Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 226]
| |
Kuala Lumpur - 5 oktober 1964 (1)In 1962 waren de staatshoofden van Malakka, de Filippijnen en Indonesië in Manilla bijeen geweest om de betrekkingen en banden tussen de broedervolken van Zuid-oost-Azië te verstevigen. Alle partijen waren akkoord gegaan met het tot stand komen van een Maleisische Federatie, mits de restanten van het Britse imperialisme op Borneo, de kroonkoloniën Serawak en Saba en het protectoraat Brunei in vrijheid voor het regime in Kuala Lumpur zouden opteren. De Verenigde Naties zouden bij het te houden referendum toezicht houden. Djakarta en Manilla zouden waarnemers zenden. Het werd een kermis. Malakka drukte de zaak met steun van haar westerse bondgenoten met kracht door en op 16 september 1963, vóordat alle partijen wisten wat er was gebeurd, werd de federatie Maleisië uitgeroepen, bestaande uit Malakka, Singapore, Saba en Serawak. Brunei deed niet mee. Sukarno was woedend. Hij beschouwde de hele affaire als een door Engeland en Amerika geïnspireerde trick, waarbij de westerse mogendheden, via het zeer pro-westerse Maleisische bewind, een dikke vinger in de zuidoostaziatische pap zouden houden. In zijn autobiografie vermeldde Bung Karno, dat hij er met zijn vriend, Howard Jones, de Amerikaanse ambassadeur, woorden over kreeg. Jones pareerde in zijn memoires, met zijn lezing van het incident, dat Sukarno doordraafde, en Engeland en Amerika absoluut niet had hoeven te wantrouwen. Nadat Indonesië en de Filippijnen op 16 september aankondigden, de nieuwe federatie Maleisië niet te zullen erkennen, bekogelden jongeren nog dezelfde dag de Indonesische ambassade in Kuala Lumpur. Alléen ruiten sneuvelden. Direct bestormden Indonesiërs in vergelding de ambassades van Malakka en Engeland in Djakarta. Aanvankelijk bleef men buiten de hekken. Maar toen de nog negentiende-eeuws denkende Britse ambassadeur, sir Andrew Gilchrist, een militaire attaché zijn balkon op stuurde om een uitdagend doedelzakconcert te gaan staan geven, brak de Indonesische menigte door de hekken en stak men de Rolls Royce van Gilchrist in de fik. 17september 1963 verbrak Maleisië de diplomatieke betrekkingen met Indonesië. 18september 1963 bestormden Indonesiërs opnieuw de Britse ambassade in Djakarta en staken het gebouw ditmaal in brand. De Indonesische confrontatie met Malakka was een feit. Bung Karno gebruikte ‘alle beschikbare middelen’ om het necolim-geïntrigeer in Zuidoost-Azië het hoofd te bieden. Zo verbrak hij tijdens de confrontatiepolitiek tegenover Maleisië de economische betrekkingen met Singapore, een daad waar zowel de van de illegale smokkel profiterende topgeneraals in Djakarta, als de cia en het State Department in Washington nog al wat hoofdbrekens over hadden. Maar de toenmalige Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken voor Zuidoost-Azië, de wijze Averell Harriman, reageerde anders op Sukarno's besluit. ‘Vroeger,’ aldus Harriman, ‘stuurde het negentiende-eeuwse Engeland een kruiser van de marine wanneer ergens een brandhaard ontstond.’ En | |
[pagina 227]
| |
zijn commentaar op Bung Karno's anti-Singapore-maatregel was dan ook: ‘dat is de enige kruiser waar de nieuwe naties in Azië over beschikken.’Ga naar eindnoot1. |
|