De staat van bedrog
(1997)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd6 november 1995Dijkstal zond een formulier dat ik moet ondertekenen alvorens ik inzage in de bvd-dossiers zal krijgen. Ik heb de minister per ommegaande geantwoord niet akkoord te kunnen gaan met zijn ‘voorwaarde B’: ‘Er mogen geen tot individuele natuurlijke personen en rechtspersonen herleidbare gegevens in de openbaarheid worden gebracht dan met toestemming van de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken.’ Je bent journalist of niet; ik zal nooit, onder geen enkele omstandigheid, onder zo'n Gestapo-voorwaarde mijn handtekening zetten.Ga naar voetnoot34 Ook arriveerde een brandbrief van Erik Jurgens betreffende ‘de stier in de porseleinkast’, in reactie op mijn schrijven van 3 november aan de genoemde vier hoge heren. Jurgens beperkt zich tot een uitermate duidelijk en scherp gesteld ultimatum: de brief van 3 november intrekken, of hij en Wolffensperger steken geen hand meer voor me uit.Ga naar voetnoot35 Nu dit weer. Lenin en Brest-Litovsk maar weer uit de kast gehaald. Geachte heren Den Hertog en Asscher, | |
[pagina 30]
| |
deling van de heer Den Hertog dat hij met de heer Vermeer zou hebben afgesproken (wat mr. Vermeer reeds schriftelijk heeft ontkend) dat wat na 1990 gebeurde buiten de procedure zou blijven, dat wil zeggen Zuid-Afrika, Indonesië en Canada, terwijl ik ook het niet meereizen met koningin Beatrix naar Jakarta uitgezocht wil hebben. Jurgens blij. ‘Der Mohr hat seine Schuldigkeit getan.’ Ik word in de marge van dit proces tegen de Staat geforceerd dingen te zeggen en te doen die een levenlang niet in mijn hoofd zouden zijn opgekomen en absoluut onbespreekbaar zijn geweest. |
|