Over intelligentie
(1981)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6]
| |
voor Peter | |
[pagina 7]
| |
VoorwoordDe Amerikaanse antropologe dr. Margaret Mead benadrukte in de gesprekken, die ik in de laatste tien jaren van haar leven regelmatig met haar voerde, dat de tachtiger jaren het tijdperk bij uitstek voor de bestudering van de hersens zouden zijn.Ga naar eind1. Zij was er diep van overtuigd, dat de wetenschap steeds meer aandacht zou besteden aan die wonderlijke ponden grauwe en gekleurde pap onder de schedel van ons hoofd waar zich in feite het wel en wee van ieder individu in laatste instantie afspeelt. Het brein is immers grotendeels tabula rasa gebleven? De voelhorens van de moderne mens schijnen zich steeds verder weg van moeder aarde te richten. De Britse astronoom Sir Bernard Lovell zei me eens, dat we door televisiecamera's en telescopen op kunstmanen te plaatsen, steeds verder in het oneindige universum reiken en doordringen, terwijl we schijnen te aarzelen de studie van het brein met man en macht aan te pakken. Waarom die aarzeling? Waarom die angst? Toch ligt onder de kap van de eigen schedel het meest onbegrijpelijke en mysterieuze instrumentarium uit de ganse schepping, die wonderbaarlijke, raadselachtige hersenen. Daar ligt de uiteindelijke arbiter over leven en dood, over de overlevingskansen van de mensheid. Alléén hier valt de uiteindelijke beslissing of de steeds verder om zich heen grijpende collectieve waanzin in de wereld op tijd zal kunnen worden teruggedraaid of dat de wereld in een nucleair Armageddon ten onder zal gaan. Opmerkelijk was ook, dat in 1981 de eerste drie Nobel-prijzen werden toegekend aan geleerden, die baanbrekend hersenonderzoek hadden verricht. Ik schrijf momenteel memoires met de onlangs afgetreden president van de National Academy of Sciences in Washington, D.C., dr. Philip Handler. Reeds in de eerste alinea van dit komende boek stelt hij: ‘Ik heb het onbestemde gevoel, dat we in een wereld leven, die krankzinnig is geworden.’ De kiem van de rondwarende waanzin komt niet voort uit de | |
[pagina 8]
| |
ongebreidelde explosie van kennis en wetenschap der laatste decennia, maar uit de onmacht van de mens zijn psychische gereedschap rationeel, intelligent en ten behoeve van mens en wereld te leren gebruiken. Zoals de neurofysioloog José M.R. Delgado in het hier opgenomen lange gesprek in verschillende toonaarden duidelijk maakt, mensen rotzooien maar aan omdat er nu eenmaal altijd van vader-op-zoon aan de hand van mythen en symbolen, waanbeelden en projecties gewerkt is, zonder dat ouders, onderwijzers en opvoeders in het algemeen zelfs bekend zijn met de meest elementaire biologische feitelijkheden betreffende de hersens. De mensheid zit gevangen in een zich eeuwig herhalende vicieuze cirkel, die is terug te leiden tot de schizofrenie der Egyptische farao's, die meenden vanuit de hemel stemmen der goden te beluisteren, die hen adviseerden bij het te bepalen beleid voor mensen langs de rivier de Nijl. Freud constateerde reeds dat totemisme erfelijk was. Het taboe schreef Wundt is de oudste, ongeschreven code of wet van de mensheid. Totems en taboes zijn ouder dan de goden zelf en dateren uit het pre-religieuze tijdperk. Kom er maar eens af! Intussen wordt het geleidelijk aan steeds duidelijker, dat demonische krachten aanwezig in de psyche van mensen steeds meer in onvermijdelijke botsing dreigen te komen met het technisch en wetenschappelijk kunnen anno de tachtiger jaren, inbegrepen drukknopoorlogen, waarbij 500 miljoen mensen in 24 uur kunnen worden weggevaagd en verbrand. Bovendien heeft niemand er behoefte aan, zoals de Zuidafrikaanse psychoanalyticus David Cooper schreef, ‘om stapelgek te worden als Friederich Nietzsche, die niemand kon vinden die ook zelfs maar enigszins sprak of dacht als hij.’Ga naar eind2.
In het opec land Venezuela is temidden van de oplaaiende discussie over het menselijk brein een curieuze politicus opgestaan, president Luis Herrera Campins. In 1979 werd hij met zijn christen-democraten tot staatshoofd gekozen. Hij werd de eerste politicus in de moderne geschiedenis, die de politieke moed had zijn vriend, de politieke wetenschapper dr. Luis Alberto Machado als minister zonder portefeuille in het kabinet te benoemen en een ministerie voor de Ontwikkeling van de Intelligentie in het leven te roepen. Venezuela is het vijfde grootste olie uitvoerende land ter wereld. | |
[pagina 9]
| |
Jaarlijks stromen een 20 miljard dollars het land binnen, waardoor het inkomen per hoofd van de bevolking tot boven de 3000 dollars steeg. Venezuela telt een 15 miljoen mensen. Ten behoeve van de fenomenale groei van de bevolking zullen de komende jaren één miljoen nieuwe banen nodig zijn. Er zijn mogelijkheden te over. Rond de Orinoco Oil Belt zitten in een gebied van 4000 vierkante kilometer moerassen en jungle naar schatting 900 miljard barrels zware olie, waardoor in theorie Venezuela alléén voor den duur van vijfenzeventig jaar in de energiebehoeften van alle niet-communistische welvaartslanden zou kunnen helpen voorzien, aldus meldde de New York Times. Het lag dus voor de hand dat temidden van deze uitzonderlijke energie-bonanza de politieke leiders van juist Venezuela zich zijn gaan bezinnen hoe het land deze avalanche van te verwachten fortuin en rijkdom zou moeten gaan verwerken. Zouden Venezolaanse brains in staat zijn de modernste technologie en wetenschappelijke ontwikkelingen, nodig om deze fabelachtige energiebronnen tot ontginning en algemeen nut te brengen, in staat zijn de situatie te hanteren? In de zomer van 1979 woonde ik als gewoonlijk de jaarlijkse vergadering van de Club van Rome bij, ditmaal gehouden in Salzburg, Oostenrijk. Tot niet geringe verbazing van de meeste aanwezigen stond tijdens de palavers onverwachts de Venezolaanse minister voor de Ontwikkeling van de Intelligentie, dr. Machado op. Hij hield een vlammende, gepassioneerde redevoering. Zijn betoog kwam er op neer, dat met hem een aantal deskundigen van mening warenGa naar eind3., dat de mens kon leren zijn intelligentie te gebruiken en ontwikkelen, zoals iemand kan leren zwemmen of piano spelen. De regering in Caracas bleek bezig over de hele linie van de Venezolaanse bevolking, van moeders in verwachting tot arbeiders in de olie-industrie en militairen van Jan soldaat tot en met de hoogste generaals, onderwijs in het gebruik van aangeboren intelligentie op te zetten. Hierbij gesteund door wetenschappelijke teams van de Harvard universiteitGa naar eind4., de Bar Ilan universiteit in JeruzalemGa naar eind5., het Centre for Thinking, in CambridgeGa naar eind6. en andere dergelijke studiecentra. Nog in dezelfde zomer reisde ik naar Caracas en ontmoette op zijn hacienda, La Casona president Luis Herrera Campins. Ook in 1980 en 1981 bezocht ik Venezuela om de verschillende | |
[pagina 10]
| |
teamleiders en projecten van nabij te beschouwen. Eind december 1981 zal vara Achter het Nieuws een reportage over het Venezolaanse project samenstellen. Het is inderdaad belangwekkend wat hier in dit vooraanstaande ontwikkelingsland ten aanzien van het brein wordt ondernomen. Geleidelijk aan ben ik ook in andere landen over het Venezolaanse initiatief gaan spreken en ik heb daarop in deze bundel een aantal van de voornaamste gesprekken, waaronder een zestal in de Sovjet-Unie, samengebracht. Het zou me welkom zijn geweest deskundigen als Jean Piaget, Anna Freud en anderen eveneens te kunnen presenteren, maar Piaget zei me ernstig ziek te zijn en hij overleed kort na ons langdurig telefoongesprek, terwijl Anna Freud me schreef te bejaard en vermoeid te zijn uitgebreide interviews te geven. Evenwel dank ik al diegenen hartelijk, die hun tijd beschikbaar stelden, ook om de teksten te herlezen en te bewerken, voor hun medewerking. Ook al is het mijn overtuiging, dat het tot ontwikkeling brengen van de menselijke intelligentie slechts een gedeelte is van het gecompliceerde verhaal dat zal moeten leiden tot meer kennis en inzicht in de processen die zich afspelen in de ongeveer drie pond protoplasma in ons hoofd, iedere aandacht in dit late uur voor de werking van het menselijk brein, inbegrepen de intelligentie, is beter dan geen. Om die reden ook de keuze van een opname van neuronen in de hersenen als omslag van dit boek. Willem Oltmans New York, oktober 1981 |