Bijlage 5
Mr. Hans van Mierlo
Minister
23 mei 1995
Geachte heer Minister.
Had gehoopt dat bij Uw intrede mijn arbeid als journalist niet langer door BuZa gesaboteerd zou worden.
Het tegendeel bleek waar de afgelopen acht dagen met Pieter in Margriet, waar ik voor Story een reportage heb geschreven.
Ik ben voor geen enkele officiële gelegenheid, waar andere persorganen (ook Nederlandse) wel naar toe gingen, uitgenodigd. Tijdens het hele bezoek ontving ik in een lege enveloppe een kaartje voor een concert in het hotel. Toen ik protesteerde in milde termen bij mevrouw Van Vonderen van de rvd (zie kopie) schreef zij in de haast op de achterkant een vluchtig bericht dat ik voor alles was uitgenodigd. Maar een andere schrijvende journalist ontving van de ambassadeur drie schriftelijke uitnodigingen. Toen ik de ambassadeur vroeg waarom ik niet, zei hij dat die uitnodigingen in mijn hotel waren afgegeven. Toen ik aanhield dat het hotel dit ontkende, zei hij, ‘dan is er een administratieve fout gemaakt.’ In Jakarta heette het vorig jaar ‘een technische fout’ maar ik ben even ver als in 1994.
De heer Lubbers voorspelde, dat het persona non grata-schap, door Luns in 1962 ingesteld, nooit meer zou zijn terug te draaien. Ook niet door U?
Zoals de rvd de heer Lubbers de schadeberekening van de nvj, gesteld op 2, 8 miljoen, onthield, - toen Lubbers mij op 8 augustus 1994 een voorstel deed had hij hier nooit van gehoord - zo zend ik deze brief ook naar de heer Wolffensperger omdat het me niet zou verwonderen wanneer het apparaat ook U relevante informatie zou weten te onthouden. Ik word 10 juni 1995 zeventig jaar en misschien kan na 40 jaar sabotage thans besloten worden deze waanzin voor eens en voor altijd stop te zetten? Mijn hoop is op U gevestigd.
Met een groet,
Willem Oltmans
|
|