Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 157]
| |
Belgrado - 31 augustus 1961President Sukarno vierde zijn verjaardag op 6 juni 1961 in Moskou. Hij danste met Khrushchev de cha-cha-cha. Leonid Brezhnev gaf een leskinka weg. Bovendien werd in Moskou bij die gelegenheid bekend gemaakt, dat nieuwe kredieten voor wapenleveranties aan Indonesië zouden worden verstrekt. De Sowjet-minister van Defensie Rodion Y. Malinowsky en zijn Indonesische collega Nasution ondertekenden tijdens Bung Karno's bezoek een overeenkomst waarbij de bevrijding van Nieuw-Guinea uit de tentakels van het westerse imperialisme centraal stond. Internationaal trok deze gebeurtenis de aandacht. De Londense Daily TelegraphGa naar eindnoot1. publiceerde een hoofdartikelGa naar eindnoot2. waarin melding werd gemaakt van Russische leveranties van kruisers en bommenwerpers aan Indonesië, ‘waarbij wij wijzen op het feit dat de Sowjets slechts profiteren van ruzie tussen westerse en niet-gebonden (neutrale) landen.’ 3 juli 1961 kwamen de eerste Sowjet tu-16 lange afstandsbommenwerpers in Indonesië aan. Hiermee zouden aanvallen vanuit Oost-Indonesië op Nieuw-Guinea uitgevoerd kunnen worden, mig-21 supersonische gevechtsvliegtuigen landden op Tjililitan, het militaire vliegveld van Djakarta. Indonesië werd wegwijs gemaakt in het gebruik van geleide projectielen. Het tempo van de Indonesische oorlogsvoorbereidingen nam zienderogen toe. De Luns-politiek dreef Sukarno en Nasution verder in de armen van Khrushchev. De Sowjet-premier voorspelde openlijk tijdens Bung Karno's verjaarspartij, dat Irian-Barat spoedig uit de greep van het westerse kolonialisme zou worden bevrijd. In westerse hoofdsteden werd de Indonesisch-Russische toenadering met zorg gadegeslagen. Misschien was generaal Nasution zelf ook bezorgd over de toenemende invloed van het Kremlin in Zuidoost-Azië, door belangrijke wapenleveranties aan Indonesië in verband met de bevrijdingscampagne van Irian-Barat, dat hij daarom zijn privé-afgezant, Ujeng Suwargana, op Nederland af stuurde en naar Bonn en Parijs kwam om een eigen diplomatiek offensief rond Nederland te openen. Maar was het niet Luns' uitzonderlijke bokkigheid over de Papoea's, die Sowjet-wapens naar Indonesië deden stromen? 1961 was voor president Kennedy zijn moeilijkste jaar op het Witte Huis. Op 15 april kreeg hij bij de Varkensbaai op Cuba, een nederlaag te incasseren, waar een door de regering Eisenhower-Nixon en de cia geplande ‘invasie’ werd uitgevoerd, die grandioos mislukte. | |
[pagina 158]
| |
Hiermee had Fidel Castro gewipt moeten zijn! Washington was echter zodanig ‘abuis’ over wat er werkelijk aan de hand was een paar honderd kilometer buiten de kusten van Florida, dat men met de grootste zorg zich af moet vragen wat het duurste en meest modern uitgeruste inlichtingenapparaat ter wereld weet van werkelijke toestanden aan de andere kant van de aardbol, hetzij bijvoorbeeld in Cambodja, hetzij in Indonesië. In juni 1961 volgden bezoeken aan Charles de Gaulle in Parijs en Nikita Khrushchev in Wenen. Over de voorbereiding van de ontmoeting met de Sowjet-premier had ik een belangwekkend gesprek met de psychiater professor Bryant Wedge van de School of Law and Diplomacy aan de Tufts Universiteit nabij Boston.Ga naar eindnoot3. Hij had indertijd samen met een twintigtal psychologen, sociologen, antropologen en geschiedkundigen een rapport ter oriëntatie van de Amerikaanse president geschreven over de persoonlijkheid van Khrushchev, dat als handleiding voor deze ontmoeting in Wenen moest dienen. Ik vroeg professor Wedge of Khrushchev een ijdel man was geweest. ‘Integendeel, in grote lijnen vonden wij hem juist sympathiek.’ Waarom de ontmoeting in Wenen een fiasco werd? ‘Omdat Kennedy onervaren was en te voorzichtig is geweest. Khrushchev heeft toen de indruk gekregen dat jfk zwak en twijfelachtig was. Hij zette dan ook prompt in de zomer van 1961 de Berlijnse muur neer.’ Een ander advies aan Kennedy was: ‘Voer geen democratische beweegredenen aan. Deze man kan letterlijk niet begrijpen wat democratie betekent, of wat de verhouding burger-staat in de westerse wereld betekent. Onze interpretatie van plaatselijke autonomie, of van begrip van niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden van staten is voor Khrushchev niet te volgen. Uitsluitend het pragmatische eigenbelang van de Sowjet-Unie staat Mr. K. bij al zijn handelingen en redeneringen scherp voor de geest.’ Pas tijdens de Cubaanse rakettencrisis van 1962 had jfk volgens professor Wedge de adviezen van de adviescommissie opgevolgd en een harde lijn gevolgd, die Mr. K. onmiddellijk begreep. Zodoende werd een diplomatieke overwinning geboekt, toen Moskou de raketten uit Cuba verwijderde.Ga naar eindnoot4. Op 1 september 1961 was ik in de Joegoslavische hoofdstad, waar de landen van het neutrale, niet-gebonden blok onder voorzitterschap van maarschalk Tito opnieuw bijeen zouden komen. Dit soort conferenties, waar Bung Karno in 1955 in Bandung de grondslag voor had gelegd, werden in Moskou en Washington met zorg gadegeslagen, omdat men Chinese dominantie in de Derde Wereld vreesde. Summit-diplomacy was voor Sukarno een geliefkoosde wijze van internationale en globale contacten leggen, ook omdat het persoonlijk ontmoeten en onder vier ogen confereren aansloot op de zuiver Indonesische modus operandi. In zijn rede voor de Algemene Vergadering van de uno in 1960 | |
[pagina 159]
| |
had Sukarno reeds het onderstaande initiatief ontwikkeld. De te nemen besluiten van de Belgrado-conferentie waren er een logische voortzetting van. Bung Karno zei in 1960 onder meer: ‘Er wordt gezegd, dat wij leven in een Revolutie van Stijgende Verwachtingen. Dat is niet waar! Wij leven in een Revolutie van Stijgende Eisen! Zij die voorheen geen vrijheid kenden, eisen nu vrijheid. Zij, die vroeger geen recht van meningsuiting hadden, eisen thans dit recht op. Zij, die voorheen honger leden eisen nu rijst, in overvloed en iedere dag. Zij die voorheen niet konden lezen of schrijven eisen thans een behoorlijke opvoeding. Onze ganse wereld is een uitgestrekt kruitvat van revolutie! Niet minder dan driekwart van de mensheid is bij deze Revolutie van Stijgende Eisen betrokken en dit is dan ook de meest gigantische revolutie sedert het tweevoetige dier, de mens, in het aardse paradijs tot leven kwam.’ Sukarno diende daarop al in 1960 namens de delegaties van India, de Verenigde Arabische Republiek, Joegoslavië, Ghana en Indonesië bij de Algemene Vergadering een ontwerp-resolutie in, die luidde: ‘Met diepe bezorgdheid nemen wij een verslechtering van de internationale betrekkingen tussen landen waar die ernstige gevolgen zou kunnen hebben. In het besef van de grote verwachtingen die de wereld koestert, dat deze vergadering zal bijdragen tot het voorbereiden van stappen die de spanningen in de wereld zullen kunnen verminderen, Volledig bewust van de urgente en ernstige verantwoordelijkheid die op de Verenigde Naties rust om pogingen te ondernemen de situatie te verbeteren, Verlangen wij, als eerste dringende stap, dat de president van de Verenigde Staten en de voorzitter van de Raad van ministers van de Sowjet-Unie hun onlangs onderbroken contacten hervatten, opdat hun eerder toegezegde bereidheid de voor de wereld geplaatste problemen langs de weg van onderhandelingen op te lossen op progressieve wijze zal worden toegepast.’Ga naar eindnoot5. Er bestaat geen twijfel over, dat Sukarno, de grondlegger van de eerste Afro-Aziatische Conferentie van 1955, ook de initiatiefnemer van de bovenstaande resolutie in de uno was. Zij benadrukt en licht andermaal de internationale politieke filosofie van de staatsman Sukarno toe. Bung Karno toetste voortdurend zijn Indonesische musjawarah en mufakat aan de internationale situatie.Ga naar eindnoot6. Wanneer men dan het communiqué leest, dat de presidenten van Amerika en Rusland, Nixon en Brezhnev, na afloop van hun tapgesprekken in Camp David en San Clemente in juni 1973 publiceerden, waarbij werd aangekondigd, dat Nixon in begin 1974 opnieuw naar Moskou zou reizen, kan men stellen dat éen van Sukarno's dierbaarste wensen, musjawarah tussen de twee wereldmachten, in vervulling is gegaan. En hierin, ook omdat ik het met Sukarno's opvattingen over voortdurend internationaal overleg steeds volledig eens ben geweest, zie ik de belangrijke en positieve bijdrage van Richard Nixon en Henry Kissinger aan de moderne wereldgeschiedenis. Want zij waren het, die | |
[pagina 160]
| |
een werkende dialoog tussen Washington en Moskou en Washington en Peking wisten te verwezenlijken. Het zou niet te verwonderen zijn, wanneer deze voortdurende contacten tussen Amerikanen en Russen en Amerikanen en Chinezen op den duur ook de gesprekken tussen Moskou en Peking weer in positieve zin op gang zouden brengen. Daar staat tegenover, dat critici van de zogenaamde ‘Nixinger’-wereld-politiek van mening zijn dat Nixon en Kissinger gevaarlijke mythen schiepen, ter vergroting van eigen prestige als wereldstrategen, ter bevordering van de kansen voor de presidentiële herverkiezing van 1972, terwijl in werkelijkheid de zogenaamde toenaderingen tussen Washington en Peking en Washington en Moskou veel minder om het lijf hadden dan van hogerhand werd voorgesteld. Kissinger heeft sedert augustus 1973 zijn voorgenomen bezoeken aan Peking herhaaldelijk moeten afzeggen, omdat prins Norodom Sihanouk eenvoudig te kennen gaf kennelijk met instemming van Chou En-lai niet aanwezig te zullen zijn als Henry in town zou zijn. Het is wellicht te vroeg om te juichen. Tenslotte zeilde Nixon in 1970 Cambodja binnen onder leugens en valse voorwendselen en kan men in 1973 gereserveerd staan tegenover diens pogingen om zoete broodjes te bakken met prins Sihanouk. De Belgrado-conferentie vaardigde na afloop van het overleg premier Nehru en president Kwame Nkrumah naar Moskou af, terwijl Sukarno en president Modibo Keita van Mali naar president John F. Kennedy reisden. De landen van Afrika en Azië wilden de atoommachten eraan herinneren, dat ‘wanneer mannetjesolifanten vechten het prairiegras wordt platgestampt’. De bede van de Bandung-Belgrado-groep van landen luidde in wezen: Wij wensen meer overleg (musjawarah) om tot meer overeenstemming (mufakat) te komen. |
|