Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdam - 17 april 1970De Telegraaf kwam in fel verzet tegen het voornemen van de nos om het interview met Dewi Sukarno in aansluiting op de Open Brief aan Suharto in Vrij Nederland uit te zenden, oltmans en nos vinden elkaar, aldus een vette kop in dit blad.Ga naar eindnoot1. Frank de Jong had reeds naar Carel Enkelaar, | |
[pagina 414]
| |
hoofd van de nos-programmaleiding getelefoneerd om te verzinnen, dat ik optrad ‘als perschef van mevrouw Sukarno’. Dewi was nu plotseling ‘de zielige verongelijkte vrouw, die in gezelschap van een Siamese kat en een dozijn koffers reeds in 1966 Indonesië had verlaten.’ Telegraaf-lezers schijnen deze zaken niet op te merken of dit althans geen belemmering te vinden voor het continueren van een abonnement. ‘Ik weet, dat er leugens in staan. Ik vind vele artikelen zelfs slecht geschreven. Toch lees ik al die roddelrubrieken opnieuw en denk: hoe is het mogelijk. Het blijft een gezellige krant,’ zegt mij een intellectuele dame, die onveranderd ppr stemt. Zij vindt De Telegraaf in wezen zelfs een verkapte fascistische Waarheid. Wat moet je met zulke mensen? De ellende blijft, dat het merendeel van de Telegraaf-lezers wat er staat voor zoete koek aanneemt - tot freule Wttewaall van Stoetwegen toe - en dat het kwaad bij denkvervuiling-op-nationale-schaal, dat wordt aangericht, onmetelijk is. Het volk heeft niet alleen de leiders die het verdient. Het heeft ook de populairste krant die het verdient. Waarom verkoopt de New York Daily News - een schandaal-en-sensatieblad par excellence - dagelijks nog altijd 6 miljoen exemplaren en de rustige, gezaghebbende New York Times 800 000? De beschaafde Herald Tribune had voor het blad werd opgeheven, nog slechts een oplaag van 100 000. Lenin noemde ideeën al gevaarlijker dan kanonnen. Helaas doet onderhoudende gezelligheidsjournalistiek, begeleid door gruwelplaatjes of waar mogelijk door naakt, zelfs in de laatste decennia van de twintigste eeuw nog altijd beter verkopen dan een krant, die van haar pagina's in eerste instantie een volksuniversiteit probeert te maken. Zolang De Telegraaf, met haar opzettelijk vervalste en geschandaliseerde informatie en ideeën, ons populairste ochtendblad blijft, woekert er een vijand in ons midden, infectueuzer en gevaarlijker dan alle NAVo-kannonen op éen rij. Dewi nam via mijn bemiddeling contact op met mr. M.G. Rood, die De Telegraaf sommeerde de schandalige berichtgeving te corrigeren. Op 25 april 1970 meldde dit blad: ‘Mevrouw Sukarno voelt zich door onze publikaties van 16 en 17 april 1970 gekwetst. Als dat werkelijk zo is, zijn wij de eersten om onze excuses aan te bieden.’ In aansluiting op dit verkapte excuus ging De Telegraaf uiteraard vrolijk verder met madame Dewi te beroddelen. Opmerkelijk is, dat een behoorlijke man, als Bob Kroon, Telegraaf-correspondent in Genève, verwoede pogingen heeft ondernomen om Dewi's image in zijn krant te verbeteren. Hij leerde haar tenslotte zelf in Zwitserland kennen. Zijn stukken werden afgedrukt naar ik aanneem, onverkort. Maar dat zijn dan stunts, die alleen bij mooi weer en volle maan in De Telegraaf mogelijk zijn, als de kwaadaardige bazen van honk zijn. Ook maakte Kroon onlangs een televisieopname van 45 min. met madame Dewi, maar hij zag geen kans die onder het regime van Jaap van Meekren bij avro's Televizier (tot dusverre) geplaatst te krijgen. Intussen zond mr. Rood, na bij mij geïnformeerd te hebben of Dewi ‘rijk’ was, een declaratie van 868 gulden, inbegrepen btw. Hiervoor had hij dus een visite van 45 minuten bij haar in het Apollo hotel afgestoken, twee brieven geschreven, en een uiterst beperkt succesje geboekt. Bovendien deelde ik Rood mee dat madame Dewi zeker niet ‘rijk’ kon | |
[pagina 415]
| |
worden genoemd, wanneer men de ‘rijkdom’ van de familie en nabestaanden van Sukarno tenminste meende te moeten afwegen aan de compteen-banques van de Suharto's, Alamsjah's, Surjo's, Ibnu Sutowo's, en consorten. Hierbij moet uitdrukkelijk worden vermeld, dat Nasution, alhoewel hij mede verantwoordelijk kan worden gesteld voor de toestand in het Indonesië, zowel van Sukarno als van Suharto, deze op-en-top officier geheel buiten beschuldigingen van corruptie staat. |
|