Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdHuis ter Heide - Kerstmis 1964 (1)Ik maakte de balans op van het geval Verrips. Wie was deze man? Een avonturier? Een fantast? Een dubbelagent? Een gek? Wat? Wie was deze niet te grijpen Pimpernel? Frans Goedhart, de ds 70'er, had hem het eerst ontdekt. ‘In Indonesië kreeg Verrips spoedig het gevoel dat hij aan de verkeerde kant van het front stond. Waarom moesten wij, Hollanders, de Indonesiërs met militair geweld te lijf gaan?’ Verrips liep over. ‘De grote waardering, die men in Indonesië voor Verrips had,’ schreef Goedhart, ‘kon door al zijn prestaties, die hij in het algemeen op belangeloze wijze verrichtte, alleen maar toenemen. Bij ministers, hoge officieren en politieautoriteiten kon hij op elk gewenst ogenblik binnenlopen, men verschafte hem alle denkbare faciliteiten, aanbevelingen en volmachten.’Ga naar eindnoot1. In de tijd dat ik hem kende hadden Goedhart en Verrips ruzie gekregen. Dan was dr. M. van Blankenstein erbij betrokken geweest, die aanvankelijk geloofde dat de broer van Verrips professor was en die later tegen Hofland zei, zich zorgen om het welzijn van Paul Rijkens te maken ‘van- | |
[pagina 236]
| |
wege de gevaarlijke activiteiten van Verrips’. En dan Paul Rijkens zelf, die eveneens had gemeend met een hoogleraar te doen te hebben, hem bovendien zomaar 150 000 gulden had voorgeschoten, aldus wist Konijn te bevestigen, en naar zijn geld kon fluiten. Verrips financierde er immers zijn nieuwe bungalow in Huis ter Heide van. Verrips had toegezegd, Rijkens het geld via een Zwitserse bank te zullen retourneren. Waarschijnlijk via een rekening van generaal Yani, die enkele miljoenen zou hebben opgestreken bij de voorgenomen aankoop van Hispano Suissa-raketten. Reindert Zwolsman, bij wie Rijkens president-commissaris was, zei later tegen de Haagse Post: ‘Verrips was een merkwaardige kerel, die ik niet vertrouwde.’ Hoe de verhouding Rijkens-Verrips was geweest, kon (wilde) Zwolsman niet zeggen. ‘Ik geloof, dat Rijkens door Verrips werd gechanteerd. Een andere verklaring heb ik er niet voor.’ Met wat ik weet - bij wat mevrouw Verrips weet - van de warm-koud-verhouding tussen Verrips en Zwolsman, wijs ik Zwolsman's praterij af. Ook ik weet niet hoe de Verrips-puzzel precies in elkaar heeft gezeten. Voor mij staat vast, dat de groep-Rijkens bijzonder slecht van afrekenen was, en bij alle activiteiten van Verrips op hun verzoek uitgevoerd in Amerika, Italië, Frankrijk, en de grote heer mag weten waar elders, kwamen de kleine heren gewoon traag, te langzaam of niet over de brug. Intussen repte Rijkens maar liever met geen woord over Verrips in zijn memoires.Ga naar eindnoot2. Dat heren als Rijkens soms, laat ik het voorzichtig zeggen, van controversiële vrienden en medewerkers gebruik maakten, bevestigt prins Bernhard in zijn autobiografie. Dr. Joseph H. Retinger, Pool, geboren in Krakow, gestudeerd hebbende aan de Sorbonne, vriend van André Gide, François Mauriac en Maurice Ravel, was de eigenlijke grondlegger van de Bilderberg-gedachte geweest. Retinger was een soort eminence grise van Europa, een Talleyrand zonder portefeuille, of wat Ian Fleming zou hebben omschreven met een James Bond. Retinger was in het boek van de prins iemand, die niet terugdeinsde ‘om zijn doelstellingen door middel van afwijkende methoden te bereiken’. Retinger was een vriend van Rijkens. Rijkens bracht Retinger met zijn Bilderberg-gedachte naar Soestdijk. Retinger was bezorgd, zoals prins Bernhard het noemt, ‘over het wassende getij van anti-Amerikanisme in Europa’, en zo zijn de Bilderberg-conferenties tot stand gekomen om gezamenlijk hier iets tegen te ondernemen.Ga naar eindnoot3. |
|