19 juli 1995
Ambassadeur Kadarisman belde opnieuw. Ik zou geen visum krijgen voor de koninklijke reis. Minister Alatas had moeite gedaan, maar bakin - de gecoördineerde militaire inlichtingendienst, vergelijkbaar met de cia - had ‘nee’ gezegd. ‘Maar ik hoop,’ aldus de ambassadeur, ‘dat u na de reis van de Koningin in de herfst weer bij mij op bezoek komt in Wassenaar.’
Voor mij staat vast dat de visumweigering opnieuw vanuit Den Haag is bewerkstelligd. Van der Voet wist 34 dagen eerder dan de Indonesische ambassadeur dat ik niet mee zou gaan, omdat hij wist dat Den Haag bakin zou verzoeken mij te weren. Uit de overgelegde geheime telegrammen uit de jaren 1956-1964 bleek immers dat men er in Den Haag niet voor terugdeinst de cia tegen mij in te schakelen? Dan is een akkoordje met de Indonesische bakin immers een fluitje van een cent. De vraag is: hoe is dit exact in zijn werk gegaan?