Inleiding
Anak anak uit Indonesië
In september 1983 was ik in de Ardennen op een conferentie over macht. Ik was uitgenodigd er een lezing te houden. Een van de andere sprekers bleek Willem Oltmans te zijn. Toen ik, op weg naar een vraaggesprek met o.a. Willem en ik, door het conferentiecentrum liep, welden de beelden van de talkshow van Jan Lenferink van een jaar daarvoor in mijn hoofd op. In het bijzonder het moment toen Willem opeens aan Jan vroeg: ‘Adoe, jongen heb jij mijn boek eigenlijk wel gelezen...?’ waarop Jan wat verbaasd knikte en stotterde: ‘jjj aaa.’
‘Want uit alles wat je zegt blijkt dat jij het kennelijk helemaal niet hebt gelezen,’ schreeuwde Willem. Toen Jan met zijn mond vol tanden naar zijn gast keek, viel Willem opnieuw keihard tegen hem uit: ‘Adoe, jongen ga je schoolgeld terughalen, jij hebt kennelijk alleen maar de achterkaft gelezen. Weet je wat... doe je huiswerk beter volgende keer, maar ik doe hier niet aan mee, aan die nonsens en stap op voor ik nog een woord met je wissel.’ Zo gezegd, zo gedaan. Weg was Willem, pardoes van het podium verdwenen.
In de grote zaal, vlak voor het vraaggesprek trof ik Willem Oltmans aan, groots achter zijn katheder torende. Ik kon het onmiddellijk met deze imposante persoonlijkheid vinden.
‘Zo,’ bulderde hij, nadat we aan elkaar waren voorgesteld, ‘waarachtig! De Happy Hooker toch, in levenden lijve?’
‘Ja,’ bevestigde ik met een Indisch accent, ‘en u moet ‘het beest met de geest’ zijn, die net als ik een anak anak uit Indonesië is?’ Hiermee was het ijs voorgoed gebroken en bleef ik met Willem tot zijn dood de beste maatjes.
Eind jaren tachtig stelde ik hem voor om samen met mij een talkshow voor de buis te gaan doen. Toen het onderwerp ter sprake kwam hoe we die show zouden noemen stelde ik voor: Hollander en Oltmans, waarop hij me luidkeels pareerde met: ‘Daar komt niets van terecht, we maken er Oltmans en Hollander van.’ Over een groot ego gesproken!
In de jaren negentig zocht ik hem diverse keren op in zijn keurige, maar bomvolle poppenhuisje in de Jordaan, aan de Westerstraat. Ik herinner me nog goed de eerste keer toen hij op een gure winterdag net was thuisgekomen van een stormachtige fietstocht naar de