Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdBandjermasin - 14 juli 1957 (1)Met twee toestellen van de Garuda landde Sukarno en diens gevolg in de vroege middag op het vliegveld van Bandjermasin. De president zou een reis van tien dagen door KalimantanGa naar eindnoot1. gaan maken. Om 16.00 uur werd een massale bijeenkomst gehouden op een sportveld. Tienduizenden mensen waren voor het bezoek op de been. Ook een aantal ministers en ambassadeurs waren meegekomen. Onverwachts riep de president mij tijdens zijn redevoering opnieuw bij zich. Ik aarzelde. Sudibjo, de minister van Voorlichting, riep echter: ‘Bapak bedoelt ú!’ Ditmaal waren wij niet in een gesloten bioscoopzaal maar op een open veld met duizenden mensen. Bung Karno sprak in de Indonesische taal over mij tegen zijn volk, terwijl ik naast hem stond. Ik keek in al die vriendelijke gezichten, die naar aanleiding van Sukarno's woorden ook met bewondering naar mij keken. Wetende hoe men in Nederland over de gevoelens van het Indonesische volk of Sukarno ten aanzien van Nederlanders dacht, voelde ik mij niet prettig. Hoe zou ik wat ik hier ervoer ooit in Nederland geloofwaardig kunnen maken? Ik voelde mij bovendien beschaamd over alle onwaarheid en negatieve gedachten die ten aanzien van deze aardige en hartelijke mensen leefden in het deel van de wereld dat ik op dát moment in Bandjermasin vertegenwoordigde. ‘Om u allen te tonen, dat mijn gevoel voor deze Nederlander waarachtig is, reik ik hem hier voor u allen de hand,’ aldus de president.Ga naar eindnoot2. Hij gaf een uitvoerige toelichting en zei zeker te weten, dat ik alles in het werk stelde om het Indonesische standpunt over Irian-Barat in Nederland ingang te doen vinden. ‘Hij vindt onze eis om Irian-Barat een rechtvaardige eis,’ aldus Bung Karno. | |
[pagina 43]
| |
Bij het verlaten van het terrein werd ik bestormd. Ik moest vele handen schudden. Tenslotte droeg een groep padvinders mij op de schouders. |
|