28 mei 1996
Ron Abram en Jan Greven, vergezeld van nvj-juriste Inge Brakman, brachten een bezoek van vijf kwartier aan de secretaris-generaal van Buitenlandse Zaken, D.J. van den Berg. Van den Berg werd geassisteerd door watchdog Van Velzen. De redenatie van de Buitenlandse Zakenheren: er was na 1964 niets meer tegen mij ondernomen en tenslotte was ik een proces tegen ze begonnen, dus waarom zouden zij een regeling treffen? Ze lijken daar bepaald geschift, want ze geloven hun eigen mythen langzamerhand. Ik ben een proces begonnen na de fameuze brief van Hans van den Broek uit 1991 dat ze nooit iets tegen me hadden ondernomen.
De heldhaftige woorden van Hans Verploeg (als Buitenlandse Zaken nu niet schikte verklaarde de nvj hen de oorlog) gingen als een nachtkaars uit. Hans van Mierlo was ‘te druk’ om de voorzitter van de nvj en de voorzitter van het College van Hoofdredacteuren te ontvangen. Van Mierlo liet zich andermaal afschermen door hoge ambtenaren, wier leugens door hem voor zoete koek worden aangenomen. Zo draait Den Haag. Zo draait ook Paars over de hele linie. Dit geldt voor Kok, Dijk-