De staat van bedrog
(1997)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 112]
| |
31 januari 1997Bezoek van anderhalf uur met Peter Nicolaï en Ellen Pasman bij oudpremier Ruud Lubbers in diens woning te Rotterdam. Ria Lubbers bracht een blad met koffie binnen. We zaten in zijn werkkamer op de eerste etage. Hij was open en recht door zee. Hij zei dat ik iemand was waarbij aanvankelijk alles uitstekend en vlot verliep, maar dan kon er opeens iets gebeuren, en dan werd ik ‘vilein’ en ging met messen steken. Ik antwoordde dat ik alleen heftig reageerde en inderdaad zonder aanzien des persoons, wanneer er bedrog of andere onbehoorlijke zaken in het geding waren, en dat het merendeel van mijn relaties al veertig of vijftig jaar duurden. We kwamen op Zuid-Afrika. Hij vertelde mij in 1994 mee op reis te hebben genomen omdat er eindelijk jegens mij gewoon diende te worden gedaan. ‘Uiteindelijk bestond de mening, dat u een gevaar vormde om mee op reis te nemen’, aldus Lubbers. Hij noemde in het rijtje van organisaties die me als een gevaar beschouwden ook ‘het Hof’. Op mijn opmerking dat ik het nodige te verduren had gehad van Buitenlandse Zaken en de inlichtingendiensten ging hij niet in. Hij dacht dat Wim Kok geen belangstelling had voor mijn precaire situatie en er geen zin in had om zich ermee te bemoeien; hij had weinig tijd en mijn zaak irriteerde hem. In het algemeen schetste hij mijn proces als een mission impossible. Hij adviseerde om het kamerlid Wallage te benaderen en vooral om opnieuw, liefst met de nvj>/sc>, met deze affaire naar de kamercommissie van Buitenlandse Zaken te gaan. Dan wordt Hans van Mierlo op het matje geroepen. ‘Er zijn de nodige mensen geweest die begrepen dat ik jouw situatie probeerde te normaliseren,’ aldus de ex-premier, ‘en dan kreeg ik vragen als “waar sta je Ruud, wat moet je met die Oltmans?”’ Ik benadrukte dat zulke opmerkingen voortkwamen uit door de Haagse overheid verspreide leugens. Nicolaï zei: ‘We kregen een document dat Oltmans in 1962 in een Amerikaanse gevangenis zou hebben gezeten voor een vermeend zedendelict.’Ga naar voetnoot122 Misschien was het hoogtepunt van ons bezoek het moment dat Lubbers, sprekende over Zuid-Afrika, zich liet ontvallen dat mijn problemen daar, culminerend in de uitzetting, feitelijk in Den Haag hadden gespeeld. Hetzelfde gold voor het niet meereizen met Beatrix naar Indonesië. Ik vertelde dat zowel Mangosutho Buthelezi van Binnenlandse Zaken van Zuid-Afrika als minister Ali Alatas van Buitenlandse Zaken | |
[pagina 113]
| |
van Indonesië mij dit zonder meer duidelijk hadden gemaakt. Lubbers verklaarde dit met zulk een ongekende zekerheid, dat Peter en Ellen hier hogelijk verbaasd over waren. Rechter Punt wilde immers dat wij aantoonden dat de rode kaart van Luns ook recentelijk nog werkte. Ziehier, de ex-premier droeg onverwachts een mening aan die van gewicht zou kunnen zijn in ons gevecht. Tenslotte ressorteerde de Inlichtingendienst Buitenland (ibd), onder hem als een onderdeel van Algemene Zaken. Lubbers is in een buitengewoon sterke positie een dergelijke opinie te verkondigen. Afgesproken werd dat de advocaten in contact met Lubbers zouden blijven. |
|