Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdHuis ter Heide - Kerstmis 1964 (3)Voor mij had Verrips inderdaad bonafide claims voor bewezen diensten aan de groep-Rijkens op de voorzitter van deze club. Waarschijnlijk beschikte hij over pressiemiddelen, misschien zelfs chantagemethoden, om zijn honoraria betaald te krijgen. Werner Verrips is een unvollendete zaak. Nog in 1965 vertelde de zaakgelastigde van Indonesië in Den Haag, Wiarto, mij: ‘Naast al zijn fantastische verhalen heeft deze Verrips ons goede tips, ook aan onze diplomatieke vertegenwoordiging in Den Haag gegeven. Dit betrof bijvoorbeeld navo-bemoeiingen in Zuidoost-Azië. Eens heeft hij ons de volledige rapporten over een belangrijke navo-vergadering voor tienduizend gulden aangeboden. Hij kon dit voor een laag bedrag doen omdat een lid van de Nederlandse afvaardiging bij de navo geld nodig had gehad om een tweede vrouw te onderhouden.’ Ook Pak Wiarto was ervan overtuigd, dat Verrips een dubbelspion was geweest, die zowel voor de Amerikaanse als de Sowjet-inlichtingendiensten had gewerkt. Sinds de Tweede Wereldoorlog is het wereldje van sensatieverhalen overstroomd geweest met pittige verhalen. Kolonel Rudolf Abel werd ‘geruild’ tegen de boven de Sowjet-Unie neergeschoten U-2 piloot, Gary Powers. In Londen opereerde de Sowjet-agent Konon Trofimovitch Molody als Gordon Lonsdale, die op zijn beurt werd uitgeleverd voor een Britse medewerker van de beruchte Oleg Penkovsky, Greville Wynne. Andere bekend geworden spionnen waren Ivan Egorov, een functionaris verbonden aan de Verenigde Naties en de Italiaan Giuseppe Martelli, die voor het Kremlin agent was. Drie Britten, Burgess, Maclean en Philby verdwenen naar Moskou, toen hun ontdekking als Sowjet-spionnen nabij was. | |
[pagina 239]
| |
In ernstige twijfel heeft men ook de echtheid getrokken van de in 1970 verschenen zogenaamde memoires van Khrushchev, ondanks een voorwoord van de gezaghebbende Britse journalist Edward Crankshaw. Het boek werd ‘vertaald en geredigeerd’ door Strobe Talbott, en gepubliceerd door Little, Brown and Company, Boston, Toronto. Sukarno en Indonesië komen er niet in voor. Talrijke commentatoren hebben geschreven, dat het een duidelijke vervalsing was. De cia heeft meegedeeld in 1965 niet minder dan 32 vervalste documenten, afkomstig van een speciale afdeling van de Sowjet kgb, compleet met briefhoofden en cia-nummering te hebben ontdekt. Sommige van deze stukken werden te koop aangeboden, andere aan naïeve kranten of journalisten ter beschikking gesteld. Indonesië heeft een beruchte zaak, die van de Gilchrist-brief, gekend. De Britse ambassadeur, Sir Andrew Gilchrist zou hierin over een gesprek met de Amerikaanse ambassadeur Howard P. Jones aan het Britse Foreign Office hebben gerapporteerd over een mogelijke staatsgreep tegen de regering Sukarno ‘met behulp van onze lokale vrienden in legerkringen’. Minister Subandrio maakte de brief tijdens een bezoek aan Caïro, in juli 1965 openbaar, vlak na de mislukte Afro-Aziatische Conferentie in Algerije. Tijdens het in 1966 tegen Subandrio gevoerde proces zei de voormalige vertrouweling van Bung Karno, dat hij de brief als authentiek had beschouwd en op 26 mei 1965 aan de president had doorgegeven. Howard Jones meldde, dat het een ‘slimme vervalsing’ betrof van een zogenaamd door Gilchrist geschreven brief om Sukarno nog eens extra achterdochtig te maken ten opzichte van de Amerikanen, Engelsen en bepaalde legerkringen.’Ga naar eindnoot1. Sheldon W. Simon rapporteerde, dat Subandrio tijdens zijn proces in 1966 gezegd zou hebben, dat de Gilchrist-brief in circulatie werd gebracht om China aan de verdediging van Indonesië te binden en om Londen ervan te overtuigen, dat een aanval op Indonesië niet slechts op een lokaal conflict zou uitlopen. Dus om te bewijzen dat Indonesië niet geïsoleerd zou zijn bij een conflict met Engeland of Amerika over Maleisië.Ga naar eindnoot2. Professor Paul W. Blackstock van de Universiteit van South Carolina heeft er op gewezen, dat bijvoorbeeld de zogenaamde memoires van Maxim Litvinov, voormalig Sowjet-minister van Buitenlandse Zaken absoluut vervalst zijn. Ook de zogenaamde ‘strategische these van maarschalk Bulganin’ zou het werk zijn geweest van vijandige inlichtingendiensten, evenals de zogenaamde memoires van generaal Vlassov, die uit Russische krijgsgevangenen een leger voor Hitler vormde en uiteindelijk werd opgehangen, niet echt zouden zijn. Professor Blackstock heeft bijvoorbeeld aangetoond, dat de zogenaamde ‘neef’ van Joseph Stalin, Budu Svanidze, die fascinerende herinneringen aan de Sowjet-dictator schreef, nooit heeft bestaan. C.L. Sulzberger heeft in de New York Times de in 1929 naar Frankrijk uitgeweken Sowjet-diplomaat, Grigori Bessedovsky aangewezen als de vermoedelijke auteur van een aantal van dergelijke ‘authentieke documenten’. Bessedovsky stelde eens in een brief aan een emigrant uit Polen: ‘Ik schrijf slechts boeken voor idioten. Wanneer ik Stalin uitbeeld | |
[pagina 240]
| |
of Molotov in pyjama, wanneer ik de ongunstigste verhalen over hen vertel - het doet er niet toe of zij waar zijn of verzonnen - dan kan men er zeker van zijn dat niet alleen alle intellectuelen in het westen deze verhalen zullen verslinden, maar eveneens de belangrijkste kapitalistische staatslieden, op weg naar een conferentie, zullen mijn boek op het station aanschaffen om er vervolgens in hun pullman-rijtuig over in slaap te vallen... Alah heeft slechts geld beschikbaar gesteld voor de armen, opdat zij die intelligent zijn er gemakkelijk van kunnen leven.’ Sulzberger voegde aan deze passage in de Times toe: ‘Feiten, verdichtsels, halve waarheden en vervalsingen worden door elkaar gemixed bij het vreemde spel van elkaar beconcurrerende inlichtingendiensten en ambitieuze kapitalistische ondernemers. Toen een Amerikaanse militaire attaché in Moskou eens zijn dagboek verloor, gaf de Sowjet-veiligheidsdienst de aantekeningen in boekvorm uit volgepropt met vervalste inlassen, zoals: “Oorlog! Zo spoedig mogelijk! Nu”.’ Voor mij ressorteerde het mysterie Verrips van het begin (de professor) tot het einde (het viaduct bij Sassenheim) onder deze categorie menselijke uitwassen en verworvenheden, waar geen hond, en zeker niet het uiteindelijke slachtoffer zelf, mee gebaat was geweest. |
|