Einde toch in zicht
Ook in september 1996 bereikten mij waarschuwingen dat de nvj de kraan zou dichtdraaien, omdat ik niet naar hun pijpen wenste te dansen. Op 5 september heb ik de nvj vervolgens een brief geschreven dat ze hun geld konden houden. Verploeg haastte zich te vragen of dit betekende dat ik ook mijn 35-jarige lidmaatschap van de nvj opzegde. ‘Allerminst’ heb ik geantwoord. ‘Toen Luns idioot deed en mij de rode kaart toebedeelde heb ik ook niet mijn lidmaatschap van het koninkrijk opgezegd.’
30 september 1996 was ik in Pretoria voor het staatsbezoek van koningin Beatrix. Ik belde enkele oude vrienden uit de periode voordat ik uit het land werd gesmeten. Sommigen bevinden zich nu aan de top of in het kabinet van de regering van president Nelson Mandela, anderen hebben zitting in het huidige parlement, terwijl weer anderen verbonden waren aan de toenmalige inlichtingendiensten van president F.W. de Klerk.
• ...de ontbrekende stukjes zijn gevonden...
De jigsaw-puzzel van mijn arrestatie en uitwijzing in 1992 viel plotseling in elkaar. De ontbrekende stukjes werden gevonden. Al in 1986, aldus bleek uit een brief van de toenmalige Zuidafrikaanse ambasssadeur in Den Haag, maakte het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag bij Pretoria bezwaar dat mij een visum voor Zuid-Afrika werd verleend. Geleidelijkaan werden deze bezwaren vanuit de inlichtingendiensten en het ministerie onderbouwd door spectaculaire beschuldingen, waarvan die dat ik dubbelagent van de cia en kgb wellicht de smerigste en gemeenste was.
Bij het ter perse gaan van dit vlugschrigft vertrek ik met mr. Ellen Pasman en professor Peter Nicolaï naar Pretoria, ter voorbereiding van de volgende zitting in de Haagse rechtszaal op 14 november 1996.
Wordt weer vervolgd.