Inleiding
In Persona non grata (1994) vatte ik samen wat er de afgelopen veertig jaar van mijn leven was gebeurd, en legde uit dat mij geen andere keus werd gelaten dan tegen de Staat te procederen om mijn fundamentele burgerrechten terug te winnen en schadeloos te worden gesteld. Ik werd in deze eis ondersteund door de Nederlandse Vereniging van Journalisten (nvj), welke in 1991 berekende dat mijn schade toen reeds 2,8 miljoen gulden bedroeg.
Omdat ik sedert 1990 in Zuid-Afrika werkte en woonde en daar wilde blijven, vroeg ik minister Hans van den Broek in 1991 om een regeling in der minne. Hij antwoordde met de uitnodiging om tegen de Staat te procederen, want, zo zei hij, men had nooit iets onrechtmatigs jegens mij gedaan. Des te opmerkelijker dat rechter B.C. Punt in zijn tussenvonnis van 29 oktober 1997 wel degelijk spreekt van ‘een onrechtmatige daad en bedrog’ van de Staat jegens mij.
Ik begon dus in 1991, tegen mijn zin, een procedure tegen de Staat. Met als gevolg dat ik in 1992, geregiseerd vanuit Den Haag, Zuid-Afrika werd uitgezet. Dit betekende dat ik (op eigen kosten) terug naar Nederland moest verhuizen, terwijl ik daar geen woning meer had. Als direct gevolg van deze nieuwe Haagse terreur stond ik, op mijn 67ste jaar, maandenlang letterlijk op straat. Door toedoen van een van mijn beste vrienden kon ik uiteindelijk een studio van zes bij zes in de Jordaan betrekken, waar ik alweer vijf jaar woon.
In de praktijk betekent de huidige procedure dat ik aan de hand van stukken of getuigenverklaringen moet bewijzen dat ‘Den Haag’ schuldig is. Van de periode 1956 tot 1964 kon ik tientallen stukken overleggen die onomstotelijk aantonen dat ik beknot, belasterd en benadeeld ben. Volgens de rechter zijn deze bewijzen echter verjaard. Ik heb dus twee problemen: 1) Dat de bewijzen van schuld bij de Staat zitten en dat zij deze stukken slechts mondjesmaat of helemaal niet afgeeft, en 2) Veel van de opgeroepen getuigen liegen volmondig; sommigen schromen zelfs niet meineed te plegen en anderen zijn te bang, karakterloos, en te weinig man (of vrouw) van stavast om rechttoe rechtaan de waarheid te spreken. Weer anderen schijnen te lijden aan ernstige vormen van geheugenverlies.
Deze reportage vertelt wat ik de afgelopen vier jaar van juridische strijd in dit koninkrijk heb meegemaakt. Het valt soms met geen pen te beschrijven, maar ik doe een poging.