420]
| |
werd, weerloos en misschien in coma...’ Toen Bung Karno die laatste verjaardag, 6 juni 1970, bijkwam en hij met de kinderen wat praatte, werd éen moment de politiek aangeroerd. Sukarno zou een van zijn laatste bekend geworden politieke uitspraken doen. Hij vergeleek het pro-Amerikaanse regime in Cambodja met de pro-Amerikaanse regering in Indonesië en brandverfde Lon Nol als ‘een Suharto’. De kinderen lieten zijn woorden uitlekken en men kan zich voorstellen, hoe prettig de generaal dit gevonden moet hebben toen ook de internationale persbureaus er melding van maakten. Bung Karno's typering van deze generaal was een waarheid als een koe. Hij mag ziek en stervende geweest zijn, maar hij taxeerde er de werkelijkheid van wat er in Indonesië gaande was niet minder raak om. Het blijft interessant om tegenover Sukarno's mening, als kenner van Azië bij uitstek, de mening van president Nixon's vertrouwde adviseur, de Duits-joodse emigrantenzoon Henry Kissinger te stellen. ‘Laat men om te beginnen begrijpen, wie deze Lon Nol is. De regering-Lon Nol is de regering-Sihanouk minus Sihanouk.. .’Ga naar eindnoot4. Het valt nauwelijks te verwonderen, dat bij een dergelijke expressie van oneerlijkheid en onkunde de oorlog in Cambodja vijf jaren na Nixon's troonsbestijging voortduurt. Zelfs ná de ondertekening op 27 januari 1973 van het vredesverdrag inzake Vietnam liet onze trouwe bondgenoot meneer Nixon 12 136 illegale aanvalsvluchten op Cambodja ondernemen, waarbij 82 837 ton bommen werden afgeworpen ten koste van éen duizend doden per week. Sedert 1970 vielen in Cambodja alléen 300 000 slachtoffers of meer. Niemand kent het cijfer precies. En vóor het Vietnamese vredesakkoord werd bereikt creëerden onze heldhaftige Amerikaanse bondgenoten voor hun futiele oorlog vanuit veilige vliegende forten op onzichtbare hoogten 21 miljoen bomkraters in de bodem van Azië, aldus werd door de professoren Arthur H. Westing van het Windham College en professor E.W. Pfeiffer van de universiteit van Montana vastgesteld. In totaal gebruikten de Amerikanen in Vietnam, een land dat zij hadden aangekondigd te komen redden, 363 maal de vernietigingskracht van de atoombom boven het Japanse Hirosjima. J.G. Heitink, een gek verbonden aan het dagblad De Telegraaf (later verantwoordelijk gebleken voor het aan mijn beroepsnaam verbinden van de titel spion en collaborateur voor het Kremlin) belastert journalisten, die gegevens als hierboven in de westerse pers plaatsen, met de schandnaam ‘slopers van de vrijheid’ of ‘slopers van de maatschappij’. (Zie De Telegraaf van 4 augustus 1972). Zelfs op zijn sterfbed walgde Sukarno van generaals als Nguyen Van Thieu, Lon Nol en Suharto - en beslist ook van een opperbevelhebber als Nixon - die er geen hand voor omdraaiden dit soort massale bloedbaden, hetzij te doen aanrichten, hetzij uit te voeren, hetzij goed te keuren. De geestelijke en fysieke schade die de Amerikanen sedert 1945 alleen al in Azië hebben aangericht kent in de geschiedenis van de mensheid geen enkele vergelijking. Als onvolwassen delinquenten, die ongelukkigerwijze over gevaarlijk speelgoed kwamen te beschikken, werd in | |
[pagina 421]
| |
naam van de ‘vrije westerse wereld’ op een om zich heen grijpend socialisme ingehakt. Hoe de geschiedenis over dit optreden zal oordelen is duidelijk. En wij, Nederlanders, bevinden ons in de penibele situatie, dat wij politiek, economisch, financieel en ‘cultureel’ met het systeem, dat deze gigantische misdaden jegens Aziaten heeft bedreven, gelieerd en geallieerd zijn. Zo zelfs, dat toen ik op 8 januari 1973 het initiatief nam, tesamen met 120 andere bekende Nederlanders de regering Biesheuvel te verzoeken de Nederlandse ambassadeur in de Amerikaanse hoofdstad uit protest tegen de moordende bombardementen van Nixon op Hanoi terug te halen, men zich over deze démarche in brede kring hogelijk verbaasde. De Her Majesty's Voice-zangers van Buitenlandse Zaken meenden zelfs, dat juist tijdens een crisis Nederland op het hoogste niveau in Washington vertegenwoordigd diende te blijven. Alsof onze zaakgelastigde geen lopende zaken voor koningin en vaderland op Buitenlandse Zaken zou kunnen afhandelen! Trouwens, onze ministers van Buitenlandse Zaken voeren toch niet uit wat het parlement hun opdraagt. Zeker deed Luns dit niet wanneer hij het niet eens was met zijn parlementaire opdrachten. Telegrammen van Van Roijen aan premier en kabinet werden door Luns verduisterd, terwijl de ambassadeur en diens ondergeschikten zich verder in de Verenigde Staten bezighielden met het koeioneren en zwart maken van een journalist die hun niet welgevallig was. Fris stel, deze dienaren van hare majesteit thuis en in de vreemde! Herhaaldelijk telefoneerde ik die kritieke dagen voor Bung Karno in juni 1970 met madame Dewi in Parijs. Zij verzekerde mij, vastbesloten te zijn naar Djakarta te gaan. Zij had dit de Indonesische ambassadeur in Frankrijk bij een toevallige ontmoeting op het vliegveld Orly nogmaals meegedeeld. Zij vroeg mij als Nederlander en journalist met haar mee te willen reizen, zodat zij tenminste enige bescherming zou hebben bij aankomst in Djakarta. Dewi besefte toen nog niet in welke mate het generaalsregime mij haatte, vooral na mijn recente briefje aan Suharto.Ga naar eindnoot5. |
|